Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 36 (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 36
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 36Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 36

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 36

(1987)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 167]
[p. 167]

Poëtisch Bericht
Samensteller: Karel van Deuren Illustratie gekozen door Katrien Deylgat

Zowel C.V.K.V.-leden als abonnees kunnen gedichten ter selectie sturen aan Tijdschrift ‘Vlaanderen’, Redactiesecretariaat, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6 - 8880 Tielt.

Per selectie worden slechts twee gedichten van dezelfde dichter(es) ter beoordeling aanvaard. Ingestuurde gedichten worden niet teruggezonden en over ingezonden werk wordt niet gecorrespondeerd, noch getelefoneerd. Aan de auteurs van de gepubliceerde gedichten wordt achteraf een bewijsexemplaar gestuurd.

Parabel van het ouder worden

 
Hoewel de morgen wijs vergrijsd
 
koeler kaler licht bedenkt
 
de dag aan dunner haren kamt,
 
hij vindt bijwijlen nog
 
een lichter lichaam uit.
 
 
 
Gelijkenis met dauw en distel
 
in een zachter huid van gras
 
gejaagd door regenvlagen
 
om geur van jong geheugen.
 
 
 
Hoe diep een boom verdooft
 
hij houdt gebaren staande
 
met geen blad nog rekening
 
en metaforen open
 
op vogels die hij verder hoort.
 
 
 
Hij wil zijn laatste tak verkwisten.
 
 
 
Gery Florizoone (†)
 
(N. v.d.r.: dit gedicht stuurde E.H. Florizoone ons toe een maand voor zijn smartelijk afsterven.)

Kempen

 
als ik nu zei dat er in het zand van de Kempen
 
nog heide groeit waar de miereleeuw
 
en de boomleeuwerik zich komen laven
 
als ik nu zei dat de Kempen elke dag
 
 
 
weer ontwaakt als een kinderverhaal
 
en traag over de wegen van gisteren sluipt
 
tussen gagel en gaspeldoorn
 
als ik nu zei dat de Kempen bij het minste gerucht
 
 
 
zacht fluisteren gaat in zijn donkere vennen
 
dat opgepropt de adelaarsvaren
 
elk voorjaar zijn vraagtekens zet
 
 
 
als ik nu zei zoals een vriend zegt
 
in het waardige groen van zijn woning
 
dat ik een Kempense kauw heb leren spreken
 
die schreeuwt als een radeloze mens
 
 
 
Achilles Cools

Het teken
In memoriam Gery Florizoone

 
Hij heeft vaak een teken gegeven
 
 
 
hij schreef
 
adem van grond en grachten
 
en ruimte omheen een regenboog
 
 
 
bespeelde het alfabet
 
was een reiger
 
een waaiwoord uit het riet
 
 
 
maar ook eenzaamheid heeft nood aan bloeien
 
hij vloog over de aarde en zijn huis
 
diep en broos aan einder
 
in de windroos zat zijn dood
 
 
 
zijn vlucht: een kelk met woorden
 
ontdaan van ballast en gewicht
 
zijn overgave en zijn offerande
 
zijn overaards gedicht
 
 
 
Fernand Florizoone


illustratie
Rodin, Figuur die uit het water oprijst, potlood en aquarel (1902-1905).


 
Wachtend,
 
op een zee van woorden
 
lig ik
 
een onbeladen schip
 
meegezogen in een stroom
 
van troebel water
 
oeverloze verten metend
 
meeuwen schreeuwen voorbij
 
 
 
toppen van vingers kraken
 
in een beweegloos skelet
 
het wachten moe
 
gooi ik het anker los
 
 
 
Gestrand in 't zachte zand
 
wacht ik
 
op woorden
 
 
 
Monika Delaere
[pagina 168]
[p. 168]

oude man in bus

 
- tevergeefs -
 
 
 
hij had een bejaarde
 
Engel kunnen zijn.
 
neergestreken in
 
het verkeer.
 
onder zijn vleugels
 
een glimlach en
 
van een kind zijn
 
vreugdezang,
 
gedragen door de
 
wind.
 
van wijk tot wijk
 
reisde hij naar zijn
 
toekomstig land.
 
- hij had al gebeld. -
 
het zou een volmaakte
 
wereld zijn, waarin
 
armen en omhelsen
 
van kleinen aan wie
 
hij zijn naam nog
 
niet had verteld.
 
hij proefde van de
 
sfeer en van het droeve,
 
dat hem had vergezeld.
 
hij hoorde al bijna
 
niet meer.
 
- zijn dagen leken geteld. -
 
zelfs 't ruissen niet
 
van de stemmen. slechts
 
vatte hij verwonderd
 
de hand.
 
er is hier geen halte
 
meer. U heeft tevergeefs
 
gebeld.
 
 
 
Lia Barbiers

Gedicht

 
zoals rimpels in de vijver
 
na het werpen van een steen
 
cirkels doen groeien
 
zo begint ook dit gedicht
 
met één worp bovenaan
 
eerst deint het midden wat uiteen
 
langzaam lijkt het zich uit te putten
 
tot alle rimpels in de oever kruipen
 
maar stilaan voel ik zacht
 
spiralen als een winde om me heen
 
en naar het einde toe
 
zie ik je lenig achter me
 
gespiegeld in het gladde water staan
 
 
 
Achilles Cools


illustratie
Richard Shaw, Stukgetrokken boeken met koffiekop en pijp. (1978), 29,5 × 23 × 18 cm.


Klein geheim

 
als windezaad heb ik je verstopt
 
waardiger dan wat nu lijkt
 
behoud ik je aanwezigheid
 
we hebben elkaar bemind
 
in zomertuinen en heilige oorden
 
 
 
in april heb ik je begraven
 
's avonds als de kauwen huiswaarts keerden
 
ik wist niet dat mijn tuin
 
zo plots het seizoen kon roepen
 
 
 
ik was graag de wolverlei geweest
 
die op de hoge heide staat
 
om dan vroeg in de morgen
 
water te oogsten voor de dageraad
 
 
 
ik zal je opwachten
 
samen met de blauwborst
 
en zijn zang in het gagelstruweel
 
 
 
om herinneringen op te bergen
 
in wat ons huis zou kunnen zijn
 
maar de wolverlei is dood
 
de blauwborst is verdwenen
 
en er ligt nachtijs op de sloot
 
 
 
Achilles Cools

Boodschap

 
Verzamel mij.
 
Leg mij tesaam.
 
Een vliegtuig is een wapen.
 
Bloemenzoon.
 
Ik ben een naam.
 
Mij uit de sporen rapen.
 
 
 
Beluister mij.
 
Ik ben niet af.
 
Een vliegtuig is een wapen.
 
Geboortepijn.
 
Een vis een graf.
 
Drie dagen moet ik slapen.
 
 
 
Voleindig mij.
 
Een mond verdriet.
 
Ik wacht. Ik ben het water.
 
Een lichaam vindt
 
de woorden niet.
 
Een vliegtuig is een wapen.
 
 
 
Aleidis Dierick
 
1986


illustratie
Kasimir Malewitch (1878-1935), zonder titel, uit map ‘Overwinning op de zon’. (1913), 36,5 × 28,5 cm.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Karel Van Deuren

  • Fernand Florizoone

  • Achilles Cools

  • Gery Florizoone

  • Lia Barbiers

  • Aleidis Dierick

  • Katrien Deylgat