Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 46 (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 46
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 46Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 46

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 46

(1997)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 389]
[p. 389]

Samenstelling Fernand Florizoone en Chris Torfs
Poëtisch bericht

Iedereen mag gedichten ter selectie sturen aan: Tijdschrift ‘Vlaanderen’, Redactiesecretariaat, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6, 8700 Tielt. Alle ingezonden gedichten moeten in machineschrift (tikmachine of printer) en in tweevoud afgeleverd worden. Neem voor ieder gedicht een ander blad en schrijf op ieder blad uw naam en volledig adres. Ingestuurde gedichten worden niet teruggezonden en over ingezonden werk wordt niet gecorrespondeerd, noch getelefoneerd. Aan de auteurs van gepubliceerde gedichten wordt achteraf een bewijsexemplaar gestuurd en een honorarium uitbetaald: vermeld daartoe bij ieder inzending uw bank- of postrekening.
 
de binnenzijde
 
van de weerloze avond
 
slapen als zijden
 
geen winter weten
 
nachtdood
 
onder het drijfijs
 
blijven bewegen
 
 
 
Katelijne van der Hallen

Voor Anton van Wilderode

 
zoveel blauw
 
zien komen
 
door de zomer
 
de ogen dicht
 
vol van het inlicht
 
uitgaan
 
 
 
in dat
 
wat in
 
je ligt
 
 
 
Katelijne van der Hallen

Elegie
In memoriam Jozef Eijckmans (1907-1996)

 
je hebt je dan toch maar te slapen gelegd.
 
om nu negentig te worden alleen maar daarom
 
zou voor jouw woorden zelfs te gek zijn geweest.
 
een achternoen waarin je sluimerend verdwaalde,
 
fluitbereid stel ik me de lippen tot het einde voor.
 
 
 
een oude dichter was je die nog in zijn laatste dagen
 
ijverig als een kind noteerde wat gelezen moest.
 
chopin, satie en schönberg waren je zo lief als poëzie.
 
keuze aan klanken dan ook te over: je werk zat vol
 
muziek. je was ermee vertrouwd zoals de vele
 
albums in je kasten met vinyl en binnenhoes dat zijn.
 
niet wenend dus, dit zingen dat onderging in verte.
 
stiller nog dan applaus klatert ze, klatert ze
 
 
 
Bert Bevers

Marine

 
Dominant neemt de zee, van het vroegste begin,
 
bezit van het weerloze land.
 
De wolken en meeuwen strijden al eeuwen
 
verwoed om de bovenhand.
 
 
 
Een vermoeden van zeilen haaks op de lijn
 
die door jutters wordt omgewoeld,
 
maar ook zij weten niet of de boot vroeg of laat
 
met het wrakhout komt aangespoeld.
 
 
 
Soms ben ik de zee, dan weer word ik het land
 
of een naamloze meeuw naar het licht,
 
maar het liefst werd ik schuimkop op weg naar het strand
 
met een eindeloos land in zicht.
 
 
 
Christina Guirlande

Monoloog

 
Als het ruisen in de wind -
 
dit keer heb ik woorden
 
zo slecht gehoord en verstaan
 
net of ze zweefden in stilte
 
boven uw boeken op tafel...
 
 
 
alsof alles in de kiem
 
van wat wij dachten en deden
 
niet lang geleden
 
aan iets ongrijpbaars ontstegen was.
 
 
 
Ik begrijp hoe dingen afglijden
 
van bladspiegels en tijd
 
en dagen vervormen tot het uitzicht
 
dat ten diepste duister blijft.
 
 
 
Ik geef toe dat er iets mis is
 
als luisteren doofheid wordt
 
en klanken een betekenis krijgen
 
die niet zijn gezegd, niet op dat moment
 
 
 
en toch is elk woord volmaakt in zichzelf
 
zoals het gezegd werd of bedoeld,
 
zelfs in letters uitgespeld,
 
gewogen op duizend schalen.
 
 
 
Hannie Rouweler
[pagina 390]
[p. 390]

PontignyGa naar eind*

 
De stenen wachten
 
in zacht oker of
 
gebroken wit op
 
enkelingen en
 
stille gedachten.
 
 
 
Gouden zonlicht wordt
 
getemperd door de
 
Franse zandsteen aan
 
de zuidkant van het
 
gezonken schip der
 
 
 
abdij. Nimmer (ook
 
in de twaalfde eeuw
 
niet) was hier een zee...

Tweede gedicht

 
Tijdens de
 
zomer is
 
 
 
er wat groenbuiten en
 
hebben de
 
kasseien
 
 
 
een weke
 
kleur van tin...

Pontigny verlaten

 
De tekst op de lippen is versteend.
 
Hymnen en hymen in stille tijden
 
 
 
verdwenen. De klank der akkoorden
 
tot bogen bevroren. Het licht of is het
 
 
 
schaduw tot echo gedoemd. Neumen
 
en cantilenen verstild tot vertrouwde
 
 
 
geluiden van memel in hout of krekels
 
daarbuiten. Soms wordt er nog geluid.
 
 
 
In de verte is het krijsen van kinderen
 
te horen: elke dag elders opnieuw en
 
 
 
opnieuw...eeuwig uit stilte geboren...
 
 
 
Lieven Baeyens
 
Ik moet morgen
 
mijn moeder behoeden.
 
 
 
Ik moet voorzichtig zijn,
 
ik mag haar nu niet kwetsen:
 
ze is een kromme uitgeholde vogel
 
die ergens nog iets weet
 
en weer dan niet.
 
 
 
Ze ligt te loeren
 
en te gluren
 
wantrouwig wit
 
in haar ontheemde geest.
 
 
 
Ik moet morgen
 
mijn moeder behoeden:
 
haar man is dood,
 
ik draag nu haar ontzag.
 
 
 
Ria Scarphout

Stadswandeling

 
Straten en pleinen. Mijn stad. De zon.
 
Als ik nu eens echt verdwalen kon.
 
Een ontdekkingsreiziger of zoiets was.
 
 
 
Als alles nu eens nieuw was. Alles pas.
 
Huizen en mensen. Straten en pleinen.
 
En ik: verwonderd met vragen als ogen.
 
 
 
Wat is dit weer. Hoe noem je dat. En daar.
 
Twijfelen aan alles zowat. Aan jou. Aan mij.
 
Nee, nergens willen horen. Overal voorbij.
 
 
 
Denken: Wie ben ik dan. Waar ben jij.
 
Tegels als vaste grond onder de voet
 
wel en voor de rest alles maar kwijt.
 
 
 
Volop ‘zweven’ of ja, gewoon verloren zijn.
 
Natuurlijk niet voorgoed. De zwaartekracht
 
wel voelen en het ritme ook van stappen.
 
 
 
Zelf maar een stad uitvinden van kleuren
 
zoals die scheppingen van Hundertwasser.
 
Met overal gedichten als uithangborden.
 
 
 
Om er het Noorden bij te verliezen.
 
Voorlopig toch. En naderhand te vinden:
 
mijn stad, een web. Daarin jij en ik.
 
 
 
Denijs Van Killegem

eind*
Deze gedichtencyclus werd bekroond met de Basiel de Craeneprijs 1997.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • over Suriname


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Fernand Florizoone

  • Katelijne van der Hallen

  • Bert Bevers

  • Christina Guirlande

  • Hannie Rouweler

  • Lieven Baeyens

  • Ria Scarphout

  • Denijs van Killegem

  • Chris Torfs