Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 54
(2005)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–
[pagina 281]
| |
Geruisloos in onze cultuur van alledag genesteldSinds de jaren 1980 duiken polaroids met witte vlekken, cijfers en letters tegen een zwarte achtergrond op in fotoalbums, in lijsten op schouwmantels en in stambomen. Dergelijke echofoto's zijn randproducten van hoogtechnologische medische beeldvorming die terecht komen bij heel gewone mensen. Producten van medische spitstechnologie werden geruisloos toegeëigend in de dagdagelijkse leefomgeving van families waar een nieuwe spruit op komst is. Ze waren tegen het begin van de 21e eeuw zo gewoon geworden dat ze haast onzichtbaar leken. Het identificeren en duiden van dergelijke ‘vanzelfsprekende’, maar als je er even bij stilstaat veel vragen oproepende fenomenen, is wat volkskundigen of etnologen doen. In Vlaanderen resulteerde dit in de zomer van 2002 in een project dat gezamenlijk werd uitgevoerd door het Vlaams Centrum voor Volkscultuur (als expertisecentrum voor de studie van cultuur van alledag), het Huis van Alijn (museum voor volkscultuur), het Caermersklooster (forum voor actuele kunst) en het Sint-Lucasziekenhuis. Zij produceerden onder andere een tentoonstellingscircuit en een boek, beide met dezelfde titel Inside Out.![]()
Affiche van de tentoonstellingencluster rond foetussen te Gent in de zomer van 2002
![]()
Foetussen in de publieke ruimte: het tentoonstellingstraject te Gent (in casu bij het Caermersklooster) in de zomer van 2002
Het ongeboren leven in beeld. In diezelfde periode en sindsdien werden in andere delen van Europa soortgelijke tentoonstellingen en publicaties gerealiseerd. Zo kunnen bijvoorbeeld de tentoonstelling en het boek Aller Anfang in het Oostenrijkse Museum voor Volkskunde vermeld worden. Ook de projecten van het internationale netwerk van de Franse professor Fischer, die in september 2005 nog een masterclass kwam verzorgen in Brugge over de golf aan projecten rond de effecten van medische beeldvorming van zwangerschap, verdienen vermelding.
In de reclamewereld worden voorstellingen van foetussen steeds meer gebruikt, oorspronkelijk met de connotatie van zuiverheid (bijvoorbeeld in reclame voor bronwater), van veiligheid (bijvoorbeeld in publiciteit van automerken) en van contact (opvallend in boodschappen van telecombedrijven en GSM-operatoren). Net voor het midden van de jaren 2000 was er op de televisie in Vlaanderen in sommige periodes van het jaar bijna elke dag een reality-tv-show met bevallingen en echografierituelen te zien. In het seizoen 2005-2006 van de Nederlandse Big Brother maken een zwangere vrouw, een echoapparaat en een foetus, als voorbereiding voor een live bevalling, deel uit van het nieuwe format. Op 19 oktober 2005 was het zover: de pers kon de geboorte van de Big-Brother-baby aankondigen. Intussen verliet deze vrouw het Big-Brother-huis. | |
[pagina 282]
| |
Het oog van de etnoloogDe tentoonstelling Inside Out bestond uit twee delen, de periode tot de jaren 1970 en de periode erna. Een cesuur werd dus gelegd toen echografie een courante techniek begon te worden in de hospitalen en vooral toen, vanaf de jaren 1980, echofoto's als bijproducten van de medische beeldvorming werden meegegeven aan de aanstaande ouders en op die manier bij de bevolking in Vlaanderen (en de rest van West-Europa) verspreid raakten. De massale verspreiding van beelden van foetussen, onder meer via fotoreeksen van Lennart Nilson, bleef niet zonder gevolgen. Het had een belangrijke impact, ook op de perceptie van de levenscyclus. De gevleugelde uitdrukking van de wieg tot het graf is een klassieke titel in volkskundige studies. De levenscyclus begon als het ware bij de geboorte of het doopsel. Wat ervoor kwam bleef in nevelen gehuld. De baby kwam haast letterlijk uit de lucht gevallen (via een ooievaar bijvoorbeeld), werd gebracht of gevonden (in een kool, een boom of grot bijvoorbeeld). Er waren wel nog enkele voorafgaande gebruiken die tot de volkskundige canon behoren, die te maken hadden met het voorspellen van het geslacht. Vaders kwamen in beeld als heen en weer ijsberend voor de deur, waarachter de bevalling plaats vond. Met de komst van de echografie in het laatste kwart van de 20e eeuw kwam hierin verandering. Het is opmerkelijk dat er geleidelijk een heus nieuw ritueel ontstond rond de echografiemachine tussen gynaecoloog of verpleegster, moeder en vader. | |
EffectenTechnologie en ‘volkscultuur’ zijn geen tegengestelden, maar kunnen hand in hand gaan. Het ontstaan van een heel repertoire van rituelen rond de echografiesessies is daarvan een goed voorbeeld. Dit sorteert effecten op de beleving van vaderschap. Vaders vergezellen hun echtgenote bij voorkeur bij die bezoeken aan de dokter waar een echografie aan te pas komt. Het kind wordt veel vroeger zichtbaar in hun (be)leven dan pas bij de geboorte; het effect van het zien van de nakomeling blijkt niet te![]()
Catalogus en reflectieboek over embryo's en foetussen door de eeuwen heen (VCV, 2002)
onderschatten. Het feit dat het op een computer- of televisiescherm te zien is, versterkt die indruk nog. De uitleg van een bevoegde expert maakt het helemaal compleet. Dit geldt ook voor de familie, aan wie de echofoto's of -video's getoond worden: foetussen worden deel van de familie. Dit verklaart ![]()
Actuele kunst (in was) als reflectie van en op cultuur van alledag (installatie in het Caermersklooster, zomer 2002)
verder het opnemen in de stamboomboeken. Dit alles mag niet doen vergeten waarom die echografieën eigenlijk uitgevoerd worden: in de hoop niets (verkeerds) te ‘ontdekken’. Het is immers de bedoeling om afwijkingen en zware problemen in een vroeg stadium op te ![]()
Hedendaagse volkscultuur aan de poort van een tempel van de hedendaagse kunst (Gent, 2002)
| |
[pagina 283]
| |
![]()
Toe-eigening op het eind van de 20ste eeuw: echografie als nieuw ritueel en aandenken
![]()
Een klassieke voorstelling van de levenscyclus: de levenstrap
sporen en dan eventueel in te grijpen, bijvoorbeeld via een abortus. Paradoxaal genoeg worden diezelfde echografiebeelden dan weer ingezet door activisten tegen abortus, die met beelden strijden tegen het baas-in-eigen-buikprincipe. Het steeds meer in beeld komen van de foetus voor de geboorte en de status ervan als aankomend lid van het gezin heeft ook effecten wanneer het fout loopt. Als het ongeboren leven overlijdt voor de geboorte, slagen we er zelfs niet in dit adequaat uit te drukken. Hoe gaat dat, sterven voor men geboren wordt? Vooral als de foetus nog geen zes maanden oud is, levert dit problemen op. Tot voor kort werd het lijkje in de meeste ziekenhuizen afgevoerd als ziekenhuisafval. Tegenwoordig worden in steeds meer ziekenhuizen rituelen ontwikkeld om afscheid te nemen van een doodgeboren foetus, ook van minder dan zes maanden. In steeds meer gemeenten wordt toegelaten om het wezentje een naam te geven. Ook op begraafplaatsen, meer bepaald op secties die ‘engelenweiden’ genoemd worden, zien we de voorbije jaren een hele evolutie optreden, die nog volop bezig is. Foetussen mogen begraven worden en de grens van wanneer dit gebeurt, schuift steeds naar voor. Een van de opvallendste verschillen met nauwelijks dertien jaar geleden, toen Renaat van der Linden in dit tijdschrift zijn bijdrage over de levenscyclus 1992 publiceerde, is dat een hele populatie van foetussen ook deel is gaan uitmaken van ‘het volk’, van het publieke leven. De toe-eigening van cyberen andere spitstechnologie is tot volkskundig studieterrein gaan behoren, in het Huis van Alijn is een echografie opgenomen in de vaste collectie en ouderschap heeft een nieuwe, rijkere dimensie gekregen dankzij medische technologie. |
|