Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8 (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.58 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8

(1878)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 165]
[p. 165]

Een Belgisch-nationaal jubelfeest.

Men weet dat het Staatsbestuur eene bijzondere Commissie heeft benoemd, gelast met de regeling der buitengewone feestelijkheden, die in 1880, ter gelegenheid der 50ste verjaring van ‘België's onafhankelijkheid’ moeten plaats hebben.

Men weet ook dat kunsten, letteren, wetenschappen, enz. daarin vertegenwoordigd worden... Ja, maar hoe? - Heeft men bij 't samenstellen dier Regelingscommissie de Walen en de Vlamingen, als ‘broeders van dezelfde Belgische familie’, op denzelfden voet behandeld?

Op die vraag zouden wij, met den besten wil der wereld geen bevestigend antwoord kunnen geven. Inderdaad, onze Vlaamsche letterkunde b.v. is in die Regelingscommissie slechts door één enkel lid vertegenwoordigd, - Hendrik Conscience, - en dat men, wat de muziek betreft, naast Gevaert en Radoux ook meester Benoit niet heeft benoemd, Benoit den uitstekenden leider der Vlaamsch-Nationale richting in de toonkunst, is zeker eene nog meer in 't oogvallende miskenning.

Wàt toch mag de reden wezen van dergelijk ostracismus tegenover het eigen-nationale geestesleven der Vlaamsche Belgen? Heeft men in hooger kringen misschien gedacht dat feesten, welke voor doel hebben de scheuring van Noord- en Zuidnederland te vieren, toch uit hunnen aard niet zeer geschikt zijn om bij ons, Zuidnederlanders, bijzonder veel geestdrift op te wekken?

Wat hiervan zij, de wijze waarop bedoelde commissie werd samengesteld, was stellig het geschikte middel niet, om in deze omstandigheid de Vlamingen met hunne ‘frères wallons’ te doen verbroederen en het woord van den waalschen

[pagina 166]
[p. 166]

dichter Clesse te bevestigen, dat Waal of Vlaming slechts onze ‘voornaam’, en Belg onze eigentlijke ‘familienaam’ is.

 

***

 

De bovenstaande regelen waren geschreven, toen wij in de Zweep van Brussel kennis namen van een incidentje, dat zich op de eerste zitting der bedoelde Regelingscommissie heeft voorgedaan, en dat er van Waalsche zijde weeral niet zeer broederlievend uitziet.

Onze zoo Vlaamschgezinde als geniale romanschrijver Hendrik Conscience had namelijk het woord genomen, om te doen uitschijnen dat, wilde men aan de ontworpen nationale feesten van 1880 waarlijk een populair-nationaal karakter geven, alsdan noodzakelijk alles in de beide talen (fransch en nederlandsch) moest geschieden.

Welnu, het schijnt dat dit zoo logisch als billijk voorstel bij sommige Walen op alles behalve betamelijke manier werd onthaald! Terwijl Conscience sprak hadden namelijk een drietal Waalsche of franschgezinde leden der Commissie - drie vertegenwoordigers der aristocratie, zegt men - zijne woorden met een slecht verborgen' glimlach van spot of minachting bejegend. Doch onze Vlaamsche romandichter, hij die in den roemvollen strijd voor onze moedertnal is vergrijsd en juist in die taal zulke onwelkbare lauweren aan Belgie's kunstkroon heeft gehecht, Conscience richtte zich onverwacht tot het drietal, en op verontwaardigden, tevens ontzagwekkenden toon voegde hij hun toe: ‘Niemand heeft hier het recht met de taal der Vlamingen te spotten! Of zijn wij misschien geene Belgische burgers even als gij?... Ik weet bij ondervinding - zoo vervolgde Conscience - hoe in 1855 het Vlaamsche volk protesteeren moest tegen het uitsluitend fransch karakter dat alsdan aan het 25ste verjaarfeest der Belgische onafhankelijkheid werd gegeven, - en dààrem eisch ik dat ditmaal alles in de twee landstalen geschiede.’

Het schijnt dat deze wakkere, onverschrokken mannentaal niet zonder indruk op de vergadering is gebleven, en het beginsel van Conscience's voorstel schier algemeen werd aangenomen. Zelfs beloofde de Voorzitter, Graaf de Merode de

[pagina 167]
[p. 167]

Westerloo, dat hij op de trouwe uitvoering daarvan een waakzaam oog houden zal...

***

Wij willen het hopen. Doch de ondervinding heeft de Vlamingen geleerd in dergelijke beloften geen blind vertrouwen meer te stellen. Overigens heeft de zonderlinge samenstelling der Feestcommissie - waarbij het zooeven aangehaald incidentje - in het Vlaamsche kamp nog al vrij wat ontevredenheid verwekt. Natuurlijk komt hierbij de weinig bemoedigende bedenking dat de Vlaamsche taalgrieven, uit de Omwenteling van 1830 ontstaan, tot nog toe niet geheel zijn opgelost en er weinig kans bestaat dat nog vóór 1880 in dit opzicht aan de Vlaamsche bevolking zal worden recht gedaan.

Geen wonder dus dat de ontworpene feestviering in de Vlaamsche pers geen zeer sympathiek onthaal heeft gevonden, en meer dan één orgaan der Vlaamsche Beweging het ‘Jubilé national de 1880’ slechts onder alle voorbehouding bijtreedt.

Zoo schreeef o.a. Het Volk van Antwerpen:

‘Voor vijf-en-twintig jaren waren eenige ministeriëele beloften en de aanstelling eener grieven-commissie voldoende, om de altijd hoopgezinde Vlamingen tot feestvieren te bewegen. - Maar juist omdat die beloften en die commissie tot heden op bitter weinig zijn uitgedraaid, zullen er in 't vervolg heel andere middelen, te weten: wetsbepalingen en feiten noodig zijn, om de Vlamingen te overtuigen dat 1880 ook voor hen een jaar van nationale onafhankelijkheid is.’

En het Volksbelang van Gent geeft nog uitdrukkelijker zijne weinig feestgezinde gemoedsstemming te kennen:

‘Om de schreeuwende onrechtvaardigheden, van hooger hand sedert 1830 jegens de vlaamsche gewesten gepleegd, zullen de Vlamingen zich dan ook bij het Jubilé van 1880 onzijdig houden. In een huishouden, waar een deel der kinderen al te stiefmoederlijk werden behandeld, kan geene gelijke stemming heerschen bij een famillefeest. Eens dat men zal ophouden ons in ons nationaal eergevoel dagelijks te beleedigen, eens dat men ons in staat zal hebben gesteld door eigene intellectuëele middelen ons volk te ontwikkelen en te sterken, dàn eerst zullen wij op “feestvieren” denken.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken