Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 10 (1880)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 10
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.59 MB)

ebook (3.38 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 10

(1880)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 397]
[p. 397]

De eerste Muziekdrukkers der Nederlanden.Ga naar voetnoot(1)

I.

Het is heden niet meer mogelijk aan Ottaviano Dei Petrucci de uitvinding der Muziekale Drukkunst toe te schrijven. Eene nauwkeurige studie der eerste afdruksels die muzieknoten bevatten heeft ten overvloede bewezen, dat al de onderscheidene teekens, die volgens de voorstanders van Petrucci zijne uitvinding samenstelden, insgelijks bestonden in sommige muziekale afdruksels van een vroeger tijdstip dan dat van dien bekwamen graveerder en beroemden drukker.

Wij houden het dus met diegenen, die, ofschoon de verdienste van den drukker van Venetie erkennende, toch het recht meenen te hebben hem de eer te betwisten de Muziekale Drukkunst te hebben uitgevonden.

Wij zeggen de eer en niet den roem, omdat het ons niet toeschijnt dat er het minste genie behoefde, om op het muziekdrukken toe te passen, wat sedert jaren voor het gewoon drukken der boeken beoefend werd. En inderdaad: het denkbeeld om muziek te drukken met mekanieke typen, dat van het drukken met twee aftrekken, en meer andere nog, die de muziekale drukkunst gemakkelijker moesten maken en meer en meer verbeteren, die verschillende gedachten, zeggen wij, moesten noodzakelijk opkomen bij diegenen der drukkers van de XVe eeuw, welke werken met muzieknoten uitgaven, zooals psalmboeken, missalen en traktaten over muziek.

Jan Fust en Pieter Schöffer, deelgenoten van Jan Gutemberg, den uitvinder der drukkunst, gaven in 1457, te Mentz, een ‘Psalterium latinum’ in-folio uit. Dit boek, zegt Panzer, is het eerste sedert de uitvinding der Drukkunst, waarop zich een jaartal, de naam der stad waar het gedrukt werd, en die

[pagina 398]
[p. 398]

van den drukker die het uitgaf, bevindtGa naar voetnoot(1). De gedachte om ook in dit boek de muziek der Psalmen te drukken, was bij de beroemde drukkers niet opgekomen, want, in de verschillende exemplaren die men van die princeps-uitgave heeft kunnen terugvinden, zijn de lijnen en noten er met de hand bijgevoegd, een feit waaruit men afleiden mag dat in 1457 de muziek-druktypen nog niet bestonden.

In het Missaal van Würzburg, daarentegen, dat in 1484 verscheenGa naar voetnoot(2), zijn de prefacien der missen voor al de feesten van het jaar gedrukt op vier roode lijnen en met beweegbare lettersGa naar voetnoot(3). De muzieknoten, zegt Fetis, zijn gedrukt, terwijl de lijnen met de pen of bij middel van een bijzonder werktuig getrokken zijn.

Het eerste druksel, dat gedrukte muzieknoten bevat, schijnt een Collectorium super Magnificat van Jan Gerson te zijn, dat in 1473 verscheen, zonder naam van plaats en van drukkerGa naar voetnoot(4). Men vindt in de eerste kolom rechts der vierde bladzijde van dit zeer zeldzaam incunabel, in gothische letters gedrukt, hetgene volgt:



illustratie

[pagina 399]
[p. 399]

Het zijn de eenige noten die het boek bevat. Ze zijn tamelijk lomp van vorm.

Dit boek plaatst zich dus tusschen het Psalmboek van Mentz van 1457 en het Missaal van Würzburg van 1484.

In 1490, gaf Pieter Schöffer te Mentz een Psalmboek in-folio uit, waarvan de muziek van 't begin tot het einde van 't werk gedrukt isGa naar voetnoot(1). De notenlijnen, die vier lijntjes tellen, zijn in het rood gedrukt, wat eene tweede werking vereischt heeft voor het drukken der noten in het zwart. De voor het drukken der muziek gebruikte letters waren in gesmolten metaal; de zuiverheid der muzieknoten van dit Psalmboek, zegt de heer Wekerlin, en hunne volmaakte overeenstemming van vorm of bouwtrant met de gothische letters die hen omringen, kunnen niet den minsten twijfel laten aangaande de volkomene gelijkheid der gebezigde werkmanier.

Ziedaar dus reeds, èn de beweegbaarheid der druknoten, èn die noten in gesmolten metaal, èn de dubbele aftrekking! Pieter Schöffer had dus metalen letters vóór de Italianen! Het bewijs volgt:

In 1496, dus zes jaren na de uitgave van het Psalmboek van Schöffer, drukte Jan-Pieter de Lomatius te Milanen, voor rekening van Willem Signerre van Rouaan, het werk van Gafori getiteld: ‘Practica musice Franchini Gafori Laudensis.’ En de muziek van dit werk is gedrukt met houten drukletters uit één stuk.

In de boven aangehaalde brochuur, geeft de heer Wekerlin eene proef van dien muziekdruk; hij bevat ronden, witten, zwarten, haken en zelfs punten tot verlenging der noten.

Het volgende jaar, in 1497, verscheen te Brescia, eene nieuwe uitgave van hetzelfde werk, onder den titel: ‘Musice utriusque cantus practica excellentis Franchini Gafori Laudensis libri quatuor modulatissima.’ Ofschoon ver beneden de uitgave van Milanen, werd deze op dezelfde wijze vervaardigd.

Die twee uitgaven bewijzen: dat men in Italie nog houten druknoten gebruikte toen men zich in Duitschland reeds van

[pagina 400]
[p. 400]

noten in gesmolten metaal bediende. In 1501, hetzelfde jaar dat de eerste druk van Petrucci verscheen, gaf Heinrich QuentelGa naar voetnoot(1) te Keulen het werk uit van Nikolaus Wollick getiteld: ‘Opus areum Musice castigatissimum’, met beweegbare noten en in twee aftrekken gedrukt, dus nog met dezelfde middelen gebruikt door Petrucci.

Ho ja, al de uitvindingen den Venitiaanschen drukker toegeschreven waren wel degelijk reeds vòòr hem gedaan. Men drukte vóór hem met beweegbare noten; vóór hem ook drukte men met dubbele afdruksels, voor de lijnen vooreerst en vervolgens voor de noten; vóór hem nog had men muzieknoten in gesmolten metaal, ‘en om tot die te geraken (zoo zegt nog M. WekerlinGa naar voetnoot(2) moest men dezelfde wijze gebruiken die Petrucci later stellig gebruikte, te weten: steekpriemen maken, matrijzen slagen met die steekpriemen, vervolgens zich met die matrijzen bedienen om er de tot het drukken noodzakelijke karakters in te gieten.’

Wij hielden er aan kortelings te weerleggen het gedacht door Anton SchmidGa naar voetnoot(3) en den geleerden Fétis vooruitgezet, op de bewering van andere getuigenissen, dat Petrucci de eerste uitvinder zou geweest zijn der muziekale drukkunst met beweegbare metaaltypen. Wij houden er ook aan, te toonen door welke landen wij werden vòorgegaan. Te dien einde, hebben wij de volgende tabel opgesteld, al de steden van Europa opgevende die de stad Antwerpen, welke de eerste in de Nederlanden muziekdrukkers had, in dit belangrijk gedeelte der Drukkunst vóórgingen. Wij hebben in die tabel

[pagina 401]
[p. 401]

niet begrepen het Psalmboek van Fust en Schöffer van 1457, noch het Collectorium super Magnificat van 1473, noch het Missaal van Würzburg. Wij beginnen enkel met het Psalmboek van Schöffer, uitgegeven te Mentz in 1490, om langs Milanen, Brescia en Keulen, te Venetië te komen in het werkhuis van Petrucci, die wel is waar van de Republiek der Dogen op 25 mei 1498 zijn eerste privilegie bekwam, maar wiens eerste druksel slechts verscheen op 15 Mei 1501. In die tabel komen dus al de muziekdrukkers der verschillende landen van Europa voor, die werken uitgaven vóor 1539, het jaar dat Symon Cock, de eerste Muziekdrukker der Nederlanden, het eerste boek met muziek uitgaf, dat in onze provintiën verscheen:

invoerings jaar STAD NAMEN DER DRUKKERS jaar hunner 1e uitgave.
1490 Mentz. Pieter Schöffer, deelgenoot van Gutemberg en van Fust 1490
- - Pieter Schöffer, tweede zoon van den voorgaande. Zeer behendig graveerder van muziek-steekpriemen 1512
1496 Milanen. Jan-Pieter de Lomatius voor rekening van Willem Signerre van Rouaan 1496
- - Antonio Castelione 1536
1497 Brescia. Angelus Britannicus 1497
1501 Keulen. Heinrich Quentel 1501
1501 Venetie. Ottaviano dei Petrucci, van Fossombrone, in de Romeinsche Staten, waar hij in 1513 terugkeerde 1501
- - Marco dal Aquila, een beroemd luitspeler 1505
- - Luc' Antonio de Giunta, van Florentie 1513
- - Peter Lichtenstein 1518
- - Melchiore Sessa en Pietro de Ravanis 1523
- - Francesco Marcolini, van Forli, schrijver, lettergraveerder en bouwmeester 1530
- - Ottaviano Scotto, van Monza in Lombardie. Hij drukte met de letters gegraveerd door Petrucci. 1536
- - Antoine Gardane, fransche toonkundige 1538

[pagina 402]
[p. 402]

1507 Augsburg. Erhard Oglin, de eerste die in Duitschland met koperen letters drukte 1507
- - S. Grimm en Marc Wirzung, twee geneesheeren 1520
- - Melchior Kriesstein 1528
1509 Nuremberg. Johann Stuchs 1509
- - Hans Herrgott 1525
- - Hieronimus Graphaeus, alias Formschneider, graveerder, en Johann Ott, muziekant 1532
- - Johann Petreius, van Langendorf in Franconie 1536
1509 Weenen. Johann Winterburger, lettergraveerder 1509
- - Hans Syngriner 1515
1513 Fossombrone Ottaviano dei Petrucci, na Venetie te hebben verlaten 1513
1513 Turijn. Pietro-Paulo en Galeazzo de Porris 1513
1514 Bâsel (Bâle). Jacob Pforzen 1514
1516 Rome. Andrea de Antiquis, van Montona, toonkundige 1516
- - Giovanni de Giunta, van Florentie 1526
1516 Tubingen. Thomas Anshelmus 1516
1520 Leipzig. Melchior Lotther, toonkundige 1520
- - Valentin Schumann 1520
- - Nickel Wolrab 1537
1524 Erfurt. Wolffgang Sturmer 1524
1524 Wittemberg. Georg Rhaw, toonkundige, van Eisfeld in Franconie 1524
- - Nickel Schirlentz 1537
1525 Straatsburg. Pieter Schöffer, dezelfde die in 1512 te Mentz drukte, en Mathias Apiarius 1525
- - Wolffgang Köpfel 1525
- - Jacob Fröhlich 1534
1527 Worms. Pieter Schöffer, na zijn vertrek van Straatsburg, en Mathias Apiarius 1527
1527 Parijs. Pierre Attaignant 1527
1531 Avignon. Jehan de Channay 1531
1532 Lyons. Jacques Moderne, bijgenaamd ‘Grand Jacques,’ Kapelmeester te Lyon 1532
1536 Zwickau. Wolffgang Meyerpeck 1536
1538 Ulm. Hans Varnier 1538

Na Ulm komt Antwerpen. In het volgende hoofdstuk zullen wij over den eersten muziekdrukker der Nederlanden handelen.

[pagina 403]
[p. 403]

II.

Symon Cock, dien we ook genaamd vonden Symon Blylevens alias de Cock ‘boecprintere’ in een akt gesloten voor de schepenen van Antwerpen, in 1535Ga naar voetnoot(1), was in 1489 te Antwerpen geboren, zoon van een Cornelius die vóór 1522 overleed.

Symon Cock kocht op 20 Juni 1519 van Andreas de Meestere en van Elisabeth zijne echtgenoote, een huis gelegen in de BoeksteegGa naar voetnoot(2). Hij huwde Machteld Costens en verkocht opnieuw, met zijne echtgenoote, ditzelfde huis aan Jan van den Poele, zoon van Daniel, op 23 September 1522.Ga naar voetnoot(3). In die verkoopakt is Symon Cock ook boecprintere genaamd.

Onze drukker verbond zich met Gérard Nicolaus (ongetwijfeld Gérard Claes), en de twee deelgenoten vestigden hun werkhuis in de ‘Boekstege’ waarschijnlijk in het huis van Andreas de Meestere gekocht. Daar drukten zij het werk dat aanzien wordt als het eerste voortbrengsel hunner perssen: Aesopi fabulae ac diversorum elegantissimarum authorum apologi, latine, deel in-4o waarvan het onderschrift luidt: Simon Cocus et Girardus Nicolaus, cives Antverpienses, commorantes in vico vulgariter nuncupato die Bockstege iuxta monasterium Sancti Augustini excudebant Anno M.CCCCC.XXI die XXVIII. Novembris; impensis honesti viri Francisci Birckmanni bibliopolae ac civis Coloniensis. Dit werk verscheen dus den 28 November 1521, voor rekening van Frans Birckman boekhandelaar te KeulenGa naar voetnoot(4).

[pagina 404]
[p. 404]

Tusschen de belangrijkste werken die onze twee geassocieërden na die eerste proef uitgaven, noemen wij:

1o Cypriani Libellus de singularitate Clericorum; Sermo de Zelo et livore; Sermo de bono patientiae; ab innumeris mendis per Erasmum repurgati, in-4o, die op 4 September 1522 verscheen.

2o Sacramentorum brevis elucidatio. Simulque nonnulla perversa Mart. Luther dogmata excludens quibus et sacramenta temeraire ausus est, tum ecclesiasticam hierarchiam prorsus abolere: proinde et hac tempestate quam impie cum in Romanam sedem tum in ecclesiasticos ordines nonnulli dabacchantur pelam faciens. Per F. Eustachium de Zichenis Ord. Praedicator. edita., in-4o, uitgegeven in 1523.

3o Cornelii Scepperi Asssertionis fidei adversus Astrologos libri sex., in-folio van hetzelfde jaar.

4o Cornelii Scepperi Assertio fidei adversus Astrologos de significationibus coniunctionum planetarum a. 1524, in-4o van hetzelfde jaar.

Na 1530 drukte Symon Cock alléén; zijn vennootschap met Gerard Nicolaus of Claes ongetwijfeld opgehouden hebbende te bestaan.

Op 4 November 1531 gaf hij in het licht: Alle die Epistelen ende Evangelien, metten Sermoenen van den gheheelen Jare en die Prophetien wter Bibelen; overgheset wten Latyne in goeden Duitsche, in-4o.

In 1533 woonde hij reeds op de Lombaarden-vest in het huis dat hij later koopen zou, tegenover dat welk voor uithangbord droeg: die Gulden Hant.

In de maand October 1533 drukte hij er: Libri sex de consyderatione Dialectica per Fratr. Franc. Titelmannum Hassellensem Ord. fr. Minor. Sanctarum Scripturarum apud Lovanienses Praelectorem. Het onderschrift van dit deel in 8o luidt: Symon Cocus Antwerpianus, morans in vico vulgariter nuncupato Die Lombaerde Veste, e regione manus deauratae excudebat, Anno a Christo nato M.CCCCC.XXXIII. Mense Octobri.

Hetzelfde jaar liet hij voor rekening van Gaspard Van

[pagina 405]
[p. 405]

den Steen, boekhandelaar te Yperen, het werk verschijnen: Restauratio Linguae Latinae per D. Georgium Halvini Cominiique Dominum aedita, in-8o.

In de maand mei 1534 legde Cock ter perse de: Chronica ab exordio mundi ad annum 1534, per Amandum Zierbecensem Ordin. Minor, en in 1535: Joannis Leonis Placentini Ord. Praedic. Dialogi duo carmine, clericus eques. Luciani aulicus, beiden in-8o.

Hetzelfde jaar, in November, verscheen ook bij Symon Cock het werk: Compendium naturalis Philosophiae Libri Duodecim de consyderatione rerum naturalium eorumque ad suum Creatorem reductione, door den Minderbroeder Frans Titelmans van Hasselt, deel in-8o, waarop Cock het volgende onderschrift plaatste: Excudebat Antverpiae Simon Cocus, anno domini 1535. mense Decembri en op de laatste bladzijde: Apud inclytam Brabantiae Antverpiam, excudebat in sua officina liberaria Simon Cocus Antverpianus.

Wij hebben in 't kort de vruchten der bedrijvigheid aangehaald, die in het werkhuis van Symon Cock heerschen moest, vóór dat hij er ook aan dacht muziek te drukken, omdat de meeste geschiedschrijvers der Drukkunst weinig over dezen verdienstelijke drukker gezegd hebben.

Van een geldelijk standpunt beschouwd, moesten de zaken van onzen drukker flink gaan, daar hij op 27 October 1537Ga naar voetnoot(1) van een zekeren Jan Boot, het huis koopen kon, waar hij zijne persen had overgebracht. Zooals wij hooger zegden, was dat huis gelegen op de Lombaarden-vest, tegenover het huis ‘die Gulden Hant’

Op 15 September 1539, kreeg Symon Cock de eerste der nederlandsche drukkers, van Keizer Karel eene priviligie om muziek te drukken. Die privilegie kende hem het recht toe alleen, gedurende zes jaren, de Psalmen Davids, by forme van Liedekens met annotatie vande thoone oft voix te drukkenGa naar voetnoot(1).

[pagina 406]
[p. 406]

Op 28 derzelfde maand verscheen het eerste werk met muziek, dat ooit in onze provintiën uitgegeven werd; het is getiteld: Een devoot en profitelyck boecxken, inhoudede veel ghestelijcke Liedekens en Leysenen, dieme tot deser tijt toe heeft connen ghevinde in prente oft in ghescrifte: wt diversche steden en plaetsen bi een verghadert en bi malcandere ghevoecht. En elck liedeken heeft sinen bisondere toon, wise oft voys, op note ghestelt, ghelyc die Tafel hier na volgen breed wt wijst ende verclaert.

Dit kleine deel in langwerpig 8o is heden uiterst zeldzaam; in de openbare verkooping der prachtige boekerij van den beroemden muziekkundigen, den betreurden M. de Coussenmaker werd het verkocht tegen den prijs van 520 franken.

Op de keerzijde van den titel staat: Dit boecxken is gheprent in die coopstadt van Antwerpen, op die Lombaerde veste, tegen die gulden hant over, bi mi Symon Cock. Int iaer ons heere M.CCCCC.XXXIX. xxviij Septembris.

Het werk telt acht bladzijden inleiding en honderd vier en veertig bladzijden tekst; het is op twee kolommen gedrukt en in gothische letters.

Het volgende jaer, op 12 Juni 1540, gaf Symon Cock het boek uit dat aanzien wordt als de eerste uitgave der vlaamsche vertaling der Psalmen onder den titel van Souter Liedekens, daar in der waarheid de eerste die van 1539 is die we aanhaalden; want, ofschoon de titel verschillend en de uitgave van 1540 vollediger is dan die van 1539, is deze niettemin een vlaamsch Psalmboek zoowel als de tweede.

Dit tweede werk is gedrukt in rood en zwart en met gothische letters; het formaat daarvan is in-8o.

Op de laatste bladzijde van het boek staat een bericht aan den lezer, de keizerlijke privilegie van 1539 herinnerende, en volgender wijze opgesteld:

‘Totten Leser.

Is gheordineert, en bevolen eenen yeghelycken, byder K.M. dat niemandt hem en vervoordere, dit teghenwoordich boecxken, binnen de tide van sesse iaren, na te prente, te vercoopen, oft wt te gheve, oft laten prenten, vercoope,

[pagina 407]
[p. 407]

oft wt geve, alleene, oft met eenighe addicien, in gheender maniere, ten ware by consente en oerlove vande druckere desselfs opte pene van twee hondert Carolus gulden, tot zijnre Maiesteyt profijt te verbueren. En opte confiscatie vanden boecken, etc. So naerder blycke mach bider privilegien oft octroye, va zijnder Maiesteyt hier op verleent, in zijn stadt van Bruessele vander date des vijfthiensten dach Septembris, int iaer ons Heere duysent vyf hondt, neghenendertich berustende onder die handen vanden druckere.

Elck wachte hem van Scaden.’

 

Het is slechts in 1557 dat Symon Cock, zich als vrijmeester in de St. Lukasgilde te Antwerpen liet ontvangen, onder het dekenschap van Christian van den Queeborne en Michiel HermansGa naar voetnoot(1). Die officieele datum, opgegeven door MM. Rombouts en Van Lerius, volgens de registers der Gilde, vernietigt die van 1542, gegeven op bladzijde 354 van het werk van MM.J.B. Van der Straelen en P.Th. Moons-Van der Straelen, getiteld: Geslagt-Lyste der nakomelingen van den vermaerden Christoffel Plantin.

In 1564 bezorgden de erfgenamen Symon Cock nog eene uitgave der Souter Liedekens. Wat de uitgave van 1584 betreft die denzelfden titel draagt, die komt ons verdacht voor; wij meenen dat het die van 1564 is, waar men een nieuw titelblad voor drukte om de overblijvende exemplaren gemakkelijker te verkoopen. Wat meer is, onze drukker, op 17 Augusti 1562 te Antwerpen overleden, had niet, zoover we weten, een zoon Symon genaamd zooals hij, die twee-en-twintig jaren na de dood zijns vaders eene nieuwe uitgave der Souter Liedekens bezorgen kon.

Later nog verscheen er te Amsterdam, bij Claes Jacobsz Paets, eene nieuwe uitgave waarvan het onderschrift luidt: Eerst t' Hantwerpen by Symon Kock. Ende nu wederom herdruckt tot Amsterdam by Claes Jacobz Paets, woonende in de Warmoestraat, int vergulde A. B. C. De uitgave draagt geen jaartal en is volledig.

[pagina 408]
[p. 408]

Wij kunnen dit artikel over Symon Cock en zijne drukkerij niet eindigen, zonder nog melding te maken van een werk, dat heden zoo raar geworden is als het prachtig is en dat den drukker die het ter perse legde tot eere strekt. Dit werk in-4e, in gothische letters gedrukt en met een onnoemlijk getal houtplaten versierd, is getiteld: Den groten Herbarius met al syn figuren der Cruyden om die crachten der cruyden te onderkennen... Weder verdrukt int jaar m. ccccc. ende xlvii. Gheprent Tantwerpen bi mi Simon Cock.

Dit is gelooven wy het schoonste voortbrengsel van het werkhuis van onzen drukker.

 

* * *

 

Op 22 Augusti 1540, dus bijna een jaar nadat Symon Cock zijne privilegie voor zes jaren bekwam, bekwam Jehan Buis en Henry Loys, twee personen die totaal onbekend zijn gebleven, van Keizer Karel de toelating voor drie jaren zekere muziekboeken te doen drukken.Ga naar voetnoot(1)

Men moet gelooven dat Buis en Loys nooit van die privilegie gebruik hebben gemaakt, want tot hier toe ontdekten niemand een boek waarop hun naam te lezen is. De heer Edmond vander Straeten zegt dat Jehan Buis waarschijnlijk een toonkundige was,Ga naar voetnoot(2) maar hij geeft geen enkel dokument hem betreffende. Wij hebben insgelijks niets gevonden dat over den eenen of anderen dezer deelgenoten eenig licht verspreiden kon.

voetnoot(1)
Fragmenten uit Alph. Goovaerts' door de Koninklijke Academie bekroonde verhandeling: ‘Histoire et Bibliographie de la Typographie musicale dans les Pays-Bas’ - Nederlandsche vertaling van Edw. Van Bergen.
voetnoot(1)
‘Primus est ab inventione artis typographiae liber impressus, qui certam et loci et temporis et typographi notam ostendit’ (Panzer, Annales Typographici ab artis inventae origine ad annum MD. Deel II, bl. 111.
voetnoot(2)
Missale Ecclesiae Herbipolensis per Jeorium Ryser Anno domini millesimo quadringentesimo octogesimo quarto, undecimo Kalendas Marcii.
voetnoot(3)
Fetis. Biographie universelle des Musiciens. Tweede uitgave. Nota beneden het artikel: Petrucci, deel VII, bl. 12.
voetnoot(4)
Het draagt in fine: Explicit liber super canticum virginis marie compilatus per me Johannem Gerson olim Canciliarium parisiensem. - Spes mea tota in solam virginis gratiam. - Alpha et ♁ - N.-G.
voetnoot(1)
J.B. Wekerlin, Histoire de l'impression de la musique, principalement en France (bl. 5), kort vlugschrift in 1874, met meer andere uitgegeven onder den titel: Opuscules sur la chanson populaire et sur la musique. Paris, J. Baur.
voetnoot(1)
Een feit tot heden onbekend gebleven, en dat dokumenten, gevonden in de archieven van Antwerpen, ons deden ontdekken, is dat Heinrich Quentel te Antwerpen gewoond heeft alvorens te Keulen eene drukkerij opterichten. Zou het te gewaagd zijn te veronderstellen dat het te Antwerpen is dat de duitsche drukker zijne leerjaren deed? Quentel woonde in die stad, tusschen 1483 en 1487, in de Hoogstraat in een huis over Sint Jans hospitaal gelegen; het is slechts in 1487 dat hij te Keulen het eerste voortbrengsel zijner drukkerij uitgaf, het werk getiteld: Sermones sancti Vincentii fratris ordinis predicatorum de tempore per tempus hyemale. Misschien dat later een geduldig navorscher in dezelfde verzameling archieven het noodige zal vinden om de vraag optelossen die wij stelden.
voetnoot(2)
Aangehaalde brochuur.
voetnoot(3)
Ottaviano dei Petrucci da Fossombrone der erste Erfinder des Musiknotendruckes mit beweglichen Metaltypen. Wien, 1845.
voetnoot(1)
Onder de stadssekretarissen Ryt en Halle. 1535 f0 225.
voetnoot(2)
Sub Gobbaerts en Lodewyckx. 1519 f0 100.
voetnoot(3)
Sub Gobbaerts en Keyser. 1522 fo 244, vo.
voetnoot(4)
Arnold Birckman, zoon van Frans, drukte te Antwerpen in 1549. In 1556 verscheen te Dusseldorf eene muziekale uitgave voor titel voerende: Liber tertius sacrarum cantionum diversorum auctorum quatuor, quinque et sex vocum. Duisseldorpii sumptibus Haeredum Arnoldi Birckmanni excudebat Jacobus Bathenius. Die Jacob Bathenius drukte in 1546 te Leuven een muziekwerk, voor rekening van Peter Phalesius, den oude.
voetnoot(1)
Sub Keyser en Wesenbeek. 1537 fo 153.
voetnoot(1)
Register ne 20, 788 der Archieven der Rekenkamer, in de algemeene Archieven des Rijks, te Brussel.
voetnoot(1)
Th. Rombouts en Th. Van Lerius, De Liggeren en andere historische Archieven der Antwerpsche Sint-Lucasgilde, deel I, bl. 203.
voetnoot(1)
Octroy om te mogen doen prenten cum privilegio voor drie jaren zekere boecken van musicq voer Jehan Buys ende Henry Loys (Register 20, 788 der archieven der Rekenkamer in de algemeene archieven des rijks te Brussel).
voetnoot(2)
La Musique aux Pays-Bas avant le XIXe Siècle. Deel III bl. 223.
(Wordt voortgezet).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken