Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 18 (1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 18
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.87 MB)

ebook (3.38 MB)

XML (1.37 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 18

(1888)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 217]
[p. 217]

Poëzie

I.
Diano marino.Ga naar voetnoot(1)

 
In kalmen vrede goot de maan haar stralen;
 
Met ambergeuren was de lucht bevracht;
 
Het lied der blauwe golfjes ruischte zacht,
 
Gelijk sirenenzang, langs duin en dalen.
 
 
 
De gouden nectar paarlde in zilvren schalen;
 
Er werd gedanst, gejubbeld gansch den nacht,
 
Bij schittrend licht, bij weergalooze pracht -
 
Een verre galm der oude saturnalen. -
 
 
 
Toen gilde Hertha in haar ingewand en
 
Heur weeke borst, die angstig rilde, bood
 
Een aaklig tafereel van nood en dood.
 
 
 
Het rookend puin begraaft de dierste panden;
 
De morgenzon schreit bloedge tranen meê
 
En 't koeltje snikt in 't loof een doodenbee.
 
 
 
Jacob Stinissen.

1887.

II.
Zonsopgang.

 
o Zwarte nacht, uw liefdrijk duister
 
Hield reeds te lang natuur omhuld;
 
Thans spreidt de dageraad zijn luister,
 
Die in de verte 't oost verguldt.
 
Dra doet hij star na star verkwijnen
 
Bij 't scheemrend licht de kim ontsneld:
 
Hoe ze ook niet langer mochten schijnen,
 
Wien griefde niet haar droef verdwijnen
 
In 't bleek azuur van 's hemels veld?
[pagina 218]
[p. 218]
 
Gij, door Aurora uitverkoren!
 
Misleide u niet dit ijl vertoon!
 
Hoe weidsch een dag er word geboren,
 
Het schijnsel welk gij thans ziet gloren,
 
Is maar stoffeering van haar troon.
 
Door onverklaarbaar heilgenoegen
 
Is 't dat uw binnenst nu herleeft:
 
't Is of de wolkjes kronen droegen
 
Die zij met vuur omsluierd heeft,
 
Terwijl ze in 't hemelruim gewiegeld
 
Stil weemlen boven 't peilloos diep,
 
Waaruit, door de eindeloosheid weêrspiegeld,
 
Jehovah 't licht te voorschijn riep.
 
Van tint verwisslen de oosterkimmen;
 
Hun halfrond, met een zucht bezield,
 
Wordt purperrood, en wischt, bij 't glimmen,
 
Het duister, door den dag vernield.
 
En vroolijk dringt een bundel schichten
 
Van uit der wolken vuurgewaad,
 
En opent wondere vergezichten,
 
Waarin de zon haar luister baadt,
 
Die met volheerlijk lichtgeflonker
 
Den helm uit 't oosten opwaarts beurt,
 
Tot zij, bij 't naadrend avonddonker,
 
Het westen door haar weêrschijn kleurt.
 
 
 
Gustaaf Rens.

Antwerpen, 1888

III.
Meilied.

 
o, De schoone Mei verjaart!
 
Boomen bloes'men, bloemen bloeien,
 
Takjes spruiten, vruchten groeien,
 
Heerlijk is nu veld en gaard,
 
o, De schoone Mei verjaart!
 
Heerlijk, heerlijk,
 
Mei verjaart!
 
 
 
o, Hoe frisch de Morgenlucht!
 
't Jeugdig malsche kruid en loover,
 
Is als door een mingetoover,
 
Mild met zachten dauw bevrucht;
 
o, Hoe frisch de morgenlucht!
 
Heerlijk, heerlijk!
 
Morgenlucht!
 
 
[pagina 219]
[p. 219]
 
o Hoe schoon is 't Aardrijk niet!
 
Groen is wêer de kruin der boomen;
 
Vischjes spelen in de stroomen;
 
't Vinkje zingt zijn klinkend lied:
 
o, Hoe schoon is 't Aardrijk niet!
 
Heerlijk, heerlijk,
 
't Aardrijk niet!
 
 
 
o Wie zingt het Vreugdgezang!
 
Vooglen, zingen 't in de lanen,
 
Kindren, juichen 't langs de banen,
 
Heel Natuur, stemt lied en klank;
 
Heerlijk klinkt het Vreugdezang,
 
Heerlijk, heerlijk,
 
Vreugdezang!
 
 
 
Charles L. De Waele, Vrederechter.

St-Helen, Michigan, Noord-Amerika.

IV.
't Is zoo zoet!...

 
Schoone, kom met mij naar buiten
 
In de lommerrijke laan,
 
Waar de vogels liefdrijk fluiten,
 
In het veld waar bloem en blaân
 
Zoete geuren om u spreiden,
 
Waar natuur u minzaan groet;
 
Schoone, wil niet langer beiden:
 
Met u wand'len is zoo zoet!
 
 
 
Zie het windje stijgen, dalen,
 
Ruischend kust het groen en riet,
 
Zie de gouden zonnestralen
 
Koozen, kussen loof en vliet;
 
Zie de vlinders 't bloemtje sussen,
 
Dat 't zijn kelkje sluiten moet;...
 
Laat mij ook uw' wangen kussen:
 
U omhelzen is zoo zoet!
 
 
 
Wil, o maged, mij beminnen,
 
Eindig mijne liefdesmart,
 
En als eene koninginne
 
Zult ge troonen in mijn hart;
 
Want ik voel mijn harte blaken
 
Van den reinsten minnegloed;
 
Zeg, mag ik uw' liefde smaken:
 
U beminnen is zoo zoet!
 
 
 
Ern. Pallemaerts.

Mechelen.

voetnoot(1)
Den 23n Februari 1887 werd Diano Marino door eene schrikkelijke aardbeving geteisterd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • P.J. Stinissen

  • Gustaaf Rens

  • Charles L. de Waele

  • Ern. Pallemaerts