Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volk. Jaargang 2 (1936-1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volk. Jaargang 2
Afbeelding van Volk. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van Volk. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.74 MB)

Scans (515.29 MB)

ebook (12.47 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volk. Jaargang 2

(1936-1937)– [tijdschrift] Volk–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 149]
[p. 149]

[Nummer 5]

V.: Politieke begrippen

Alvorens een vruchtbare uiteenzetting over de vraagstukken van de dag, als daar zijn democratie en dictatuur, autoritaire staat en totalitaire staat, te ondernemen, is het vooraf noodig de zin der woorden te bepalen.

Door vaagheid in de begrippen wordt het misverstand slechts hopeloozer gemaakt, omdat het debat steeds op de onbepaalde bodem van niet opgehelderde woorden wordt gevoerd.

Wij willen met deze uiteenzetting niet binnentreden in het hart van de kwestie zelf, doch alleen maar de voorafgaande omlijning der begrippen beproeven. Clarae notiones, boni amici!

Het is evenwel noodig de begripsbepaling niet enkel uit de boeken te halen, doch de werkelijkheidsbeteekenis der woorden mede af te bakenen. De strijd gaat immers om werkelijkheden. En het is juist de werkelijkheidsbeteekenis van woorden als democratie enz. die niet ondubbelzinnig is.

De woorden totalitaire en autoritaire staat worden dikwijls als synoniem gebruikt.

Het is nochtans duidelijk dat zij een verschillenden inhoud van begrippen vertegenwoordigen.

Een autoritaire staat moet niet noodzakelijk totalitair zijn.

Een totalitaire staat moet niet noodzakelijk autoritair zijn.

Het autoritaire van een staat betreft de staatsvorm, het totalitaire de staatsinhoud.

Het autoritaire is een kenmerk van de gezagsdrager en van de wijze van heerschappij, het totalitaire is een kenmerk van de gezagstaak en van de omvang der heerschappij.

[pagina 150]
[p. 150]

Totalitarisme wil zeggen: onbegrensde staatsbevoegdheid op al de levensdomeinen, zoodat de staat geen halt maakt voor de rechten van het geweten der persoonlijkheid, noch voor het eigen leven der familie, noch voor dat der beroepsstanden of der natuurlijke volksgemeenschap. Autoritaire staat wil zeggen: dat de leidingsmacht over de staat in de handen van één persoon is geconcentreerd, - en niet in een anoniem lichaam is vervaagd; zoodat de staatsleider met soevereine bevoegdheid beslist en over de macht beschikt om de beslissing tot werkelijkheid om te zetten.

Een autoritaire leiding is op zichzelf een sterke leiding en zij wordt maar totalitair, wanneer zij ook een allesverrichtende, allesopslorpende leiding wordt.

Een echt staatsgezag is in zijn lijn altijd onbegrensd, omdat het een hoogste gezag is, waaraan geen mindere macht kan of mag weerstaan.

In deze zin behoort autoriteit tot de bepaling zelf van het staatsgezag. Doch de taak van het staatsgezag is niet onbegrensd. Zij heeft haar grenzen in de zedelijke normen, die ook het staatsgezag beperken, en bepaald in het eigenrecht der menschelijke persoonlijkheid, in dat der familie, der standen en der godsdienstige en kerkelijke levenssfeer.

De staat moet zorgen voor de eenheid van het volksgeheel, en de eenheid van organisatie en van actie waarborgen met het oog op het gemeenschappelijk goed. Doch hij moet zelf niet alles verrichten, noch mag hij de oudere rechten van persoon en familie, stand of volk verdringen.

Zijn taak is het ervoor te zorgen dat de persoonlijke, familiale, corporatieve en regionale vrijheden gericht blijven naar het welzijn van het geheel.

Hij is in deze zin totalitair dat hij instaat voor het welzijn van het totum, en de werking der deelen controleert opdat zij in de lijn van het totum verloope, niet echter in deze zin dat hij de deelen vernietigt of opslorpt in het staatsapparaat.

De gezonde staat verricht zijn eigen taak en geen andere.

Er zijn verschillende soorten van verkeerd totalitarisme, volgens de aard der grensoverschrijding, waaraan een staat zich schuldig maakt.

Er is b.v. godsdienstig totalitarisme, wanneer de staat zich geroepen waant om een totale levensbeschouwng en godsdienst te belichamen en uit te deelen. Dit totalitarisme berust op de verkeerde vooropstelling dat de mensch volgens gansch zijn wezen ondergeschikt is aan de staat en in de staat opgaat. Het is staatsverafgoding.

Het totalitarisme kan ook verschillen volgens zijn ideëelen grondslag.

Het totalitarisme der liberale, democratische staten gaat uit van een

[pagina 151]
[p. 151]

individualistisch ideaal. De democratie huldigt niet alleen de vrijheid, doch ook het humanitair ideaal. Zij wil het geluk voor allen, en het geluk vooral begrepen als materieel en rationeel gelijk. Om allen aan dat geluk te doen deelen zagen wij de liberale democratie de staatsbemoeiing uitbreiden en aan totalitarisme doen: algemeene staatsschool, staatsinmenging op sociaal gebied tot aan het staatssocialisme.

Het totalitarisme kan ook ontspruiten aan een gemeenschapsideaal.

Dit gemeenschapsideaal is in het bolsjewistisch totalitarisme de vestiging van een klasselooze maatschappij en de socialiseering der voortbrengstmiddelen. Het is de klassemythus.

Het gemeenschapsideaal van het nationaalsocialisme is de veredeling van het volk en de rasmythus.

Het gemeenschapsideaal van het fascisme is de macht van de staat om haarzelf: de Romeinsche imperiale mythus.

Wij kunnen totalitarisme uit medelijden (humanitarisme) en totalitarisme uit machtswil onderscheiden, volgens het ethos, dat er achter staat.

Voor het communisme is dit ethos humanitair in zijn einddoel en heroisch-antihumanitair in zijn machtsmiddelen. (zeggen we: onmenschelijk)

Zoowel het ideaal van de heroisch-tragische mensch (Nietzsche) als dat van de medelijdend goede mensch (Dostojewski) laten zich door het totalitarisme gebruiken.

Genoeg weze het hier aan te stippen dat niet alleen de autoritaire staat doch ook de democratische staat tot totalitarisme kan overslaan.

A priori is daar niets op tegen, gezien het totalitarisme een staatsinhoud beteekent, en democratie of autoritarisme een staatsvorm.

We kunnen verder gaan en zeggen dat de democratie positief naar totalitarisme leiden moet.

Om twee redens: 1) De democratische (liberaal-democratische) opvatting van de staat aanziet de maatschappij als een som van enkelingen. De wil van deze som - van de massa, van de meerderheid - is het normeerend beginsel van het staatsleven.

De liberale democratie bezit geen enkel beginsel krachtens hetwelk zij de wil van de massa zou beperken, indien zij de staat drijft naar totalitaire uitspattingen.

2) De tweede reden is deze: de liberaal-democratische maatschappijopvatting is atomistisch en onorganisch. Tusschen het individu en de staat zijn geen natuurlijke gemeenschappen van tel, zooals familie, stand, volk, die een deel van het maatschappelijk leven kunnen dragen. Dit

[pagina 152]
[p. 152]

heeft als gevolg dat de staat alles moet verrichten zoodat hij centralistisch en totalitair worden zal. Dit is ook het verloop der geschiedenis geweest.

Een democratische staat kan evengoed als een autoritaire staat aan het totalitair misbruik toegeven.

De reden waarom het huidig totalitarisme zich bij voorkeur aansluit bij de autoritaire staatsvormen ligt echter voor de hand.

Wij hebben reeds aangestipt dat het modern totalitarisme niet meer door individualistische maar door communautaire idealen is gedragen.

Het komt er niet meer op het geluk van allen, doch op de macht van het geheel aan. Het modern totalitarisme wil derhalve het pluralisme overwinnen, en alle maatschappelijke elementen en machten integreeren in de staat. Daartoe is klaarblijkelijk een autoritaire staatsleiding het best geschikt. In deze conjunctuur gaan totalitarisme en autoritarisme hand aan hand.

In welke verhouding staat het begrip democratie tegenover het begrip autoritarisme en, in zijn scherpste vorm geformuleerd: dictatuur? Blijkbaar in een tegenstelling, want de strijd gaat toch tusschen democratie en dictatuur.

De partijgangers van autoritarisme (of dictatuur - woord dat zij verwerpen) beweren echter ook voorstaanders van democratie te zijn.

Er moet dus democratie en democratie zijn.

Wat is democratie?

Democratie, in de woordelijke zin, is: regeering van het volk door het volk.

Er is maar één democratie, die deze naam verdient, en het is de direkte democratie, waar gansch het volk zelf onmiddellijk alle beslissingen treft, en deze democratie heeft nooit bestaan, tenzij wellicht in een kleine groep menschen en voor korte duur, daar waar zij dagelijks bijeenkomen, zooals destijds in de agora te Athene. Zij komt dus niet in aanmerking. Anders waren het overal anderen die regeerden en anderen die gehoorzaamden.

Men heeft gepoogd het te doen door een fictie: de indirekte democratie. Het was een aristocratie, om in eigenlijke termen te spreken, doch een aristocratie, die aangesteld werd door het gansche volk.

De fictie was hierin gelegen, te denken dat deze aristocratie hetzelfde was als de democratie, dat de verkozenen hetzelfde waren als het volk, dat zij ‘vertegenwoordigden’, dat de volkswil een natuurlijk gegeven was, dat heilig en onveranderlijk was, dat de volkswil verder gelijk stond met de wil van de helft plus één.

[pagina 153]
[p. 153]

Wat er ook van weze, het democratisch atomisme heeft een neiging om over te slaan, niet enkel naar totalitarisme zooals wij zagen, doch ook naar autoritarisme en zelfs naar dictatuur.

Krachtens zijn beginselen zelf.

Want het democratisch atomisme richt gauw verbrokkeling en wanorde aan, door de strijd der partijen en der zelfzuchtige economische belangen, die alle pogen de staat als een prooi te bemachtigen.

Wat gebeurt dan?

De democratie, of beter de menschen, die onder dit regiem leven, bezinnen zich. Waarop bezinnen zij zich? Op hun wanorde en verval en op een beginsel van eenheid, dat hen helpen moet om deze toestand te overwinnen.

Dit beginsel is het geheel. De democratie wordt nationaal. Zij zoekt naar een man, die de eenheid herstellen kan. Een nationale beweging ontstaat onder welke naam ook. Menigmaal is de democratie aldus de aangewezen prooi van een dictator.

De dictator is niet antidemocratisch: neen, hij wordt toegejuicht door het gansche volk. Hij laat zich legitimeeren door de meest democratische democratie, die men denken kan: het plebisciet.

Er is een vorm van de democratie, die verdwijnt, of althans in de schaduw gaat staan: het is de partijendemocratie, de parlementaire democratie.

Zoo heerschten de dictators van Oud-Rome en zoo eveneens de dictators van deze tijd. Plebiscitaire democratie tegen parlementaire democratie. Zij verzaken aan de democratische fictie, die zegt: regeering door het volk. Want het volk heeft nooit en nergens geregeerd, allerminst, zeggen zij, in de partijendemocratie, waar de afstand tusschen de politiekers en het volk, dat hen heeft gekozen, even groot is als het wantrouwen.

Wij moeten er, om volledig te zijn, aan toevoegen dat de huidige autoritaire regimes (fascisme, nationaalsocialisme, communisme) zich niet uitputten in de monarchische gedachte d.i. in de aanstelling van één man als leider, doch dat zij er hun roem op stellen een nieuwe aristocratie, een volks- en staatsélite tot stand te brengen, die uit hun beweging opgroeit, en de staat in al zijn afdeelingen vernieuwen en optillen moet. Zij willen geen dictaturen, doch leidersstaten heeten.

Zij leggen er evenzeer nadruk op democratisch te zijn, doch in een andere zin dan de partijendemocratie, die zij verafschuwen.

Hun democratie is deelneming van het volk aan de opbouw van de staat en aan zijn lot, is ook verwantschap en levende vertrouwensverhouding tusschen leiding en gevolg. Zij verwerpen het absolutisme, doch zij

[pagina 154]
[p. 154]

concentreeren de spitsmacht van de staat in ééne verantwoordelijke hand, in een leider, die echter als de eerste onder gelijken geldt, en gekeurd is door zijn oude en onbetwistbare prestatie in de dienst van de staat.

Wat dus in het autoritair staatsproces plaats schijnt te grijpen, is niet de uitschakeling van het democratisch bestanddeel uit het politiek leven, doch zijn omschakeling onder een nieuwe totale gedachtensamenstelling. In de smeltkroes van een staatsomwentelend gebeuren, worden de oude vormen van monarchie, aristocratie, democratie, hersmolten tot een nieuwe formuul, die inhoud en leven blijkt te bezitten, waar de oude formuul uitgestorven scheen.

Deze omschakeling kan gebeuren op stortende wijze als een natuurfeit; dit is het geval waar de almachtige wil van een leider de eenheidsbeweging belichaamt en aan de macht drijft, het kan ook bij kleine dosis geleidelijk geschieden.

In het eerste geval krijgt de parlementaire democratie een slag, die een doodslag is. In het tweede wordt steen voor steen het oude gebouw afgebroken en omgebouwd in de richting van het levensgevoel van de tijd en van zijn noodwendigheden.

De dictatuur of zoogenaamde dictatuur van de leidersstaat is een overgang naar een nieuwe politieke wereld.

De parlementaire dictatuur - regiem van volmachten enz. - is eveneens een overgang, doch zonder buiten de gewone horizont te springen. De autoritaire, zooals de parlementaire dictatuur, gaan er beide groot op aan de wil des volks, aan de democratie te beantwoorden, en derhalve geen dictatuur te zijn!

De voorafgaande uiteenzetting moge dienen tot opheldering der begrippen. Wat de grond der zaak betreft, zooveel is zeker:

De hernieuwing in de geest en de doordringing van een gezond-organische politieke opvatting, zooals deze die zich in de klaarheid en wijsheid van de katholieke traditie heeft ontwikkeld, en al te veel werd vergeten, is de beste waarborg ervoor, dat de ontwikkeling van het staatsbestel der volkeren zich op opbouwende wijze zal voltrekken, en dat zij niet door de dwaalwegen en de puinhoopen van een blind-instinctieve demagogie zal verloopen.

Verder is het ook het opmerken waard, dat de macht van de totalitaire en autoritaire stroomingen over onze tijdgenooten, een protest aanduidt en openbaart van de geestelijke natuur van de mensch tegen de voosheid, tegen de verbrokkeling des levens en des staatslevens, en tegen het materialisme.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken