Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde Adam Ga naar margenoot* bekende) zijn wijf Eua, ende si ontfinc ende baerde Cayn, ende seyde Ga naar margenoot* Ic heb beseten eenen mensche door Godt)

2

Ende noch baerde si, Abel sinen broeder, Ende Abel wert een schaepherder, Ende Cayn een ackerman.

3

Ende tgebuerde na Ga naar margenoot* veel) dagen, dat Cayn den HEERE offer brochte, vanden vruchten der Ga naar margenoot* aerden)

4

Ende Abel brocht ooc vanden eerstgeborenen zijnder schapen, Ga naar margenoot* ende van haeren vetten, Ende die HEERE aensach tot Abel, ende tot sinen offer,

5

Maer tot Cayn ende tot sinen offer, en sach hi niet. Doen wert Cayn zeer gram, ende zijn ghelaet verstelde hem,

6

Ende [kolom]

[afbeelding]

die HEERE sprac tot Cayn, Waerom verstoordy v? ende waerom verstelt hem v aensichte?

7

Ist soo niet, Ga naar margenoot* hebdy wel ghedaen, en suldy dat niet ontfanghen? Maer hebdy qualic gedaen so sal terstont v sonde inder dueren wesen, Maer haer bewechenis sal) onder uwe macht wesen, ende ghi sult hebben heerscappie ouer haer.

8

Ende Cayn sprac tot sinen broeder Abel Ga naar margenoot* Laet ons daer buyten gaen) Ende doen si opten velde waren, stont Cayn op tegen sinen broeder Abel, ende sloech hem doot.

9

Ende die HEERE seyde tot Cayn, Waer is v broeder Abel? Ende hi antwoorde, Ick en weets niet, Ga naar margenoot+ Ben ic mijns broeders bewaerder?

10

Ende hi seyde tot hem, Wat hebdy gedaen? Die stemme van ws broeders bloet, roept tot mi vander aerden,

11

Nv daerom suldy vermaledijt zijn opter aerden, die haeren muyl open gedaen heeft, ende ws broeders bloet, van uwen handen ontfangen,

12

als ghi Ga naar margenoot* die bouwen sult, so en sal si v haer vruchten niet geuen) Onstadich ende vluchtich suldy zijn opter aerden.

13

Cayn seyde tot den HEERE, Mijn boosheyt is meerder, dan Ga naar margenoot* ic verghiffenisse verdienen mach)

14

Siet, ghi sult mi huyden verdriuen van daensicht der aerden, ende ick sal mi voor uwe aensicht verberghen, ende sal onstadich ende vluchtich zijn opter aerden, So wie mi vinden sal, sal mi dootslaen.

15

Die HEERE sprac tot hem Ga naar margenoot* Ten sal so niet zijn, Maer) so wie Cayn dootslaet, dat sal seuenfout gewroken worden, Ende die HEERE sette een teeken aen Cayn, dat niemant hem en versloege

[pagina a3r]
[p. a3r]

wie dat hem vonde,

16

Also ginc Cayn vanden aensichte des HEEREN ende woonde in tlant vluchtich, Ga naar margenoot+ aen die side Eden tegen den oosten.

17

Ende Cayn besliep zijn wijf, ende si ontfinck, ende baerde Enoch, Ende hi stichte een stat, die naemde hi na zijns zoons naem Enoch,

18

Enoch wan Prad, Prad wan Mauihael, Mauihael wan Mathusael, Mathusael wan Lamech.

19

Ga naar margenoot+Lamech nam .ij. wiuen, die een hiet Ada, die ander Sella,

20

Ende Ada wan Iabal, van hem quamen die in tenten woonden, ende vee hadden,

21

Ende zijn broeder hiet Tubal, van hem quamen die met herpen en met pipen omgingen,

22

Dese Sella wan ooc (te weten) Tubalkain, die wert een constenaer in alle meesterlike stucken van metaelwercke, ende van yser, Ende Tubalkains suster hiet Naema.

23

Ende Lamech sprac tot sinen wiuen Ada ende Sella, Hoort mijn stemme Lamechs wiuen, laet mijn reden tot uwen ooren comen, Ic heb eenen man verslagen mi tot eender wonden, ende een iongelinc tot mijnder plagen

24

Cayn sal seuenwerf ghewroken worden, maer Lamech .vij. ende .lxx. werf.

25

Ende Adam besliep noch zijn wijf, ende si baerde eenen sone dien hiet si Seth, want God heeft mi (sprac si) een ander zaet geset voor Abel, den genen die Cayn ghedoot heeft,

26

Ende Sed voede ooc eenen sone, ende hiet hem Enos, Ga naar margenoot* dese beghonste) den naem des HEEREN aen te roepen.

§ Hier wort Adams geslachte verhaelt, ende tgetal der iaren der mannen van sinen gheslachte tot Noe toe.

margenoot+
A
margenoot*
the. besliep
margenoot*
the. Ic hebbe vercregen den man des HEEREN.

margenoot*
th. somige
margenoot*
h. des velts

margenoot*
ยง Kayn heet datmen crijcht oft ouercoemt

margenoot*
the. waert ghi ghoet so waert een offer maer en zijdy niet goet, so sal de zonde liggen totter openbarige Maer laetse

margenoot*
ten is niet int hebree.

margenoot+
B

margenoot*
h. den acker bouwen sult so en sal hi v voort zijn vermueghen niet gheuen

margenoot*
h. si mi vergeuen worden mach

margenoot*
h. tsal also zijn, dat

margenoot+
Nod heet vluchtich

margenoot+
D

margenoot*
th. ter seluer tijt begontsmen

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken