Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde Abraham nam een ander wijf, die hiet Kethura,

2

die baerde hem Simram, ende Iarsan, Medan, ende Madian, Iesbak, ende Sue.

3

Iarsan wan Saba, ende Dedan.

4

Die kinderen van Dedan waren Assurim, Latusim, ende Lenmim. Die kinderen van Madian waren Epha, Epher, Enoch, Abida, ende Eldaa, Dit zijn alle die kinderen van Kethura,

5

Maer Abraham ghaf alle zijn goet Ysaac,

6

Maer die kinderen die hi van sinen byslapersen hadde, ghaf hi ghiften, ende lietse van sinen sone Ysaac trecken, alle die wijle dat hi noch leefde, teghen dat Oosten, in den Oost lant.

7

Ga naar margenoot+Ende dit is Abrahams ouderdom, die hi gheleeft heeft, hondert ende vijfentseuen-

[pagina b3v]
[p. b3v]

tich iaer,

8

ende wert cranck, ende starf inden tijdighen oudere, doen hi oudt, ende vol van daghen was, ende wert vergadert tot sinen volcke,

9

Ende zijn sonen Ysaac ende Ismael begroeuen hem inder dubbelder speluncken opten acker Ephron des soons Ga naar margenoot* Seor) des Hethiten, die daer leyt teghen Mamre,

10

inden velde dat Abraham van den kinderen Heth ghecocht hadde, Daer is Abraham met Sara zijn wijf begrauen,

11

Ende nader doot Abraham, ghebenedijde God Ysaac sinen sone, Ende hi woonde bider fonteynen des leuenden ende sienden.

12

Dit is dat gheslachte Ismaels Abrahams sone, die hem Agar baerde Sara ioncwijf van Egypten,

13

ende dat zijn die namen der kinderen Ismaels, daer af haer gheslachten ghenaemt zijn, Die eerste gheboren sone Ismaels was Nabaioth, daer na Kedar, Abdeel, Maibsam,

14

Masina, Duma, Masa,

15

Adar, Thema, Ietur, Naphis, ende Kedma,

16

Dit zijn Ismaels kinderen met haeren naemen, ende haeren houen, ende steden, twaelf lants vorsten,

17

Ende dat is Ismaels ouderdom hondert, ende .xxxvij. iaer, ende wert cranck, ende starf, ende wert vergadert tot sinen volcke,

18

Ende hi woonde van Heuila aen tot Sur, teghen Egypten, alsmen te Assyrien gaet, Ga naar margenoot* inder teghenwoordicheyt van allen sinen broeders is hi ghestoruen.)

19

Dit is Ysaacs gheslachte Abrahams sone, Ga naar margenoot+ Abraham wan Ysaac,

20

Ysaac was veertich iaren oudt, Ga naar margenoot+ doen hi nam ten wijue Rebecca die dochter Bathuels wt Syrien van Mesopotamien Labans des Syriers suster.

21

Ende Ysaac badt den HEERE voor zijn wijf, want si was onuruchtbaer, ende die HEERE verhoorde hem, ende Rebecca zijn wijf ontfinck,

22

Ende die kinderen stieten malcanderen in haeren lichame, Doen sprack si doent mi also soude gaen, wat wast oock van noode voor mi te ontfanghen? ende si ghinck henen om den HEERE te vraghene,

23

ende die HEERE sprack tot haer, Tweederhande volck is in uwen lichaeme, ende tweederhande luyden sullen hen scheyden wt uwen lichaem, ende deen volck sal dander te bouen gaen ende die grootste sal den minsten dienen.

24

Als nv den tijt quam, dat si baren soude, siet, doen waren tweelinghen in haeren lichaeme,

25

Die eerste die daer wt quam, was rootachtich, heel rou ghelijck een vel, ende si naemden hem Esau, Terstont daer na quammer voort zijn broeder, die hielt metterhant die versenen Esau, ende hieten hem Iacob. [kolom]

26

Ysaac die was tsestich iaer oudt, doen die cleyn kinderen gheboren werden,

27

Ende als die knechtkens groot werden, wert Esau een iagher, Ga naar margenoot+ ende Iacob een ackerman, Iacob was een simpel man, ende woonde in die huysen,

28

Ende Ysaac hadde Esau lief, om dat hi van sinen wiltuanck adt, maer Rebecca hadde Iacob lief.

29

Ga naar margenoot+Ende Iacob koocte een gherecht, Doen quam Esau vanden velde, ende was moede,

30

ende sprack tot Iacob, Ga naar margenoot+ Laet mi proeuen vanden rooden gherechte, want ick ben moede, Daer af heet hi Edom,

31

Maer Iacob sprack Vercoopt mi huyden v eerste gheboorte,

32

Esau antwoorde, Siet, ick moet doch huyden steruen, wat soude mi dan helpen die eerste gheboorte?

33

Iacob sprack, So sweret mi huyden, Ende hi swoert hem, ende vercocht Iacob also zijn eerste gheboorte.

34

Doen ghaf hem Iacob broot, ende dat moes gherechte, ende hi adt, ende dranck, ende stont op, ende ginck van daer, cleyn achtende dat hi zijn eerste gheboorte vercocht hadde.

§ Hoe Ysaac tot Gerar reysde ende van die godlijcke belofte ende vanden twist om die putten, ende dat verbont Ysaac met Abimelech.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot*
th. Zohar.

margenoot*
th. ende ouerviel alle zijn broeders.

margenoot+
C

margenoot+
Roma. v.b

margenoot+
simpel int heb Rham dat is oprecht ontsculdich zonder arch.

margenoot+
D

margenoot+
Edom heet rootachtich oft bruyn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken