Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Dat .xxxiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+IAcob hief zijn ooghen op, ende sach sinen broeder Esau comen met vier hondert mannen, ende deylde die knideren van Lea ende Rachel, ende van beyden ioncwiuen,

2

ende stelde die ioncwiuen met haer kinderen voor, ende Lea met haer kinderen daer na, ende Rachel

[pagina b8r]
[p. b8r]

met Ioseph ten laetsten,

3

ende hi ghinc voren henen ende nijchde seuenmael ter aerden tot dat zijn broeder hem ghenaecte.

4

Esau liep hem te gemoete, ende omhelsde hem, Ga naar margenoot+ vallende hem om den hals kuste hi hem ende weende,

5

Ende als hi zijn oogen ophief, ende sach die vrouwen met den kinderen, seyde hi Wat willen dese, ende hooren si v toe? Hi antwoorde, het zijn die kinderen die God uwen knechte verleent heeft,

6

Ende die ionckwijfs quamen daer bi met haer kinderen, ende negen voor hem,

7

Lea quam ooc daer toe met haer kinderen, ende als si ghelijck eere bewesen hadden, quam Ioseph ende Rachel daer bi, ende nijchden ten laesten.

8

Ende Esau seyde, Wat willende scharen die mi ghemoet hebben? Iacob antwoorde, dat ick ghenade vinde voor minen heere,

9

Esau sprac, Ic hebbe genoech mijn broeder, behout dat ghi hebt,

10

Iacob antwoorde Och neen, bid ic v, en wilt also nyet doen, heb ic genade vonden voor v, so neemt mijn ghifte van minen handen, Want ic sach v aensicht, als oft ic saghe Gods aensicht, Weest met mi te vreden,

11

ende ontfanct de gebenedijnge die ic v gebrocht hebbe, want God heuet mi verleent, die alle dinc verleent, Nauwe als zijn broeder hem dwanc, ontfinc hi die ghiften.

12

Esau sprac, laet ons voort trecken, ende ic sal een geselle zijn ws wechs,

13

Ga naar margenoot+Iacob antwoorde hem, Mijn heere ghi weet, dat ic teere kinderen bi mi hebbe, ooc cleyn ende groot vee, dat noch ionc is, werden si eenen dach ouerdreuen, dan soude mi alle die geheele kudde afsteruen,

14

Mijn heere gae voor sinen knechte, Ic sal allenskens volgen zijn voetstappen als ic sie, hoe dat die kinderen gaen konnen tot dat ic come tot minen heere te Seyr.

15

Esau Antwoorde, so bid ic v doch, dat bi v bliue mijn volck dat by my is, Ga naar margenoot+ dattet zijn ghesellen ws weges, Hi antwoorde, dat en is niet van noode, Een dinc behoeue ic alleene, dat ic slecht genade voor v minen heere vinde.

16

Also troc Esau dien dage wederomme sinen wech tot Seyr,

17

ende Iacob troc tot Sochoth, ende timmerde hem een huys ende maecte sinen vee wooningen, daer af heet die stede Sochot.

18

Daer na quam Iacob te Salem totter stadt Sichem die int lant Canaan leyt, na dien dat hi wt Mesopotanien comen was, ende maecte sinen leger voor die stat,

19

ende cochte een stuc lants vanden kinderen Hemor des vaders Sichem, om hondert Ga naar margenoot* lammeren)

20

daer stelde hi zijn wooninge, ende stelde daer eenen altaer, ende aneriep den naem des stercken Gods van Israel. [kolom]

§ Hoe Dina gaet om te besien die vrouwen des lants ende van Sichem Hemors sone vercracht wort, ende hoe die van Sichem worden besneden, ende inder wraken worden si verslagen, ende Iacob straftese daeromme.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot*
the. penninghen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken