Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina d1r]
[p. d1r]

[kolom]

§ Hier beghint dat boeck des wtghancs, Exodus int Latijn, dat tweede boeck Moysi.

§ Die namen der kinderen van Israel die in Egipten quamen, ende hoe si meer verdruct werden hoe si meer wiessen, ende die goedertierenheyt der vroeder vrouwen.

§ Dat eerste Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIt zijn die namen der kinderen van Israel, die met Iacob, in Egypten quamen, ende een yeghelijck quam daer in met sinen huysghesinne,

2

Ruben, Ga naar margenoot+ Simeon, Leui, Iudas,

3

Isachar, Sabulon, Beniamin,

4

Dan, Nephtalim, Gad, Aser,

5

Ende alle die Ga naar margenoot* zielen) die wt Iacobs Ga naar margenoot* dgyen) ghecomen waren, waren tseuentich, Maer Ioseph was te voren, in Egypten.

6

Ende als Ioseph gestoruen was, ende alle zijn broederen, ende alle zijn maesschap ende geslachte,

7

wiessen die kinderen van Israel, ende groeyende werden si vermenichfuldicht, ende werden zeer machtich, ende dat landt wert van hen vol.

8

Ende doen stont op een niew coninc ouer Egypten, die niet en wiste van Ioseph,

9

ende sprack tot sinen volcke, Siet, dat volck der kinderen van Israel is vele, ende machtigher dan wi,

10

coemt laet ons wijsselijck hen verdrucken, dat haerder niet soo vele, en worde, Ende waert darter oock eenen krijch teghen ons opstont, soo mochten si oock tot onsen vianden slaen, ende ons verwinnen, ende ten lande wt trecken.

11

Ende Pharao stelde ouer hen prouoosten, ende wercmeesters diese met laste benauden Ende si timmerden voor den coninc Pharao Ga naar margenoot* die steden der Tabernakulen) Phyton, ende Ga naar margenoot* Ramesses)

12

Maer hoe dat si dat volc meer verdructen, soo veel te meer werdt meerder ende vermenichfuldicht,

13

Ende die van Egypten hateden die kinderen van Israel, ende verdructense, ende bespottense, ende benijdense,,

14

ende maeten hen tleuen soer, met swaren arbeyde, Ga naar margenoot+ aen lijm ende backsteenen, met dinest opten velde, Ga naar margenoot+ ende met alderley arbey beyde, dien si hen op leyden, sonder barmherticheyt.

15

Ende die coninck van Egypten sprac tot totten vroed vrouwen der Hebreeuscher wiuen, Ga naar margenoot+ die eene hiet Sephora, ende die andere Phua,

16

Wanneer dat ghi luyden, de Hebreeuschen vrouwen helpt inden arbeyt, ende die tijt des barens naect, ist dat een sone is, so doodet hem, maer ist een dochter, soo laetse leuen.

17

Maer die vroede vrouwen vrees-

[pagina d1v]
[p. d1v]

den God, ende si en deden niet, naer dat gebot vanden coninc van Egipten, Maer si behielden die knechtkens te liue.

18

Doen ontboot die coninc van Egypten, die vroede vrouwen, ende sprac tot hen, waerom doedy dat? Ga naar margenoot+ dat ghiluiden die kinderen latet leuen?

19

Die vroede vrouwen antwoorden Pharao, Die Hebreusche vrouwen, en zijn net gelijc die vrouwen van Egypten, want si Ga naar margenoot* hebben seluer die conste, om vroede vrouwen te zijn) ende eer wi tot hen comen, hebben si ghebaert.

20

Daeromme dede God den vroede vrouwen goet, Ende dat volck wies ende wert zeer machtich,

21

Ende om dat die vroede vrouwen, God ontsagen, maecte hi hen huysen.

22

Doen geboot Pharao alle sinen volcke, ende sprac, Al de sonen die geboren worden, worpt int water, ende alle die dochteren laet leuen.

§ Hoe Pharaos dochter een kint vant, ende naemdet Moyses, ende hoe Moyses den Egyptenaer versloech, ende vloot, ende troude een huysfrouwe ende wan Gerson, ende Eliezer ende God aensiet dat verdructe volc van Israel.

margenoot+
A

margenoot+
Ge. xliiij.d

margenoot*
th. nephes ยง Ende tis int heb. den mensch na den lichameliken leuen der vijf sinnen, ghelijc Leuiti. als haer een ziele onreinicht, Item wie een ziele slaet. Item genesis. ix. En eet tvlees metten bloede niet daer de ziel in is item genesis. xij Abraham troc etcetera. ende de zielen die si geuoedt hadden, ende genesis. xxxvi Esau nam etcetera. ende al de zielen etcetera. Ende ten is hier niet tdeel dat vanden lichaem sceydet, dat heetet de scrift gemeinlijc gheeft.
margenoot*
th. lendenen

margenoot*
th. tot scathuysen
margenoot*
the. Ramses

margenoot+
Actu. vij.c
margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot*
thebre. zijn harte vrouwen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken