Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde die HEERE sprack tot Moysen, Ick sal noch een plaghe ouer Pharao ende Egypten laten comen, daer na sal hi v van hier laten gaen, Ga naar margenoot+ ende sal v dwinghen om wt te gaen,

2

Daeromme segghet nv alle den volcke, dat een yeghelijck man van sinen ghebuer, ende een yeghelijck vrouwe van haer ghebuerinnen, leene ende eys-

[pagina d6r]
[p. d6r]

sche, silueren ende gulden vaten ende cleederen

3

Want die HERE sal den volcke gracie geuen voor de oogen der Egyptinaren. Ende Moyses was een zeer groot man in Egypten lant, voor die knechten van Pharao, ende voor den volcke.

4

Ga naar margenoot+Ende Moyses sprac, Dit seyt die HERE, Ga naar margenoot+ Ic sal ter middernacht ingaen in Egypten lant,

5

ende alle deerste gheboren des lants, sal steruen, van Pharaos eerste gheboren soon aen, die op sinen stoel sidt totten eersten sone der dienstmaecht, die achter die molen is, ende alle eerstgheboren des vees,

6

ende daer sal eenen grooten roep zijn in alle Egypten, dat desgelijck niet gheweest en is, noch zijn en sal,

7

Ga naar margenoot+Maer by alle die kinderen van Israel en sal niet een hont met zijnder tongen grimmen, van aenden menschen aen tot aen dat vee, Om dat ghi weten sult, met hoe wonderlijcken teeken, dat die HERE Egypten, ende Israel scheyde,

8

Want alle dese uwe knechten sullen afcomen tot mi, ende mi te voeten vallen aenbiddende, ende segghen, Trect wt, ghi ende alle dat volck dat v onderdanich is, daer na so sullen wi wt trecken, Ende Moyses ginck van Pharao wtermaten zeer gram.

9

Ga naar margenoot+Die HEERE sprack tot Moyses, Pharao en sal v niet hooren, ☞ om datter veel wonders gheschieden soude in Egypten lant,

10

Ende Moyses ende Aaron deden alle dese teekenen die gheschreuen zijn voor Pharao, Maer die HEERE verstocte zijn herte, so dat hi die kinderen van Israel, wt sinen lande niet en liet gaen.

[afbeelding]

[kolom]

§ Hoe die kinderen van Israel dat Paeschlam eten moesten. Ende vanden ongheheefden broot te eten. Ende hoe deerste gheboren van Egypten ghedoodet werden, ende hoe die Egyptinaren berooft werden. Ende den wtganck van Egypten der kinderen van Isael.

margenoot+
A
margenoot+
Psal. c.iiij Eccl. xliiij

margenoot+
B
margenoot+
psal. lxvij. ende .cxxxiiij

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken