Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DOen sanc Moyses ende die kinderen van Israel dit liedt den HERE, ende spraken. Laet ons den HEERE singhen, want hi heuet heerlijcken ghedaen, Ros ende wagenen heeft hi omgeworpen in die zee.

2

Die HEERE is mijn stercheyt ende louesanck, ende is mijn salicheyt gheworden.

Dat is mijn Godt, ick sal hem eeren, hi is mijns vaders Godt, ick sal hem verheffen.

3

Die HEERE is die rechte crijschs man, HERE is sinen naem. Ga naar margenoot+

4

Pharaos waghenen, ende zijn macht werp hi om in die zee.

Sijn wtuercoren hooftluyden zijn versoncken in die roode zee,

5

den afgront heeftse bedect si vielen ten gronde gelijck die steenen.

6

HEE-[kolom]RE, uwe rechter handt is machtich inder cracht, Ga naar margenoot+ HEERE uwe rechter hant heeft de vianden verslagen.

7

Ende met uwe groote heerlicheyt hebdi uwe wederspannige verstooten, Want doen ghi v gramschap wtliet, verslinde sise als stoppelen.

8

Inden geest ws torens, viel dat water te samen Die vloeden voeren op eenen hoop, De afgronden plompten in malcanderen midden in die zee.

9

Die viant dachte, Ic salse veruolgen ende begripense, ende den roof wt deylen, ende minen moet aen hen coelen.

Ick sal mijn sweert wt trecken, ende mijn hant salse dooden.

10

Ga naar margenoot+Als uwen geest blies, bedectese die zee, ende si soncken onder als loot in machtige wateren

11

HEERE, Wie is ws ghelijck onder die Ga naar margenoot* stercke)? Wie is so machtich inder heylicheyt, vreeselijc, louelijc ende wonder doende.

12

Doen ghi v rechter hant wtstaect, verslontse die aerde,

13

Ghi hebt v volck in dijnre bermherticheyt gheleyt, dat ghi verlost hebt, ende hebtse met uwer stercheyt gheuoert, tot uwen heylighen huyse.

14

Als tvolck dat hoorde, werdet verstoort, anxt quam den Philistinen aen,

15

Doen verscricten die vorsten van Edom, beuinghe, quam de geweldigen Moab aen, Alle die inwoonders van Canaan werden veyghe.

16

Laet ouer hen vallen anxt ende vreese, door uwen grooten arm, dat si onberoerlijck zijn als steenen, tot dat v volck HEERE, sal doorghegaen zijn, tot dat dit volc doorgae dat welcke ghi verworuen hebt.

17

Ga naar margenoot+Brenctse in, ende plantse op dat gheberchte ws erfdeels tot een besittinge, die ghi HERE tot uwer wooninghen gemaect hebt, tot uwen tempel HERE, die uwe hant beryt heeft.

18

Die HEERE sal regneren altijt ende eewelijc,

19

Want Pharao ginc in, in die zee met peerden, wagenen ende ruyteren, ende de HERE liet die zee ouer hen vallen. Maer die kinderen van Israel gingen opt drooge midden door de zee.

20

Ende Ga naar margenoot* Maria) die prophetisse Aarons suster, nam een tamboere in haer hant ende alle die wiuen volchden haer na, met tamboeren aenden danse,

21

Ende Ga naar margenoot* Maria) sanck hen voor. Laet ons den HEERE singhen, Want hi heerlijck gehandelt heeft, man ende peert heeft hi in de zee geworpen.

22

Ga naar margenoot+Moyses liet de kinderen van Israel trecken vander rooder zee totter woestinen Sur, ende si wandelden iij. dagen inder woestinen dat si geen water en vonden,

23

Doen quamen si te Mararath, maer si en consten dat water niet gedrincken, om de bitterheyt, want twas zeer bitter, daerom heetment

[pagina d8v]
[p. d8v]

Ga naar margenoot* Mara,)

24

Doen murmureerde dat volck teghen Moysen, segghende, Wat sullen wi drincken?

25

Ende Moyses riep totten HERE, ende die HEERE wees Moysi eenen boom ende dien dede Moyses int water, siet, doen wert dat water soet. Aldaer stelde hi hen een insettinge ende een recht, ende daer proefde hise

26

seggende, Hoordy die stemme des HEEREN ws Gods, ende doedi dat recht is vore hem, ende ontfanct ghi in uwe ooren zijn ghebot, ende houdi alle zijn insettinghen, so en sal ick gheen van dien crancheden op v brenghen, die ick op Egypten ghebrocht hebbe, want ick ben die HEERE uwe ghesontmakere,

27

Ende si quamen in Elim, daer waren twaelf waterfonteynen ende tseuentich palmboomen, ende si maecten aldaer haeren leghere aent water.

[afbeelding]

§ Hoe die kinderen van Israel in die woestine Sin comen ende si murmureerden om spise, ende God laet regenen vanden hemel velthoenderen ende hemels broot, ende si vergaderden des sesten daechs dubbel mate voor den seuensten dach dat is den Sabboth.

margenoot+
A

margenoot+
psalm. c.iij

margenoot+
Esa. xij.d.

margenoot+
B

margenoot*
the. Goden

margenoot+
C

margenoot*
th. Miriam.

margenoot*
th. Miriam.

margenoot+
D

margenoot*
(Mara) heet bitter


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken