Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde die HERE sprac tot Moysen, segghende,

2

Segt den kinderen van Israel dat si mi Ga naar margenoot* brengen die eerste vruchten) ende van een yegelic diet gewillichlic geeft, suldijt nemen,

3

Ende dit Ga naar margenoot* ist dat) ghi van hen nemen sult, Gout, siluer, metael,

4

goubloeme verwe side, ende purpure, roset root, witte ghetweernde side, geyten haer,

5

roode rams vellen, hemel blaeu vellen, vueren hout,

6

olie om die lampen te doen bernen Specerie tot salue ende tot goeden ruec werc,

7

Onix steen ende edele steenen tot eenen lijfroc ende tot eenen borstlap

8

Ende si sullen mi een Ga naar margenoot* heylige plaetse) maken, ende ic sal int midden van hen woonen,

9

Nader ghelikenis van eenen beworpe des tabernakels, dat ic v thoonen sal met al die Ga naar margenoot* vaten) dier daer toe behooren, also suldi dat maken.

10

Maect een arcke van vueren houten berderen twee cubitus ende een halue sal dye lencte zijn, Ga naar margenoot+ anderhalf die breyde, ende anderhalf die hoochte,

11

Ende ghi sultse met den aldersuyuersten goude vergulden binnen ende buyten, ende maect daer bouen al om ende omme een gulden croone,

12

ende giet vier gulden ringhen, die sult ghi stellen aen haer vier hoecken, also datter twee ringhen zijn op eene side, ende twee op dander side,

13

Ende maect hantboomen van vueren houte, Ende ghi sultse met gout ouerdecken,

14

ende steectse in die ringen aen die arcke, datmense daer mede dragen mach

15

Ende si sullen in die ringen bliuen, ende daer wt niet ghedaen worden,

16

Ende ghi sult in dye arcke dat ghetuyghenis legghen, dat ic v gheuen sal,

17

Ghi sult ooc eenen genaden stoel maken vanden aldersuyuersten goude, twee cubitus ende een halue sal die lencte zijn, ende anderhalf die breede,

18

ende ghi sult twee cherubim maken van gesmeden goude, op beyde Ga naar margenoot* siden vanden plaetse des Godts antwoorde,)

19

Dat die een Cherubim si aen deen eynde, ende die ander aen dander side,

20

laetse bedecken beyde deynden van die plaetse der genaden, wt spreydende haer vloghelen, ende die Ga naar margenoot* plaetse der antwoorden) ouerdecken, ende malcanderen aensien, gekeert met den aensichten in die plaetse der ghenaden, met welcke die arcke bedect sal worden,

21

in die welcke ghi sult stellen dat ghetuygenisse, dat ic v sal gheuen,

22

Van daer sal ic v Ga naar margenoot* gebieden) ende met v spreken, te weten, vanden ghenaden stoel tusschen die twee Cherubim, Ga naar margenoot+ die opter arcken des getuygenis sullen wesen, ende ic sal den kinderen van Israel alle dingen voor v

[pagina e5r]
[p. e5r]

ghebieden.

23

Ghi sult ooc een tafel maken van vueren houte, twee cubitus lanc, ende een cubitus breet, ende anderhalf cubitus hooge,

24

ende ghi sultse vergulden met den alder suyuersten goude. Ende ghi sult rontomme maken een gulden Ga naar margenoot* lijste,

25

ende der lijsten een onder scoten gouden croone vier vingheren hooch, ende daer bouen noch een gulden croonken).

26

Ende ghi sult vier gulden ringen bereyt maken ende stellense aen die vier hoecken aen zijn vier voeten,

27

vast onder die Ga naar margenoot* croone) sullen die ringen zijn, datmen daer hantboomen in doen mach, so datmen die tafel mach draghen,

28

Ga naar margenoot+ende ghi sult die hantboomen van vueren houte maken, ende verguldense met goude datmen die tafel daer mede draghe.

29

Ghi sult ooc bereyden Ga naar margenoot* azijnuaten, flesscen wieroocuaten, ende croesenen, in die welcke die vochtighe offerhande gheoffert sullen worden, wt den alder puersten goude)

30

Ende ghi sult voor mijn aensichte altoos leggen thoon brooden.

31

Ghi sult ooc eenen candelaer vanden alder suyuersten geslagen goude maken, zijn sperboom ende scachten, nappen ende lelyen, ende ronde clooten sullen wt hem spruyten.

32

Ses scachten sullen wt spruyten van zijn siden, drie wter eender side, ende drie uter andere,

33

drie nappen inder manieren van Ga naar margenoot* noten) aen elcken scachte, ende ronde clooten ende lelien, ende Ga naar margenoot* des gelijcs. in nappen gelijc een note inden anderen scachte, ende ronde clootkens tsamen ende lelien. Dit sal wesen twerc der ses scachten die voorgebracht sullen worden wt den sperboom)

34

Maer inden seluen candelaer sullen wesen vier nappen inde maniere van eender note, ende in een yegelijc bisonder clooten ende lelien.

35

Die ronde clooten sullen wesen onder die scachten in drie plaetsen, die te samen ses worden spruytende wt eenen sperboom.

36

Ende dan sullen die clooten ende die scachten wt den seluen sperboom comen, ende al salt gesmeet wesen vanden alder puersten goude.

37

Ende ghi sult seuen Ga naar margenoot* bernende lichten) maken, ende stellense op den candelaer datse deen tegen dander lichten.

38

Ende die keers snuters, ende die vaten daerment gesnut in blusscen sal, sullen al gemaect worden vanden alder puersten goude.

39

Alle tghewichte des candelaers met alle sinen Ga naar margenoot* vaten) sal hebben een talent vanden alderfijnsten goude.

40

Siet naerstelijc toe ende maket na dat beworp dat v opten berch ghethoont is.

§ Vanden tabernacule te maken, Ende van haeren ouerdecselen, Ende den ghenaden stoel op die Arcke des ghetuygenis te stellen.

margenoot+
A

margenoot*
the. Hefoffer gheuen

margenoot*
theb. is den hefoffer dien

margenoot*
the. heylichdom.

margenoot*
th. ghereetschap.

margenoot+
B

margenoot*
th. eynden des genaden stoels

margenoot*
the. genaden stoel

margenoot*
the. betuyghen.
margenoot+
C

margenoot*
the. croone ende een lijste al omme een hantbreet hooghe ende een gulden croone om die lijste

margenoot*
thebr. lijste

margenoot+
D

margenoot*
the. scotelen lepelen, cannen van finen goude, om mede wt ende in te gieten.

margenoot*
th. amandel noten.
margenoot*
th. dat sullen zijn die ses scachten wt den candelaer

margenoot*
teh. lampen

margenoot*
the. gereetscap


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken