Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxvij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde ghi sult eenen outaer maken van vueren houte, vijf cubitus lanc ende breet, dat hi ghelijc viercant si, ende drie cubitus hooch,

2

ende hoornen sullen aen zijn vier hoecken wt hem gaende wesen, ende ghi sulten met metale ouertrecken.

3

Ende maect ooc asch potten, ende scuppen, beckenen, crauwels ende vierpannen. Alle zijn ghereetscap suldy van metale maken.

4

Ghi sult oock eenen metalen rooster maken ghelijc een metalen net, ende vier metalen ringhen aen zijn vier hoecken.

5

Ghi sulten legghen onder den heert des outaers, dat die roostere reyke totter midden vanden outaer.

6

Ende ghi sult ooc hantboomen maken totten outaer, van vueren houte die suldi ouerdecken met metalen platen,

7

ende ghi sult die hantboomen in die ringhen doen, dat die hantboomen aen beyde siden des outaers zijn, daermen hem mede dragen mach

8

Ghi en sulles niet dicht maken, maer ydele ende hol van binnen, ghelijc v opten berch ghetoont is.

9

Ga naar margenoot+Ghi sult den tabernakel ooc eenen voorhof maken, In wiens zuyden side tegen den middach sal een voorhancsel zijn van witte getweernde side. Hondert cubitus sal deen side houden in zijn lengde,

10

ende twintich pilaren, ende inden seluen ghetal metalen fundament voeten, haer hoofden metten wt ghegroeft wercke sal al silueren zijn.

11

Also sal oock teghent noorden een voorhancsel zijn, hondert ellen lanc, ende twintich calomnen op twintich metalen voeten, ende haer knoopen, met haeren verheuen werc van siluere.

12

Maer teghen den westen, sal die breede des hofs hebben een tapijtcleet vijftich cubitus lanc, ende thien calomnen op thien metalen voeten.

13

Ga naar margenoot+Tegen deen oosten, sal die breyde des hoofs hebben vijftich ellen,

14

also dat die tente opter eender siden hebbe vijfthien ellen, daer toe drie calomnen op drie voeten.

15

Ende vijfthien cubitus op die ander side, daer toe drie calomnen op drie voeten.

16

Ende in die poorte des hoofts sal ghemaeckt worden een voorhancsel van twintich ellen breet, gestict van geelder siden, scarlaken roset root, ende getweernder witter siden van verheuen baerduerwerc, daer toe vier calomnen met fundament voeten in dien ghetale.

17

Alle die calomnen des hofs al om, Ga naar margenoot+ sullen silueren verheuen werck hebben, ende silueren knooppen, ende metalen voeten.

18

Ende dye lengde des voorhoofts, sal zijn hondert cu-

[pagina e6r]
[p. e6r]

bitus, ende die breede vijftich cubitus, ende dye hoochte vijf cubitus, van getweernder witter siden, ende zijn voeten sullen metalen zijn,

19

ende alle die ghereetscap des tabernakels, tot alderley officie, ende allesine naghelen, ende die nagelen des hofs suldi van metael maken.

20

Gebiet den kinderen van Israel dat si tot v brengen die alder reynste ende puerste olye van olijf boomen gestooten met eenen stamper om te lichten, Ga naar margenoot+ datment altijt in die lampe doe

21

inden tabernakel des getuygenis, buyten dat voorhancsel dat voor den tabernakel des getuyghenis hangt.

Ende Aaron ende zijn sonen sullense bereyden van des morghens tot tsauonts voor den HERE, Dat sal v een eewighe zede zijn tot op haer nacomelinghen, onder die kinderen van Israel.

§ Van die clederen des ouersten priesters, ende zijnder sonen, ende van zijn eewige wettelicheden.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot+
Leuiti. vi.b


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken