Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxx. Capittel.

1

Ga naar margenoot+GHi sult oock eenen Rueck outaer van vueren houte maken om den rueck daer op te maken

2

een cubitus lanc ende breet, dat is viercant, ende twee cubitus hooghe, hoornen sullender wtgaen,

3

ende ghi sulten cleeden met den alder suuersten goude, sinen rooster ende zijn mueren rontomme, ende zijn hoornen

[pagina e7v]
[p. e7v]

[afbeelding]

Ende ghi sult een gouden croonken daeromme maken,

4

ende twee gulden ringen onder dat croonken aen beide siden datmen hantboomen daer inne doe, ende den outaer daer mede gedragen worde.

5

Die hantboomen suldi ooc van vueren houte maken, ende vergulden,

6

ende sult den outaer setten voor dat hancsel, dat welcke voor die arcke des getuychnis hangt ende voor Ga naar margenoot* die tafel daer God antwoort geeft) die opt getuychnis is van daer ic v Ga naar margenoot* spreken) sal.

7

Ende Aaron sal daer op ruec werc bernen, soet rueckende alst gebernt wort des morgens als hi die lampen bereyt, sal hijt ontfuncken

8

des gelijc als hi die lampe stelt omtrent den auont, sal hi eewelic ruecwerc bernen voor den HEERE in v gheslachten.

9

Ghi en sult gheen ruecwerc van ander mencsel daer op offeren, noch brantoffere, noch spijs offere noch vochtige offerhande daer op offeren.

10

Ga naar margenoot+Ende Aaron sal op zijn hoornen versoenen eenmael des iaers door dat bloet dat geoffert is voor die sonden, ende sal versoenen daer op Ga naar margenoot* in uwe geslachten) Dat sal den HEERE wesen theylich der heilighen.

11

Ende die HEERE sprac tot Moysen seggende.Ga naar margenoot+

12

Als ghi die hoofden der kinderen van Israel telt, so sal een yeghelijc den HEERE geuen die versoeninge zijnder sielen, ende hen en sal niet ouercomen eenige plaghe als si getelt sullen worden.

13

Ende een yegelijc wiens name mede int getal is, sal eenen haluen Sikel geuen, na die mate des tempels. Eenen Sikel ghelt twintich Ga naar margenoot* heffingen) Eenen hal-[kolom]uen sikel sal den HEERE geoffert worden.

14

Wie dat int getal is van twintich iaren ende daer ouer,Ga naar margenoot+ die sal desen prijs geuen.

15

Die rijcke en sal daer niet toe doen tot den haluen sikel, ende die arme en sals niet verminderen.

16

Ende dat ghelt dat ghi ontfanghen hebt vanden kinderen van Israel, suldi ouer leueren tot ghebruycke des tabernakels der getuygenis dattet si een ghedenckenisse van hen voor den Heere, ende dat hi haeren sielen ghenadich si.

17

Ende die Heere sprac tot Moysen segghende,

18

ghi sult ooc een metalen wateruat maken, met eenen metalen voete om mede te wasschen, ende sultet stellen tusschen den tabernakel des ghetuyghenisse, ende den outaer, ende als dat water daer in ghedaen is,

19

so sullen Aaron ende zijn sonen haer handen ende voeten daer in wasschen,

20

als si inden tabernakel des ghetuyghenis gaen, oft tot den altaer, dat si den HEERE offeren sullen ruecwerck,

21

op dat si niet en steruen. Ga naar margenoot+ Dat sal een eewige zede zijn hem ende sinen zade by haeren nacomelingen.

22

Ende die HEERE sprack tot Moysen

23

segghende. Neemt tot v specerie der bester wtuercoren Myrrhen, vijf hondert Sikel, ende Caneels half soo veel, dat is, vijftich ende twee hondert, ende kalmos oock vijftich ende twee hondert,

24

ende Cassia vijfhondert, na den sikel des heylichdoms, ende olye van olijfboomen een mate Hin.

25

Ende ghi sult maken olye der saluingen, een heilighe salue gemengt na dat werc des apotekers.

26

Ende ghi sult daermede saluen den tabernacule des ghetuygenis, ende die Arcke des testaments,

27

die tafel met al haer gereetscap, den candelaer met alle zijn gereetscappe, den outaer des ruecks,

28

den brantoffer outaer met alle zijnder gereetscap, ende dat hantuat met sinen voete,

29

ende ghi sult al te samen dese dingen heylich maken, ende sullen wesen die heylighe dingen der heilichdommen, wie datse raken sal, die sal geheilicht worden.

30

Aaron ende zijn sonen suldi ooc saluen.Ende ghi sultse heilich maken op dat si dat priesterscap tot mijnder eeren bedienen.

31

Ende ghi sult den kinderen Israel seggen Dese olye der saluinge sal mi een heylighe salue zijn bi uwe nacomelingen.

32

Ga naar margenoot+Geen vleesch van menschen en sal daer mede gesalft worden der manieren van dien mencsel en suldi geen maken, want het is heilich gemaect ende tsal v heilich zijn.

33

Wie dat alsulcken maect, ofte eenen vremden daer af geeft, die sal van sinen volcke wt ghedaen worden

[pagina e8r]
[p. e8r]

34

Ende die HEERE sprac tot Moysen, neemt specerie, stacten ende Ga naar margenoot* onicham) galbanum van goeden ruecke, ende dalder doorluchtichste wierrooc, des sullen si al euen zwaer van gewichte zijn.

35

Ende ghi sult maken daer af ruecwerc neerstelijc gemenct na des apotekers werck, ende suyuer, waerdich om heylich ghemaeckt te worden

36

ende als ghijt al tsamen tot dunnen puluer gestooten hebt, so suldy daer af voor dat getuygenis inden tabernakel des getuyghenis leggen, van daer dat ic v openbaren sal, Dat ruecwerc sal v dat heilichste der alder heilichste dinghen zijn.

37

Ende des gelijcken Ga naar margenoot* mencsel) en suldi voor v niet maken, want het heylich is den HEERE.

38

Wat mensche des ghelijc maken sal, om dat hi ghebruycken soude dien ruecke, die sal vergaen van sinen volcke.

§ Hoe die constenaers Bezeleel ende Ooliab geroepen werden, ende tghebot vanden sabboth, ende die steenen tafelen werden Moysi gegeuen.

margenoot+
A

margenoot*
th. genaden stoel
margenoot*
th. tuygen

margenoot+
B
margenoot*
the. bi uwe nacomelinghen

margenoot+
Nume. i.a

margenoot*
th. Gera

margenoot+
le. lxxxvij d Nume. iij g Esa. xlv.d.

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot*
the. balsem

margenoot*
theb. rueckwerck.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken