Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde die HEERE sprack tot Moysen segghende.

2

Ga naar margenoot+ Spreect tot alle die vergaderinge der kinderen van Israel, ende segt tot hen. Weest heilich, want ic ben heilich, dye HEERE uwe God.

3

Een yegelijc vreese zijn vader ende moeder, Houdt mij vierdaghen, want ic ben die HEERE uwe God,

4

ghy en sult v niet totten afgoden keeren, ende en sult v gheen gegoten goden maken, want ic ben die HEERE uwe god.

5

Als ghi den HEERE offeren sult een offer der vreedsaemer, op dat hy v genadich si,

6

Ghi sultse in dien seluen dage eten, als ghise offert, ende des anderen daechs, Maer watter ouer blijft tot opten derden daghe, salmen met viere verbernen.

7

Ist datter yemant inden derden daghe af eedt, soo is hy onheylich, ende ongoddienstich,

8

ende hi sal zijn boosheyt draghen, want hy dat heilichdom des HEEREN besmet heeft, ende diens siele sal vergaen van haeren volcke.

9

Ga naar margenoot+Als ghi v koren maijet, so en suldijt niet totter aerden toe af snijden, ooc en suldy die ouerbliuende harnen nyet alte nauwe op vergaderen,

10

noch ooc en suldi uwen wijngaert niet te nauwe lesen, noch die afgheuallen besien op lesen, maer den armen ende vreemdelinghen suldijt laten, want ic ben die HERE uwe God.

11

Ga naar margenoot+Ghi en sult niet stelen noch lieghen, Ga naar margenoot+ noch die eene en sal sinen naesten niet valscelijc bedrieghen.

12

Ghi en sult niet valschelic sweren by minen name, ende ghi en sult niet besmetten den name ws Gods, want ic ben die Heere.

13

Ghi en sult uwen naesten geen onrecht doen met valschen aenbrengen, Ga naar margenoot+ noch hem met fortse oueruallen. Ga naar margenoot+ By v en sal niet bliuen den soon dijns gehuerden knechts, totten morghenstont toe.

14

Ghi en sult den doouen niet vloecken, Noch ghi en sult voor den blinden niet setten daer hy hem aen stoote, maer ghy sult den HEERE uwen God vreesen, want ic ben die HEERE.

15

Ghi en sult gheen onrecht hanteren, noch onrechtueerdelijc oordelen, ende ghi en sult

[pagina g7r]
[p. g7r]

niet aensien des armen persoon, Ga naar margenoot+ noch eeren des groten persoons aensichte Ghi sult uwen naesten rechtueerdelic rechten.

16

Ghi en sult gheen faemroouer noch oorblaser onder uwen volcke wesen Ga naar margenoot+ Ghi en sult ooc niet staen tegen ws naesten bloet, want ic ben die HEERE.

17

Ghi en sult uwen broeder niet haten in v herte, Ga naar margenoot+ maer straffen openbaer, op dat ghy niet om sinen wille schult en hebbet.

18

En soect geen wrake, Ga naar margenoot+ noch ghi en sult niet aendachtich wesen donrecht van uwen borgheren.

Ghi sult uwen naesten liefhebben ghelijc v seluen, Ga naar margenoot+ Ic ben die HEERE.

19

Bewaert mijn wetten, Vwe beesten en suldy niet laten vergaderen, om te genereren met beesten van ander natuere, Ende v velt en bezaeyt niet met Ga naar margenoot* verscheyden) zaet, Ende gheen cleet en come aen v, dat met wolle ende lijnen ghemenghet is.

20

Alst gebuert, dat een man die bi een vrouwe slaept, ende met haer te doen heeft, dye een dienstmaecht is, Ga naar margenoot+ Ga naar margenoot* al is si ooc vryedel van gheboorte) nochtans niet verlost met prijs daer voor gegeuen, noch en is niet der vryheit toeghelaten, Si sullen beyde gheslaghen worden ende niet steruen, want si en is niet vrij gheweest,

21

Maer hi sal eenen ram offeren voor zijn schult aen die duere des tabernakels der ghetuygenis,

22

ende die priester sal in die teghenwoordicheit des HEEREN voor hem bidden, ende voor zijn sonde, Ga naar margenoot+ ende die HEERE sal hem wederom goedertierlijcken genadich zijn, ende die sonde sal hem vergheuen worden.

23

Als ghi int lant coemt, ende alderley boomen plantet, daermen af eten mach, suldy der seluer boomen eyndekens af nemen, die eerste vruchten sullen v onsuuer wesen, ende ghi en sulter niet af eten.

24

Inden vierden iare sullen alle haer vruchten heylich ende gepresen zijn den HEERE,

25

Inden vijfsten iaere suldi die vruchten eten, ende verghaderen die vruchten die si voortbrenghen. Ick ben die HEERE uwe God.

26

Ga naar margenoot+Ghi en sult tvleesch metten bloede nyet eten Ghi en sult geen wijchelie doen wt der vogelen sanc Ga naar margenoot* noch droomen bewaren.)

27

Ghi en sult uwen crans niet corten int ront noch uwen baert scheren,

28

Ouer den dooden en suldi v vleesch niet sniden, noch geen teekenen daer in keruen voor v, want ic ben dye HEERE.

29

Ghi en sult v dochtere nyet houden tot [kolom] hoerderie, dat dat lant niet besmet en worde, ende veruult met grote sonde.

30

Houdt mijn vierdaghen, ende ghi sult ontsien mijn heylighe plaetse, want ic ben dye HEERE.

31

Ghi en sult niet keeren totten waerseggers, ende en vraecht niet vanden bedieders der teekenen, dat ghi niet door hen ontreynicht en wort, Want ic ben die HERE uwe God.

32

Staet op voor een grijs hooft, ende eert den persone vanden ouders, ende vreest den HERE uwen God, want ic ben die HEERE.

33

Als een vreemdelinc bi v luyden woonen sal in uwen lande, so en suldi hem niet verwijten,

34

Hi sal by v woonen gelijc een ingeboren onder v, Ga naar margenoot+ ende sult hem lief hebben ghelijck v seluen, Ga naar margenoot+ want ghi luyden hebt ooc vreemdelingen gheweest in Egipten lant, Ic ben dye HEERE uwe God.

35

En wilt gheen onghelijck doen aenden rechte, metter ellen, met ghewichte, metter maten,

36

Rechte waghe, recht pont, rechte mudde, recht Ga naar margenoot* sester) sal by v luyden zijn Want ick ben die HEERE uwe God, die v wt Egipten lant gheleyt heeft,

37

Houdt ende doet al mijn geboden ende rechten, want ick ben die HEERE.

§ Hoe datmen die stomme sonden straffen sal, ende die totten waerseggers gaen.

margenoot+
A

margenoot+
i.Pe. i.c. Die ouders salmen eeren. vader ende moeder.

margenoot+
B

margenoot+
C
margenoot+
niet stelen. niet bedrieghen. niet sweren. Exod. xx.b Deu. v.b.

margenoot+
Eccle. x.a.
margenoot+
Nota Deu. xxiiij c Tobi. iiij.c.

margenoot+
Deu. i.c. ende xvi.d iaco. ij.a. Pro. xxiiij c

margenoot+
D

margenoot+
i.ioan. ij.b ende .iij.c. Eccl. xix.b

margenoot+
mat. xviij b Lu. xvij.a
margenoot+
math. v. ende xxij Rom. xiij.c Gala. v.c. iaco. .ij b.

margenoot*
th. gemengde.

margenoot+
Exo. xxi.b
margenoot*
th. ende anderen ontrocken is.

margenoot+
E

margenoot+
F
margenoot*
th. daghen verkiesen.

margenoot+
Exo. xxij c.
margenoot+
G

margenoot*
thebr. Hin.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken