Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxvij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+MAer die dochteren Salphaad des soons Epher, des soons Ga naar margenoot* Galaad) des soons Machir, des soons Manasse, die Iosephs sone was, die ghenaemt waren Mahala, Noa, Egla, Melcha, ende Therza,

2

Dese dochteren quamen, ende ghinghen voor Moysen staen, ende voor Eleazar den Priester, ende voor die Opperste, ende voor die gantse ghemeynte, voor die duere des tabernakels des verbonts, ende spraken,

3

Onse vader is gestoruen in die woestyne, ende hi en was niet mede in die tweedrachticheyt, die teghen den HEERE opliep onder Kore, maer hi is in zijn sonden ghestoruen, ende en heeft gheen sonen, Waerom soude ons vaders naem dan ondergaen in sinen gheslachte, al en heeft hi gheen sonen? Gheeft ons oock een erfgoet onder ons vaders maechschap.

4

Ga naar margenoot+Moyses bracht haer sake voor dat vonnisse des HEEREN,

5

ende die HERE sprack tot hem,

6

Salphaads dochteren hebben recht begheert, Ghi sult hen een erfgoet gheuen onder haers vaders maechschap,

[pagina k3r]
[p. k3r]

ende si sullen in die erffenisse voortghaen,

7

ende segt den kinderen van Israel,

8

Als yemant sterft sonder sonen, Ga naar margenoot+ so sal zijn erue sinen dochteren volghen,

9

Ende en heeft hi gheen dochteren, soo sullen sine broederen erfgenamen zijn,

10

Ende en heeft hi geen broederen, so suldijt zijns vaders broederen geuen,

11

Ende en heuet hi gheen ooms, soo suldijt sinen naesten vrienden gheuen, die hem aengaen in sinen geslachte, dat zijt aenueerden, Ende dat sal den kinderen van Israel een zede zijn, ende een eewich recht zijn, soo die HERE Moysi gheboden heeft.

12

Ende die HERE sprac tot Moysen, climt op dat geberchte Abarim, Ga naar margenoot+☞ ende besiet dat lant dat ic den kinderen van Israel gheuen sal,

13

Ende als ghijt ghesien hebt, suldi vergadert worden tot uwen volcke, ghelijc uwe broeder Aaron vergadert is,

14

Want ghi mi vertoornt hebt in die woestine Zin, in die wedersegginge der ghemeynten, noch ghi en wout mi niet heylich maken, door dat water voor hen luyden, Dat is dat water des wedersegghens tot Kades in die woestine Zin.

15

Ende Moyses antwoorde den HEERE seggende,

16

Die HEERE die Godt is ouer die geesten van alle vleesch, wilt doch voorsien eenen man ouer die gemeynte,

17

die voor hen luyden wt ende in ga, ende diese wt ende in leyde, Ga naar margenoot+ op dat dat volck des HEREN niet en si, ghelijck die schapen sonder herdere.

18

Ende die HEERE sprack tot Moysen, Neemt Iosue Nuns sone bi v, Ga naar margenoot+ die een man is daer die geest in is, ende legt uwe handen op hem,

19

ende hi sal staen voor den priester Eleazar, ende voor alle die gemeynte,

20

ende ghi sult hem geboden gheuen, daer zijt alle sien sullen Ga naar margenoot* ende een deel van uwer eeren ende) dat hem alle die gemeynte der kinderen van Israel hoore,

21

Voor desen isser wat te doen, so sal die priester Eleazar den HEERE raet vragen Ga naar margenoot*), Na des selfs mont sullen wt ende in trecken, beyde hi ende alle die kinderen van Israel met hem, ende alle die gemeynte.

22

Moyses dedet soo hem die HEERE gheboden hadde, ende nam Iosue, ende stelde hem voor den priester Eleazar, ende voor alle die gemeynte des volcs,

23

ende leyde zijn hant op hem, ende Ga naar margenoot* verhaeldet) hem, alsoo die HEERE gheboden hadde.

§ Hoe Godt Moysi beual den kinderen van Israel elcken feestdage zijn offerhande te offeren, ende vanden daechlijcschen offere.

margenoot+
A
margenoot*
th. Gilead

margenoot+
B

margenoot+
Hoe die erffenisse totten naesten erfgenamen gaet ende op die dochteren zijnder geen sonen

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot+
§ Iosue wort hyerna Moysen een leydtsman ouer Israel ghestelt.

margenoot*
th. louet hem met uwen loue.

margenoot*
th. voor de wyse des lichts voor den HEERE.

margenoot*
the. beual.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken