Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde den eersten dach der seuenster maent sal heylich ende eerwaerdich zijn bi v, Gheen dienstelick werck en suldi daer inne doen, Ga naar margenoot+ want het is des trompetten slach, ende der trompetten dach,

2

ende ghi sult brantoffer offeren den HEERE, tot eenen soeten rueck, Een calf vander cudden, eenen ram ende seuen onbesmette eeniarige lammeren,

3

Ende tot haer spijsoffer drie tiendendeel bloemen vanden mele, met olie ghemengt, opt calf, twee tiendendeel, opten ram,

4

ende op elck vanden seuen lammeren een thienden deel,

5

Ende oock eenen bock tot een offer voor [kolom] die sonde, die geoffert wort, om v te versoenen,

6

behaluen dat brantoffer vanden nieuwen maenden, met zijn spijsoffer, ende sonder dat daghelijcsche brantoffer met sinen spijsoffer ende vochtighe offer, naerder seluer rechten Ga naar margenoot* suldi offeren ruecke werck om te ontsteken tot den aldersoetsten rueck) den HEERE.

7

Ga naar margenoot+Den thiensten dach van deser seuenster maent sal oock heylich zijn ende eerlic, Ga naar margenoot+ Ende ghi sult uwe zielen verootmoedigen, ende gheen werck daer inne doen,

8

maer, ghi sult den HEERE brantoffer tot eenen soeten rueck offeren, een calf wter cudden, eenen ram, seuen onbesmette eeniarige lammeren

9

ende in haeren heyligen offeren drie thiendendeel bloemen meels met olie gemengt opt calf, twee thiendendeel opten ram,

10

ende een thiendendeel op elck vanden lammeren,

11

Ende eenen bock tot een offer voor die sonden, behaluen dat ghene datmen voor die sonden der versuymenisse pleech te offeren, in versoeninghe ende deewighe brantoffer, met sinen spijsoffer, ende huer vochtighe offerhanden.

12

Maer den vijftiensten dach vander seuenster maendt sal bi v heylich ende eerlick heeten, Ga naar margenoot+ gheen dienst werck en suldi daer inne doen ende ghi sult den HEERE seuen daghen vieren,

13

Ende ghi sult den HEERE brantoffer offeren, tot een offer des soeten ruecs den HEERE, Derthien calueren vander cudden, twee rammen .xiiij. onbesmette eeniarige lammeren,

14

met haeren spijsoffer, Drie thiendendeel bloemen meels met olie ghemenget op elcken van derthien calueren, tweethiendendeel op elcken vanden twee rammen,

15

ende een tiendendeel op elck vanden xiiij. lammeren,

16

Ende eenen bock tot eenen offer voor die sonden, sonder tdagelics brantoffer, met sinen spijsoffer ende vochtige offerhanden.

17

Opten anderen dach suldi twaelf calueren vander cudden offeren, Ga naar margenoot+ twee rammen, veertien onbesmette eeniarige lammeren,

18

met haeren spijsoffer ende vochtige offer, op die calueren, op die rammen ende op die lammeren, in haeren getale naer den rechte,

19

Ende eenen bock tot een offer voor die sonden, sonder dat daglics brantoffer, met sinen spijsoffer ende vochtighe offerhanden.

20

Ten derden dage suldi offeren elf calueren, twee rammen, veerthien onbesmette eeniarige lammeren

21

met haeren spijsofferen ende vochtighe offer die calueren, rammen ende lammeren na haeren getale ende recht,

22

Ende

[pagina k4r]
[p. k4r]

eenen bock voor die sonde, sonder Ga naar margenoot* den eewighen) brantoffer, met sinen spijsoffer, ende vochtighe offerhanden.

23

Ten vierden dagen suldy offeren tien calueren, twee rammen .xiiij. onbesmette eeniarige lammeren

24

met haeren spijsofferen ende vochtige offer op die calueren, rammen, lammeren in haeren getale ende rechte,

25

Ende eenen boc tot een offer voor die sonden, sonder dat dagelics brantoffer, met sinen spijsoffere ende vochtige offeren.

26

Ten vijfsten dage suldy offeren negen calueren vander cudden, twee rammen xiiij. onbesmette eeniarighe lammeren

27

met haeren spijsofferen ende vochtige offeren, op die calueren, rammen, ende lammeren, in haeren getale ende rechte,

28

Ende eenen bock tot een offer voor die sonden, sonder dat dagelics brantoffer ende zijn spijsoffer offert met sinen vochtigen offer.

29

Ga naar margenoot+Ten sesten dage suldy offeren acht calueren, twee rammen, veertien onbesmette eeniarige lammeren,

30

met haeren spijsofferen ende vochtige offeren op die calueren, rammen ende lammeren, in haeren getale naer den rechte, suldijt feesteliken doen,

31

Ende eenen bock tot eenen offer voor die sonde, sonder dat daghelijcs brantoffer, met sinen spijsofferen ende vochtigen offer.

32

Ten seuensten dage suldy offeren seuen calueren, twee rammen .xiiij. onbesmette eeniarige lammeren,

33

met haeren spijsofferen, ende vochtige offeren op die calueren, rammen ende lammeren, in haeren getale naer den rechte suldijt feesteliken doen,

34

Ende eenen boc tot eenen offer voor die sonden, sonder dat daghelics brantoffer, met sinen spijsofferen ende vochtigen offerhanden.

35

Ten achtsten dage Ga naar margenoot* die den alder feestelijcsten is,) Ghi en sult dan gheen werc doen,

36

maer ghi sult brantoffer offeren tot eenen offer des soeten ruecs den HEERE Een calf, Ga naar margenoot+ eenen ram, seuen onbsmette eeniarige lammeren,

37

ende ghi sult die spijsofferen ende vochtige offerhanden vierlijck houden ouer yegelic bisonder, ouer die calueren, rammen ende die lammeren, in haeren getale ende rechte

38

ende eenen boc voor die sonde, sonder dat dagelics brantoffer, met zijn spijsoffer, ende vochtighe offerhanden.

39

Dese dinghen suldy offeren den HERE, op uwe feesten, dat wtgenomen, dat ghi gelouet ende vrywillich geeft tot brantofferen, spijsoffere ende vochtige offerhanden, ende offer der vreedtsamer.

§ Hoe verre dat een man hem mochte verbinden met geloften, ende hoe verre dat haer een vrouwe mocht verbinden met beloften, naer Gods gebot.

margenoot+
A
margenoot+
Die offerhande opten dach der trompetten

margenoot*
th. tot eenen soeten ruec

margenoot+
B
margenoot+
Die offerhande opten versoeningen dach

margenoot+
Die offerhande opdie feeste der loouer hutten.

margenoot+
C

margenoot*
the. dat dagelijcsche

margenoot+
D

margenoot*
theb. suldy vergaderen ende te samen brengen.

margenoot+
ยง Op desen dach ist datmen vore de armen te hoop te brenghen plach, een ghemeyn goet, van al dat god ghaf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken