Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Dat .xxxvi. Ca.

1

Ga naar margenoot+ENde die ouerste Princen der huysghesinnen vanden gheslachte der kinderen Ga naar margenoot* Galaad) Machiers sone, die Manasses sone was, vanden gheslachte der kinderen Ioseph, die quamen ende spraken voor Moysen ende voor die hooftluyden vanden ouersten vaderen der kinderen van Israel, ende spraken,

2

Die HERE heeft v die onse heere zijt, gheboden, dat ghi dat lant tot een erfdeel deylen sult metten lote den kinderen van Israel. Ga naar margenoot* Ende dat ghi) den dochteren ons broeders Salphaad sout geuen haer erfdeel dat die vader schuldich is te heffen,

3

ist datse dan yemant wt een ander geslachte van Israel tot wijuen neemt so sal ons vaders erfdeel minder worden, Ga naar margenoot+ want al dat si hebben, sal totten erfdeel van dien gheslachte comen, daer si toe ghecomen zijn, Ende aldus wort onse erfdeel ghemindert.

[pagina k7v]
[p. k7v]

4

Als dan nv dat gulden iaer, Ga naar margenoot* dat is dat vijftichste, der verlossinghe coemt, so sullen worden verstroeyt die deelinghe des lots, ende die besittinghe der erffenisse vanden eenen gheslachte salt totten anderen gheslachte comen.)

5

Moyses antwoorde den kinderen van Israel, ende sprack door Gods beuel, Dat gheslachte van Iosephs kinderen heeft recht ghesproken,

6

Dit is die wet die die HEERE ghebiedt ouer Selphaads dochteren, ende spreect, Ga naar margenoot+ Laetse ten houwelijck nemen, soot hen belieft, alleen laetse houwen onder die gheslachten van haerder vaderen gheslachten,

7

op dat die erfdeelen der kinderen van Israel niet ghemengt en worden vanden eenen gheslachte op dandere. Want een yeghelijck man vanden kinderen van Israel sal Ga naar margenoot* trouwen een huysvrouwe van sinen gheslachte ende maechschap,)

8

ende alle die dochteren die welcke erfdeelen besitten onder die gheslachten vanden kinderen van Israel, sullen te houwelijck nemen eenen van haerder vaderen gheslachte, Ga naar margenoot* op dat die erffenisse blijue in dat maechschap der huysghesinnen,)

9

ende dat die gheslachten niet ghemenghet en worden, Ga naar margenoot* Maer so sullen si blijuen,

10

also si vanden HEERE onderscheyden zijn.)

Doen deden die dochteren Salphaad, Ga naar margenoot* so hen beuolen was)

11

ende Maala, ende Therza, ende Egla, ende Melcha, ende Noa namen te houwelijck haers vaders broeders sonen,

12

vanden gheslachte der kinderen Manasse Iosephs sone, Also bleef haer erfdeel aen dat gheslachte ende huysghesinne haers vaders.

13

Dit zijn die gheboden ende rechten, die die HERE door Moyses hant gheboot den kinderen van Israel, op der Moabiten velt, aen die Iordane teghen Iericho.

§ Hier eyndet dat boeck Numerus, dat boeck des ghetaels der kinderen van Israel, dat vierde boeck Moysi.

margenoot+
A
margenoot*
th. Gilead

margenoot*
th. Ende ghi mijn heere hebt geboden door den Heere datmen

margenoot+
B

margenoot*
th. der kinderen van Israel coemt so sal haer erfdeel totten erfdeel des geslachtes comen daer si zijn also sal onse vaders erfdeel minderen, al wat si hebben.

margenoot+
C

margenoot*
th. aenhangen aen de erffenisse des geslachtes zijns vaders.

margenoot*
the. op dat een yeghelijck onder die kinderen van Israel zijns vaders erfdeel behoude.

margenoot*
Maer een yeghelijc hange aen zijn erfdeel onder die geslachten der kinderen van Israel.

margenoot*
the. Gelijc die Heere Moysi geboden hadde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken