Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxiij. Capittel

1

Ga naar margenoot+GHeen ghelubde noch ghescuerde en sal in die gemeynte des HEREN coemen

2

Ende daer en sal oeck gheen hoeren kindt in die ghemeynte des HEREN coemen, noch na dat thiende lidt Ga naar margenoot*)

3

Die Ammoniten ende Moabiten en sullen niet coemen in die ghemeynte des HEREN, ooc noch na dat tiende lidt, maer si en sullen nymmermeer daer inne comen,

4

om dat si v nyet tegen en quamen met broode, ende met water inden weghe, doen ghi wt Egipten troct, ende oock wouden si Balaam Beors sone hueren teghen v, den bediedere van Mesopotanien, dat hy v vermalendijen soude.

[pagina m2v]
[p. m2v]

5

Maer die HEERE uwe God en woude Balaam niet verhooren, ende hi veranderde v die vermaledijnge in gebenedijnge. Om dat die HERE uwe God v lief hadde,

6

Ghy en sult ghenen vrede met hen maken, noch ghi en sult hen luyden geen goet soecken alle v leuen lanc eewelijc.

7

Ga naar margenoot+Den Edumijt en suldi niet veronweerden Hi is uwe broeder, Den Egiptenaer en suldi oock niet veronwaerden, want ghy hebt in haerder lant een vreemdelinc geweest.

8

Die kinderen die si int derde lidt winnen, die sullen in die ghemeynte des HEEREN comen.

9

Als ghi wt den leghere gaet tegen uwe vianden, so wacht v voor allen quade.

10

Als yemant onder v is die niet suyuer en is, dat hem des nachts yet gheschiet is, dat hi is inden droome besmet, dye sal buyten den leger gaen

11

ende niet weder in comen, tot dat hi hem met watere voor den auont bade, ende als die sonne onder gegaen is, so sal hi weder inden legher comen.

12

Ende ghi sult buyten den leger een plaetse hebben, daer toe dat ghi nootlijck ghaen moet totten last der natueren,

13

ende ghi sult eenen steel aen v Ga naar margenoot* gordel dragen) Ende als ghi daer buyten sitten wilt, so suldi daer mede grauen.

14

Ga naar margenoot+Ende als ghi gheseten hebt, so suldi toe decken, dat van v ghegaen is, metter aerden. Want die HEERE uwe God wandelt onder uwen legher om dat hi v verlossen soude, ende uwe vianden voor v gheuen, Daeromme sal uwen leger heylich zijn, datter gheen schande onder v ghesien en worde ende dat hi hem van v niet en keere, ende v verlate.

15

Ghi en sult den knecht sinen HERE niet leueren, die welcke van hem tot v gheuloden is.

16

Hi sal by v bliuen woonen in die plaetse die hi vercoren heeft, binnen uwe poorten, hy sal daer rusten, ende ghi en sult hem niet bedroeuen.

17

Vanden dochteren van Israel en sal geen hoere zijn, Noch vanden sonen van Israel geen hoeriagher.

18

Ghi en sult geens hoeren loon noch Ga naar margenoot* vercochts vleesch) ghelt in ws Gods ws HEEREN huys offeren van eeniger geloften want het is alle beyde een onweerdicheit voor God uwen HEERE.

19

Ghi en sult aen uwen broeder niet woekeren, noch met gelt, noch Ga naar margenoot* coren) noch eenigerhande dingen.

20

Ga naar margenoot+Maer den vremden, Maer uwen broeder suldy leenen dat hy behoeft, Ga naar margenoot+ sonder woecker, op dat v die HEERE uwe [kolom] God v gebenedie in alle dat ghi in uwen handen neemt, in dat lant daer ghi incomen sult om dat te besitten.

21

Als ghi den HERE uwen Gode een gelofte doet, so en suldijt niet vertrecken te voldoen want die HEERE uwe God salt van v vereysschen, ende ist dat ghijt wtset te volbrengen tsal v tot een sonde geacht worden.

22

Ende en wildijt niet gelouen, so en ist v geen zonde,

23

Maer wat wt uwen lippen gegaen is, dat suldi houden, ende daer na doen, soo ghi den HERE uwen God vriwillich geloeft hebt, dat welcke ghi met uwen monde gesproken hebt.

24

Als ghi in ws naesten wijngaert gaet, so moechdi vanden druyuen eten, so dat v belieft tot dat ghi veruult zijt, maer ghi en sult daer en bouen niet mede draghen.

25

Als ghi in ws naesten zaet gaet, so moechdi metter hant afbreken, maer metter sickelen niet daer inne maeyen.

§ Hoe den scheytbrief te scriuen toe gelaten wert, Ende dat voordeel dat die nieugehielicte hadden.

margenoot+
A

margenoot*
the. Maer si en sullen slechts daer nyet in comen.

margenoot+
B

margenoot*
the. scuppe hebben

margenoot+
C

margenoot*
th. honts

margenoot*
thebr. spijse

margenoot+
D
margenoot+
Eccle. v.a. Baru. vi.d.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken