Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxiiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde Iosue verghaderde alle dye gheslachten van Israhel tot Sichem, ende riep dye ouders van Israhel, dye hoofden, die rechteren, ende officiers, ende doen si voor Gode ghecomen waren,

2

soo sprac hi tot alle den volcke, Aldus seyt die HERE die God van Israhel, Vwe vaderen woonden voortijts vanden beghinne ouer gheen side des waters, Ga naar margenoot+ Tare Abrahams ende Nahors vader, ende dienden anderen goden,

3

Doen nam ick uwen vader Abraham ouer ghene side des waters, Ga naar margenoot+ ende dede hem wandelen in alle den lande Canaan, ende vermenichfuldichde hem zijn zaet,

4

ende ghaf hem Isaac, ende Isaac ghaf ick Iacob ende Esau, ende ghaf Esau dat gheberchte Seyr te besitten, Maer Iacob, ende sine kinderen trocken neder in Egypten.

5

Ga naar margenoot+Doen sant ick Moysen ende Aaron, ende plaechde Egypten, gelijck ic onder hen ooc ghedaen hebbe,

6

Daer nae leyde icker v wt, ende uwe vaders wt Egypten, ende doen ghi aen dye zee quaemt, ende dye Egyptinaers uwen vaderen veruolchden met waghenen, ende ruyteren aen dye Roode zee,

7

riepen si totten HEERE, Ga naar margenoot+ dye sette een duysternisse tusschen v ende den Egyptinaren, ende leyde die zee ouer hen, ende bedectese, Ende uwe ooghen hebben ghesien wat ick in Egypten ghedaen hebbe, ende ghy hebt eenen langen tijt inder woestinen ghewoont,

8

ende ick hebbe v gebracht in dat lant der Amoriten, die ouer ghene side der Iordanen woonden, ende doen si teghen v vochten, ghaf icse in uwen handen, dat ghi haer lant besitten sout, ende vernieldese voor v.

9

Ga naar margenoot+Doen maecte hem Balach op die die sone Zephor, der Moabiten Coninck, ende strijdede teghen Israhel, Ga naar margenoot+ ende hy sandt, ende dede

[pagina o4v]
[p. o4v]

Balaam den sone Beor roepen, Ga naar margenoot+ dat hi v vermaledien soude,

10

Maer ic en wilde hem niet hooren, ende hi ghebenedide v, ende ick verloste v wt sinen handen,

11

Ende doen ghy ouer die Iordane ginct, ende tot Iericho quaemt, soo streden teghen v die borgheren van Iericho, dye Amoriten, Pheresiten, Cananiten, Hethithen, Girgesiten, Heuiten ende Iebusiten, Maer ick gafse in uwen handen,

12

ende sandt Horsselen voor v henen, dye dreuense wt, voor v, dye twee coninghen der Amoriten, Niet door uwe swaert, noch door uwen boghe,

13

ende ick hebbe v een landt ghegheuen, daer ghy nyet aen ghearbeyt en hebt, ende steden die ghi niet getimmert en hebt, dat ghy daer inne sout woonen, ende wijnberghen ende olijfberghen, die ghi niet geplanten hebt.

14

Ga naar margenoot+Aldus vreeset dan den HEERE, ende dient hem gheheelijck ende oprechtelijck, Ga naar margenoot+ ende laet dye goden varen, den welcken uwe vaders ghedient hebben, Ga naar margenoot* in Mesopotanien) ende in Egypten, ende dient den HERE,

15

Maer en belieuet v niet dat ghi den HERE dient, ende duncket v quaet te zijn, soo verkiest v huyden wyen dat ghy dyenen wilt, den goden, den welcken uwe vaders ghedient hebben Ga naar margenoot* in Mesopotanien,) ofte den goden der Amoriten, in der welcker landt ghy woont, Maer ick ende mijn huys sullen den HEERE dienen.

16

Doen antwoorde dat volck, ende sprack, dat si verre van ons, dat wy den HEERE souden verlaten, ende anderen goden dienen,

17

Want die HERE onse Godt heeft ons, ende onse vaders wten lande van Egypten gheleyt, wt den dienst huyse, ende heeft voor onsen ooghen sulcke groote teekenen gedaen, ende ons bewaert op alle den weghe, dien wi ghereyst zijn, ende onder allen volcken, door die welcke wi gegaen zijn,

18

ende heeft wt gestooten voor ons alle die volcken, dye Amoriten, die inden lande woonden, daer omme willen wi ooc den HERE dienen, want hi is onse Godt.

19

Ga naar margenoot+Iosue sprack totten volcke, Ghy en condt den HEERE niet ghedienen, want hi is een heylich Godt, een starcke, ende zeloers, dye v niet en vergheeft uwe ouertredinghe, ende sonden,

20

Maer als ghi den HEERE verlaetende vremden goden dienet, soo sal hy hem om keeren, ende v qualijck doen, ende v te niete doen, na dien dat hi v goet gedaen heeft,

21

Dat volck sprack tot Iosue, Also niet soo ghy segt en salt wesen, maer wy willen den HERE dienen. [kolom]

22

Ga naar margenoot+Doen sprack Iosue totten volcke, Ghy zijt ghetuyghen ouer v, dat ghy v den HERE vercoren hebt, dat ghi hem dienen sout, Ende si antwoorden, Ia wi zijn getuyghen,

23

Soo doet dan van v die vremde goden, dye onder v zijn, ende neyghet uwe herten totten HEERE, den Godt van Israhel,

24

Ende dat volck sprack tot Iosue, Wy sullen den HERE onsen Godt dienen, ende Ga naar margenoot* sinen geboden) ghehoorsaem zijn,

25

Alsoo maecte Iosue opten seluen dach een verbont metten volcke, ende leyde hen insettinghen ende rechten voor tot Sichem.

26

Ende Iosue screef dese hanteringhe int wet boeck Godts, ende nam eenen grooten steen, ende rechte dyen op aldaer, onder een eycke, die in dye heylighe plaetse des HEEREN was,

27

ende sprac tot alle den volck, Siet desen steen sal ghetuyge ouer v zijn, Ga naar margenoot* want ghi hebt gehoort) alle die redenen des HEREN, die hy met v ghesproken heeft, ende sal een getuyghe ouer v zijn, dat ghy uwen Godt niet en wilt messchien met lueghenen versaken,

28

Alsoo liet Iosue tvolck eenen yeghelijcken tot sinen erfdeele ghaen.

29

Ga naar margenoot+Ende het gheuiel na dese gheschiedenisse dat Iosue die sone Nun die knecht des HEREN sterf, doen hi hondert ende thien iaren oudt was,

30

ende men begroef hem inden palen zijns erfdeels tot Thamnatha Sera, dat welck leydt opten berch Ephraim van noorden waert aenden berge Gaas,

31

Ende die kinderen van Israel dienden den HERE, also lange als Iosue leefde, ende die ouders die langhen tijt leefden nae Iosue, dye alle dye wercken des HEREN wisten, die hy aen Israel ghedaen hadde.

32

Ende die ghebeenten Ioseph, die welcke die kinderen van Israel hadden wt Egypten gebracht, begrouen si in Sichem, inden stucke velts, dat Iacob cocht vanden kinderen Hemor, des vaders Sichem, om hondert Ga naar margenoot* lammeren,) ende wert den kinderen Iosephs erfdeel.

33

Eleazar die sone Aaron sterf oock, ende si begroeuen hem tot Gabaath Phinees, zijns zoons, die hem ghegheuen was op dat gheberchte Ephraim.

§ Hier eyndt dat boeck Iosue.

margenoot+
A

margenoot+
Gene. xi.a

margenoot+
Gene. xxi. Genesis. xxv. Exo. iiij.

margenoot+
B

margenoot+
Exo. xiiij b

margenoot+
C
margenoot+
Num. xxij.
margenoot+
Nu. xij.b.

margenoot+
D
margenoot+
i.Re. vij.a.
margenoot*
th. ouer gene side des waters

margenoot*
th. ouer gene side des waters.

margenoot+
E

margenoot+
F

margenoot*
the. zijnder stemmen

margenoot*
the. dat hy heeft ghehoort

margenoot+
G

margenoot*
th. penninghen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken