Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .viij. Captitel.

1

MAer het is geschiet, doen Samuel out wert, so sette hi zijn sonen tot rechters, ouer Israel.

2

Ga naar margenoot+Sijn eerste gheboren sone hiet Ioel, ende die ander Abia, ende waren rechters, tot Ga naar margenoot* Bersabee)

3

Maer zijn sonen en wandelden niet in zijn wegen, maer neychden hem tot giericheit ende namen giften, ende verkeerden dat recht.

4

Doen vergaderden hen alle die ouders van Israel, ende quamen tot Ramath tot samuel

5

ende seyden tot hem. Siet ghi zijt out geworden, ende uwe sonen en wandelen nyet in uwe wegen. Dus set nv eenen coninc ouer ons dye ons rechte Ga naar margenoot* so alle nacien van volcke hebben)

6

Dese reden mishaechde voor Samuels oogen, om dat si seyden, Ga naar margenoot+ Geeft ons eenen Coninc die ons rechte. Ende Samuel badt totten HEERE.

7

Die HERE sprac tot Samuel Hoort die stemme des volcs in alle dien dat si v geseyt hebben, Want si en hebben v niet verworpen, maer mi, dat ic ouer hen niet regneren en soude.

8

Si doen v also si altoos ghedaen hebben van dien dage aen doen icse wt Egipten leyde, tot desen dach toe, ende hebben mi verlaten ende anderen goden gedient. Aldus verhoort nv haer stemme.

9

Nochtans betuyget hen ende vercondicht hen dat recht des conincs, die ouer hen regneren sal.

10

Ga naar margenoot+Ende Samuel seyde alle die woorden des HEEREN den volcke, dat van hem eenen Coninc eysschte,

11

ende sprac Dat sal des conincx recht zijn, die ouer v gebot hebben zal. Vwe sonen sal hi nemen ende settense op sinen wagens, ende salse maken ruyteren te paerde ende voorloopers van sinen wagen,

12

ende salder af ordineren hooftluyden ouer duysenden, ende hooftmannen ouer honderden, ende ackerluyden die hem sinen acker bouwen, ende tot mayers in sinen oogst, ende dat si zijn harnas, ende al wat tot sinen wagen hoort maken.

13

Vwe dochteren sal hi nemen dat si Apotekerssen, cokersen ende backerssen zijn.

14

Vwe beste ackers ende wijnbergen, ende olijfgarden sal hi nemen ende sinen knechten gheuen,

15

daer toe van uwen zaet ende wijnberghen sal hi thiende nemen ende sinen camerlinghen ende knechten geuen.

16

Ende uwe knechten ende maerten, ende [kolom] uwe fijnste iongelinghen, ende uwe ezelen sal hi nemen, ende zijn werc daer mede doen.

17

Van uwen cudden sal hi die thiende nemen, ende ghi sult zijn knechten zijn.

18

Ende als ghi dan in dien dach sult roepen vant aensichte van uwen Coninc, dien ghi v vercoren hebt, soo en sal v die HERE niet verhooren in dien dach Ga naar margenoot* om dat ghi eenen Coninc begeert hebt)

19

Ga naar margenoot+Maer dat volc en wilde niet hooren de stemme van Samuel, ende spraken. Gheensins, maer daer sal een Coninck ouer ons zijn,

20

wy sullen ooc zijn als alle ander heydenen, ende onse Coninc sal ons oordeelen ende voor ons wt trecken, als wi onse oorloge voeren.

21

Doen hoorde Samuel al dattet volc seyde, ende seyde dat voor die ooren des HEREN,

22

Die HERE sprac tot Samuel, hoort haer stemme, ende stelt hen eenen Coninc ouer hen. Ende samuel sprac totten mannen van Israel. Gaet henen elc in zijn stadt.

§ Hoe Saul zijns vaders ezelinen ginc soecken, ende hoe hy tot Samuel quam, ende van die rechte scoudere, diemen Samuel in die maeltijt ghaf

margenoot+
A
margenoot*
th. bersaba

margenoot*
th. gelijc alle heydenen

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot*
Ten is nyet int he.

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken