Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xix. Capirtel.

1

Ga naar margenoot+SAul sprac tot sinen sone Ionathan, ende met alle sine knechten, dat si Dauiden [kolom] souden dooden, Maer Ionathan sauls sone hadde grote liefde tot dauid,

2

ende vercondichde hem dat, ende seyde. Mijn vader Saul leyt daer op toe, dat hi v dooden soude. Daerom so wacht v smorgens ende blijft verborgen ende bercht v,

3

Maer ic sal wt gaen ende neffens minen vader staen op den velde daer ghi zijt ende van v met minen vader spreken, ende wat ic sie, sal ic v te kennen gheuen.

4

Ende Ionathan sprac dat beste van dauid met sinen vader saul, ende sprac tot hem. Die coninc en besondige hem niet aen sinen knecht dauid want hi en heeft geen sonde tegen v ghedaen, ende zijn doen is v seer orboorlic,

5

ende hy heeft zijn leuen in zijn hant geset, ende sloech den Philistijn ende die HERE dede een grote salicheyt den gheheelen Israel, dat hebdi gesien, ende v daer af verblijt, wildi v dan aen dat onsculdich bloet besondigen, dat ghi dauid sonder oorsake wilt dooden?

6

Doen hoorde saul die stemme Ionathan ende zwoer, so warachtelic als de HERE leeft, hi en sal niet steruen.

7

Doen riep Ionathan Dauiden ende seyde hem alle dese woorden, ende bracht hem tot Saul, dat hi voor hem was als te voren.

8

Ga naar margenoot+Daer stont weder eenen strijt op, ende dauid troc wt ende streedt tegen die Philistinen ende sloech eenen grooten slach, also dat si voor hem vluchten.

9

Maer die boose gheest des HEREN quam ouer saul, ende hi sadt in sinen huyse, ende hadde een spiese in zijn hant. Dauid speelde opter snaerspel metter hant.

10

Ende Saul leyde toe om dauiden metter spiesen aen den want te speten, maer hy weke van Saul, ende die spiese voer in dye wandt. Dauid vluchte ende ontquam dyen seluen nacht.

11

Ga naar margenoot+Saul sandt boden tot dauids huys, dat si hem souden bewaren ende smorgens dooden Doen vercondichde dit dauid Michal zijn wijf ende sprac. Ist dat ghi desen nacht v siele niet en verlost, so moet ghi morgen steruen,

12

doen liet hem Michal door die veynster neder dat hi wech ginc, ontuluchte ende ontquam.

13

Ende Michal nam een beelt, ende leyde dat int bedde, ende leyde een geyten vel aen sinen hoofde, ende bedectet met cleederen.

14

Doen sandt Saul boden dat si dauiden souden halen, Maer si seyde. Hi is siec.

15

Saul sandt boden om dauid te besien, ende sprac. Brengt hem tot mi metten bedde dat hi gedoot worde.

16

Ga naar margenoot+Doen nv die boden quamen doen wert geuonden dat beelt int bedde, ende een geyten vel aen sijn hooft.

17

Doen sprac Saul tot Michal waerom hebdi mi bedroeghen ende minen viandt laten

[pagina r4r]
[p. r4r]

gaen, dat hi ontcomenn soude? Michal sprac tot Saul, Hi seyde tot mi, Laet mi ghaen, oft ick doode v,

18

Maer Dauid ontuluchte, ende ontquam, ende quam tot Samuel tot Ramatha, ende gaf hem te kennen al wat hem Saul ghedaen hadde, Ende hi ghinc wech met Samuel, ende bleuen si tot Naioth.

19

Ende het wert Saul te kennen gegeuen, Siet, Dauid is tot Naioth in Ramatha,

20

doen seynde Saul boden, dat si Dauid souden halen, ende si sagen twee choren propheten propheteren, ende Samuel was haer op siender, Doen quam dye gheest Godts op Sauls boden, dat si oock propheteerden,

21

Doen dat Saul wert ghebootschapt, so sant hi andere boden, die propheteerden ooc, Doen sant hi die derde boden, die propheteerden oock.

22

Doen ghinck hi selfs tot Ramatha, ende doen hi totten grooten put quam, die tot Ga naar margenoot* Socot) is, vraechde hi ende sprac Waer is Samuel, ende Dauid? Doen wert hen geseyt, Siet tot Naioth in Ramath,

23

Ende hi ginc daer henen tot Naioth in Ramatha, Ende die geest Gods quam ooc op hem, ende ghinc, ende propheteerde, tot dat hi quam tot Naioth in Ramatha,

24

Ende hi troc ooc zijn cleederen wt, ende hi propheteerde ooc voor Samuel, ende hi Ga naar margenoot* sanc) bloot den geheelen dach ende geheelen nacht, Daer wt seytmen, Is Saul oock onder die propheten?

§ Hoe die vrientschap tusschen Dauid ende Ionathas vernieut wert, ende hoe Ionathas dauid voor Saul ontsculdichde.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot*
the. Secu

margenoot*
the. viel neder

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken