Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .ix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde tis gesciet doen Salomon hadde voltimmert thuys des HEREN, ende des Conincs huys, ende al wat hi begeerde ende lust had te maken,

2

dat hem die HERE openbaerde anderwerf, so hy hem geopenbaert had te Gabaon.

3

Ende die HERE sprac tot hem. Ic heb v gebet ende verbedinge gehoort, dat ghy voor mi gebeden hebt, ende heb dit huys geheylicht dat ghi getimmert hebt, op dat ic minen naem eewelijc daer soude setten, ende mijn oogen, ende mijn herte sullen altoos daer zijn,

4

ende ist dat ghi voor mi wandelt, so v vader Dauid ghewandelt heeft, in eenuuldicheit des herten, ende oprechtelijc, dat ghi doet al dat ic v geboden hebbe, ende mijn zeden, ende mine rechten houdt

5

so sal ic v beuestigen den stoel ws Conincrijcx ouer Israel ewelijc, so ick uwen vader Dauid gesproken heb, ende geseyt. Daer en sal niet een man genomen worden van uwen gheslachte vanden conincliken stoel van Israel.

6

Maer ist dat ghi v van my af keert, ghy ende uwe kinderen, ende niet en hout mine geboden, Ga naar margenoot+ ende zeden, die ick v voor geleyt hebbe, ende henen gaet, ende anderen goden dient, ende die aenbedet,

7

so sal ic Israel wechnemen vanden lande dat ic hem gegeuen heb, ende Ga naar margenoot* den tempel dien) ic minen name geheylicht heb, sal ic verworpen van minen aensichte. Ende Israel sal een gemeyn woort ende een fabel zijn onder alle volc

8

ende dat huys sal Ga naar margenoot* in een exempel) worden, dat alle die daer voorbi gaen sullen, die sullen hen verwonderen, Ga naar margenoot+ ende blasen, ende seggen. Waerom heeft die HERE desen lande ende desen huyse so ghedaen?

9

Ende si sullen antwoorden. Om dat si den HERE haeren God verlaten hebben, die haere vaders wt den lande van Egipten leyde, ende hebben aengenomen ander [kolom] goden, ende die aengebedet, ende hen gedient Ga naar margenoot+ Daerom heeft die HERE al dit quaet ouer hen gebracht.

10

Als nv die twintich iaren om waren Ga naar margenoot* na dat) Salomon die twee huysen getimmert hadde, des HEREN huys, ende des Conincs huys.

11

Daer toe Hiram die coninc tot Tyro Salomons Cederboomen ende Abeelenboomen, ende gout, na al dat hijt behoef had, brachte. Doen gaf die Coninc Salomon Hiram xx. steden inden lande van Galileen.

12

Ende Hiram troc wt van Tiro, om die steden te besien, die hem Salomon gegeuen had, ende si en behaechden hem niet,

13

ende sprac, wat steden zijn dat mine broeder, die ghi mi gegeuen hebt? ende hietse tlant Cabul tot op desen dach.

14

Ende Hiram sandt ooc den coninc Salomon hondert ende xx. ponden gouts.

15

Ende dit selue is die summa der Ga naar margenoot* costen) die de coninc Salomon geheuen heuet om des HEREN huys te timmeren, ende zijn huys ende Mello, ende die mueren van Ierusalem, ende Hazor, ende Magiddo, ende Gaser.

16

Want Pharao die Coninc van Egipten was op geclommen, ende had Gaser gewonnen, Ga naar margenoot+ ende met vier verbrant, ende die Cananiten ghedoot die in die stat woonden, ende hadse zijnder dochter Salomons huysurouwe tot eender houwelike gifte gegeuen.

17

Also timmerde Salomon Gaser, ende dat neder BethHoron,

18

ende Baalath, ende Ga naar margenoot* Plamiram) inder woestinen inden lande

19

Ga naar margenoot* Ende alle wijken die hem toebehoorden, ende sonder mueren waren die heeft hi beset ende vast gemaect) ende alle die steden der wagens ende de steden des rosuolcs, ende waer hi lust toe had, om te timmeren te Ierusalem, ende in Libano ende inden geheelen lande zijnder heerscapien.

20

Ende allet ouergebleuen volc vanden Amoriten, Hethiten, Pheresiten, Heuiten, ende Iebusiten, die vanden kinderen van Israel niet en waren,

21

dier seluer kinderen, die si na hen ouer lieten bliuen, inden landen, die de kinderen van Israel niet en consten wt geworpen, die maecte Salomon, zijnsbaer tot op desen dach

22

Maer vanden kinderen van Israel en maecte hy gheen knechten dye hem dienen souden, maer hi lietse crijschluyden, ende zijn knechten, ende princen, ende ridderen, ende ouer sine wagens, ende rosuolc zijn.

23

Ende die officiers die ouer Salomons wercken waren, dier was vijfhondert ende vijftich, dye tvolc in onderdanicheit hadden, ende hadden gebot ouer het beuolen werck.

24

Ga naar margenoot+Ende Pharaos dochter troc opwaerts van Dauids stadt in haer huys, dat haer Salomon getimmert hadde. Doen timmerde hy ooc Mello.

25

Ende Salomon offerde des iaers

[pagina v5r]
[p. v5r]

driemael brantoffer, ende vreedsamige offerhanden opten altaer, dien hi den HEERE getimmert had, ende wierp daer wieroock ouer voor den HEERE, ende den tempel is alsoo volmaect gheweest.

26

Ende Salomon maecte ooc een vlote schepen toe tot Asion gaber dye by Eloth is, aenden oeuer der rooder zee, inden lande der Edomiten,

27

Ende Hiram sant sine knechten in die vlote der schepen, dye hen opt schip verstonden, ende op die zee beproeft waren, met Salomons knechten,

28

ende quamen tot Ophir, ende haelden aldaer .cccc. ende .xx. ponden gouts, ende brachtent Salomon den coninc

§ Hoe die coninginne van Saba tot Ierusalem quam, ende haer verwonderde, ende ghaf, ende nam giften.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot*
th. thuis dat

margenoot*
th. gebroken
margenoot+
Deu. xxix.c Iere. xxij.c

margenoot+
C

margenoot*
theb. in die welcke.

margenoot*
th. tzinsen.

margenoot+
D

margenoot*
th Tadmor

margenoot*
the. ende alle die steden verkoren huisen de Salomon hadde

margenoot+
E


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken