Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .x. ca.

1

Ga naar margenoot+MAer ooc die coninginne van Saba, Ga naar margenoot+ nae dat si ghehoort heeft dat geruchte van Salomon, is si ghecomen inden name des HEREN, om hem te ondersoecken met raetselen,

2

Ende si quam te Iherusalem met een groot gheselschap, met rijcdommen, met kemelen die specerie droegen, ende vele gouts sonder getal, ende edele costelike gesteenten, Ende doen si totten coninc Salomon in quam, sprack si met hem, al wat si in haer herte voor genomen had,

3

Ende Salomon leerde ende onderwees haer alle die woorden die si hem te voren geleyt hadde, Daer en was niet een reden, die den coninc mocht onbekent zijn, ende dat hi haer niet en antwoorde.

4

Doen die coninghinne van Saba sach alle Salomons wijsheyt, ende thuys dat hi getimmert had,

5

ende die spijse voor sine tafele, ende zijnder knechten woningen, ende zijnder dienaers ordinancie, ende haere cleederen, ende sine scenckers, ende sine brantoffer, dien hy inden huyse des HEREN offerde, soo en bleef voort meer gheenen gheest in haer,

6

ende sprack totten coninck, Het woort is waerachtich dat ic in minen lande ghehoort heb, van uwen redenen, ende van uwer wijsheyt,

7

Ende ic en hebt niet gelooft den genen diet vertrocken, tot dat ic ghecomen ben, ende hebt met minen oogen gesien, ende ic heb beuonden dattet mi niet en is die helft geseyt, V wijsheyt ende Ga naar margenoot* wercken) zijn meerder dan dat gheruchte is, dat ic gehoort hebbe,

8

Salich zijn v luyden ende uwe knechten die altoos voor v staen, ende uwe wijsheyt hooren,

9

Gebenedijt si die HERE v God, dien ghi behaecht hebt, dat hi v opten conincliken stoel van Israel gheset heeft, om dat die HEERE Israel in der eewicheyt bemint heeft, ende v ghestelt tot eenen coninck, dat ghi oordeel ende rechtuaerdicheyt doen sout,

10

Ga naar margenoot+Ende si gaf den concinc .c. ende .xx. pont gouts, ende seer veel specerie, en-[kolom]de edele costelike gesteenten, Daer en quam noyt van dier tijt soo veel specerie, als die coninginne van Saba den coninc Salomon gaf,

11

Daer toe die vlote der schepen Hiram, die gout wt Ophir voerden, brachten van Ophir veel Ga naar margenoot* heuen)hout, ende edele gesteenten

12

Ende die coninc liet maken van heuen houte pileernen inden huyse des HEREN, ende in des conincs huyse, ende harpen, ende psalteren voor die sangers, Daer en is niet meer gebracht sulcken heuen hout, ten wert ooc noyt ghesien, tot op desen dach,

13

Ende die coninc Salomon gaf der coninginnen van Saba al wat si begheerde, ende badt, behaluen dat hi haer van selfs gaf voor die coninclike ghaue, Ende si keerde haer om, ende track in haer lant met haeren knechten.

14

Des gouts dat Salomon in allen iaren iaerlicx gebracht wert, was in gewichte ses c. ende .lxvi. ponden gouts,

15

sonder dat van den Ga naar margenoot* genen gebracht wert, die gestelt waren ouer dat wechgelt, ende coopluyden, ende al die schilden vercochten) ende van al den coninghen van Arabien ende den vorsten des lants,

16

Ga naar margenoot+Ende die coninc Salomon liet maken Ga naar margenoot* cc. schilden) van finen goude, ses .c. siclen gouts dede hi tot eenen Ga naar margenoot* scilt)

17

ende ccc. schilden vanden besten goude, Ga naar margenoot* ccc) pont gouts Ga naar margenoot* bedecten) eenen scilt, ende die coninc dedese in dat huys vanden wout Libano.

[afbeelding]

18

Ga naar margenoot+Ende die coninc maecte eenen grooten stoel, van yuoren been, ende ouertroc dien met fijnen goude dat seer ghelu was,

19

ende desen conincliken stoel had ses trappen, ende thooft vanden stoel was achter ront, Ende daer waren twee Ga naar margenoot* handen) die hielden den setel ende twee leuwen

[pagina v5v]
[p. v5v]

stonden aen elcke Ga naar margenoot* handen)

20

ende op die ses trappen stonden twaelf leeukens Ga naar margenoot* hier ende daer) Sulcken werc en is noyt gemaect in allen conincrijcken.

21

Alle die drincuaten des Conincs Salomons waren gulden, Ende alle dien huysraet inden huyse vanden wout Libano waren ooc van finen goude, Want dat siluer en achtemen in Salomonstijden niet,

22

Want sconincs zeeschip dat metten vlote Hyram in Tharsis voer, quam in drie iaren eens, ende bracht gout, Ga naar margenoot+ siluer, eliphantentanden Ga naar margenoot* simmen) ende pauwen.

23

Also wert die coninc Salomon grooter in rijcdommen ende wijsheyt, dan alle coningen der aerden,

24

Ende alle die werelt begheerde Salomons aensichte te sien, dat si die wijsheyt souden hooren, die hem God in zijnder herten gegheuen hadde,

25

Ende elck bracht hem giften, gulden ende silueren ghereetschap, cleederen ende harnas, wel riekende cruyden, paerden, muylen iaerlicx,

26

Ende Salomon bracht wagens ende ruyters te hoope, also dat hi .m. ende .cccc. wagens hadde, ende twael .m. rosuolc ende lietse in die Ga naar margenoot* vaste) steden beschicken, ende bi den coninc te Ierusalem.

27

Ende die coninc maecte, dat des siluers te Ierusalem so vele was als die steenen, Ga naar margenoot+ ende also vele cederen houts, als wilder vijchboomen inden nederen lande,

28

Ende men bracht dye paerden tot Salomon wt Egipten, ende van coha, Want des conincs coopluyden cochten die van choha, ende na ingesetten prijs leyden sise tot hem,

29

Ende daer quam eenen wagen wt Egypten, om .cccccc. sikelen siluers, ende een paert om .c ende .l. So Ga naar margenoot* vercochtmen) oec al dien coningen der Hethithen ende den coninghen van Syrien Ga naar margenoot* parden)

§ Van Salomons seuen hondert huysurouwen ende drie hondert bislaperssen, door die welcke dat hi totter afgoderijen quam.

margenoot+
A
margenoot+
ij.par. ix.a. Mat. xij.d. Luce. xi.d.

margenoot*
the. goet

margenoot+
B

margenoot*
Heuen, is eenen boom in Indien landt

margenoot*
th. craemeren, ende coopluyden, ende apotekeren quam

margenoot+
C
margenoot*
th. spiessen.
margenoot*
the. spiesse.

margenoot*
the. drie.
margenoot*
th. was op

margenoot+
D

margenoot*
the. lenen
margenoot*
theb. lenen

margenoot*
the. op beyden siden

margenoot+
ij.par. ij.c
margenoot*
the. apen.

margenoot*
the. wagen

margenoot+
E

margenoot*
the. bracht mense
margenoot*
th. door hare handen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken