Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Dat .xv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+INden achchiensten iare des Conincks Ieroboams Nabats sone, Ga naar margenoot+ wert Abiam coninc in Iuda,

2

ende regeerde drie iaer te Ierusalem. Sijn moeder hiet Maacha, een doch-[kolom]ter Abisalom,

3

ende wandelde in alle zijns vaders sonden, die hi voor hem gedaen hadde, ende zijn herte en was nyet oprecht aen den HERE sinen God, ghelijc zijns vaders dauids herte.

4

Maer om Dauids wille gaf dye HERE zijn God hem een keerse te Ierusalem, dat hi sinen sone na hem verwecken soude, ende onderhouden te staen in Ierusalem,

5

om dat Dauid gedaen hadde, dat den HEERE wel behaechde, ende niet geweken en was van alle dien, dat hi hem geboodt zijn leuen lanc, wtgenomen in die hanteringe met Vria Ga naar margenoot+ den Hethither.

6

Maer daer was altijt een oorloghe tusschen Abiam ende Ieroboam zijn leuen lanck.

7

Maer wat meer van Abiam te seggen is ende al wat hi gedaen heeft, En is dat niet ghescreuen inden boecke der woorden der dagen, der coningen van Iuda? Het was ooc oorloge tusschen Abiam ende Ieroboam.

8

Ende Abiam ontsliep met sinen vaderen, ende si begroeuen hem in Dauids stat. Ga naar margenoot+ Ende Asa zijn sone regeerde ende wert Coninck in zijn stede.

9

Ga naar margenoot+Inden twintichsten iare des Conincs Ieroboams ouer Israel, wert Asa Coninc in iuda,

10

ende regeerde een ende veertich iaer te Ierusalem. Sijn moeder hiet Maacha Abisaloms dochter.

11

Ende Asa dede dat den HERE wel behaechde ghelijc zijn vader Dauid,

12

Ende hi dede die Ga naar margenoot* verwijfde mannen) vanden lande, ende dede suyueren alle onsuyuerheden der afgoden, die zijn vaders ghemaect hadden,

13

Daer toe sette hi ooc zijn moeder Maacha af vander dienste Ga naar margenoot* dat si geen princersse wesen en soude inden tempel van Priapus ende inden bossce, dat si hem gewijt hadde, Ende hi werp omme dat hol) ende dat alderuulste beelde verbernde hi inder beke Cedron.

14

Maer die hoochsten en Ga naar margenoot* dede hi) niet af, Nochtans was Asas herte oprecht aen den HERE alle zijn leuen lanc. Ga naar margenoot+

15

Ende dat siluer ende gout, ende vaten die zijn vader geheilicht hadde, ende al wat geheylicht was tot des HEEREN huys bracht hy inne.

16

Ende daer was strijt tusschen Asa ende Baasa den Coninc van Israel haer leuen lanck.

17

Baasa dye Coninck van Israhel trock op teghen Iuda, Ga naar margenoot+ ende timmerde Rama, datter nyemant wt ende in en soude trecken, op dye side van Asa, den Coninck van Iuda.

18

Doen nam Asa dat siluer ende dat gout, datter ouerghebleuen was, inden schatte des huys des HEEREN, ende inden schatte van des Conincks huyse, ende ghaft in zijnder knechten handen, ende sandt dat wech tot Benhadad, die Tabremmons sone was, des

[pagina v8v]
[p. v8v]

soons Hesion den Coninc van Sirien, die tot Damasco woonde, ende liet hem seggen.

19

Daer is een verbont tusschen v ende my, ende tusschen minen vader ende uwen vader. Daeromme seynde ic v giften, siluer ende gout, ende begeer dat ghy dat verbont soudt laten varen, dat ghi met Baasa den Coninc van Israel hebt, dat hi van mi aftrecke.

20

Ga naar margenoot+Benhadad ghaf den Coninc Asa ghehoor ende sandt zijn hooftluyden teghen dye steden van Israel, ende sloech Iion ende Dan, ende Abel, ende dat huys Maacha dat geheele Ga naar margenoot* Cenneroch) te weten, dat geheele landt Nephthalim.

21

Doen dat Baasa hoorde, liet hi af te timmeren Rama, ende trock weder tot Thersa.

22

Die Coninc Asa liet vercondigen in alle Iuda. Hier en si niemant wt genomen. Ende si namen die steenen ende houten van Rama wech daer Baasa mede getimmert hadde. Ende die Coninc Asa timmerde daer mede GabaaBeniamin ende Maspha.

23

Ga naar margenoot+Maer wat meer van Asa te seggen is, ende al zijn macht ende stercheden, ende al dat hi gedaen heeft, ende die steden die hi getimmert heeft, en is dat niet gescreuen inden boecke Ga naar margenoot* der woorden der dagen) der Coninghen van Iuda? Maer in sinen ouderdom was hy aen zijn voeten cranck.

24

Ende Asa ontsliep met sinen vaderen ende hy wert begrauen met sinen vaderen, in Dauids zijns vaders stadt. Ende Iosaphat zijn sone regeerde, ende wert coninc in zijn stede

25

Ga naar margenoot+Maer Nadab Ieroboams sone wert Coninc, ende regeerde ouer Israel, inden anderden iare Asa des Conincs van Iuda, ende regeerde ouer Israel twee iaer,

26

ende dede dat den HEERE qualic behaechde, ende wandelde in zijns vaders wech, ende in zijn sonden, daer hi israel mede hadde doen sondighen.

27

Maer Baasa Ahia sone, wt Isachars huys Ga naar margenoot* leyde laghen) teghen hem, ende sloech hem tot Ga naar margenoot* Gabiethon) dwelcke der Philistinen stadt was, Want Nadab ende gheheele israel belegherden Gabiethon.

28

Also doode hem Baasa inden derden iare Asa des Conincs van iuda, ende wert Coninck, ende regeerde in zijn plaetse.

29

Als hi nv Coninck was, so sloech hi Ieroboams gheheele huys, ende en liet niet ouer bliuen yet dat adem hadde van ieroboam tot dat hi hem vernielde, na den woorde des HEREN dat hi gesproken hadde door sinen knecht Achias van Silo,

30

om ieroboams sonde die hi dede, ende daer mede dat hi israel dede sondighen met versuymenisse, daer hi den HEERE den Godt van israel mede vertoornde.

31

Ga naar margenoot+Wat meer van Nadab te segghen is, ende [kolom] al wat hi gedaen heeft. En is dat niet al ghescreuen inden boeck der woorden der daghen der coninghen van Israel?

32

Ende het was oorloge tusschen Asa ende Baasa den Coninc van Israel, haer leuen lanck.

33

Inden derden iare Asa des Conincs van Iuda, wert Baasa Ahia sone coninck, ende regeerde ouer gheheel Israel, tot Ga naar margenoot* Thersa) vierentwintich iaer,

34

ende dede dat den HERE qualick behaechde, ende wandelde in Ieroboams wege, ende in zijn sonden, daer hy Israel mede hadde doen sondighen.

§ Hoe die propheet Hieu tot Baasa gesonden wert, ende hoe Baasa sterf, Ende hoe Helan voor Baasa zijn vader regeert, Ende hoe zambri die tyran Helan doodet ende voor hem regeerde, Ende hoe Amri coninc wert, ende zambri verdruct wert, Ende hoe dat rijc van Israel gedeylt wert.

margenoot+
A
margenoot+
ij.pa. xiij.c.

margenoot+
ij.pa. xiiij.a

margenoot+
i.pa. xiiij.a.

margenoot+
B

margenoot*
th: hoereerders

margenoot*
th. dien si miphlezeth gemaect hadde int bossce, ende hi vernielde haren miphlezeth

margenoot*
the. deden si
margenoot+
ij.par. vi.a.

margenoot+
C

margenoot+
D
margenoot*
th. Cinerot

margenoot+
E
margenoot*
ij.para. x.d th. der croniken

margenoot+
F

margenoot*
the. maecte een verbont
margenoot*
th.Gibeton

margenoot+
G

margenoot*
the. Tirza.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken