Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xiiij. Capittel

1

Ga naar margenoot+ENde Hyram die coninc van Tyro sandt boden tot Dauid, ende cederen hout, metsers ende timmerluyden, Ga naar margenoot+ dat si hem een huys souden timmeren,

2

Ende Dauid mercte dat hem die HERE tot eenen coninck ouer Israel beuesticht hadde, ende dat zijn conincrijc meerder wert, om zijn volc van Israel.

3

Ende Dauid nam noch meer wiuen te Ierusalem, ende wan noch meer sonen ende dochteren,

4

ende die hem te Ierusalem geboren werden hieten alsoo, Sammua Sobab, Nathan, Salomon,

5

Iebhar, Elisua Eliphalet,

6

Noga, Napheg, Iaphia,

7

Elisama, Bael Iada, Eliphaleth.

8

Ga naar margenoot+Ende doen die Philistinen hoorden dat Dauid tot eenen coninc gesalft was ouer geheel Israel, trocken si alle op om Dauid te soecken, Doen Dauid dat verhoorde, trock hi wt tegen hen,

9

Ende die Philistinen quamen, ende daelden neder, ende verstroyden hen inden gronde Raphaim

10

Dauid vraechde God raet, ende sprac, Sal ick op trecken tegen die Philistinen, ende suldise in mijn hant geuen? Die HEERE seyde tot hem, Trect op, ic salse in uwen handen geuen,

11

Ende doen si op getrocken waren tot Baal Pharasim so sloechse Dauid aldaer. Ga naar margenoot+ Ende Dauid sprack, God heeft mijn vianden door mijn hant ghedeelt soo hem dat water deelt, Daer af hieten si die plaetse, Baalpharazim,

12

Ende si lieten haere goden aldaer, die Dauid met vier hiet verbranden.

13

Maer die Philistinen maecten hen weder [kolom] op, ende si zijn verstroyt neder inden gronde,

14

Ende Dauid vraechde God noch eens raet, Ende God sprac tot hem, Ga naar margenoot+ Ghi en sult niet op trecken achter hen, maer wijct van hen, dat ghi aen hen coemt tegen die peerboomen ouer,

15

Als ghy dan dat ruysschen bouen op die peerboomen sult hooren Ga naar margenoot* vanden wandelaer) so suldi varen wt totten strijde, Want God is voor v wt getrocken om der Philistinen heyrleger te slaen.

16

Hier omme dede Dauid, soot hem Godt beuolen hadde, ende sloech dat heyr der Philistinen van Gabaon aen, tot Gaser toe

17

Ende Dauids naem wert heerlic vermaert in allen landen. Ende die HEERE liet zijn vreese ouer alle heydenen comen.

§ Van Aarons kinderen ende van die leuiten, ende vanden princen die Dauid vergaderde om die Arcke weder te brengen tot Ierusalem, Van Michal Dauids wijf die hem versmade, doen hi voor die Arcke spranck.

margenoot+
A
margenoot+
ij.regum. v.a.

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot*
the. ghaen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken