Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iiij. Capit.

1

Ga naar margenoot+HI maecte ooc eenen metalen outaer .xx. cubitus lanc ende breet, ende thien ellenbogen hooch.

2

Ende hy maecte een gegoten zee, thien cubitus wijt vanden eenen rant totten anderen, rontsom, ende vijf cubitus hooch Ende een mate van .xxx. cubitus ginc om zijn rontheyt,

3

Een gelijckenisse van runderen was daer onder. Ende daer waren twee reyen knoppen van gehouwen wercke om die zee, die thien ellen wijt was, Maer dye runderen waren gegoten werc,

4

Ende die zee stont also op die .xij. runderen, datter drie gekeert waren ten noorden waert, drie westwaert, drie zuytwaert, ende drie oostwaert, ende dese hadden die zee op hen staen, maer alle haer achterste was binnen onder die zee

5

Ende zijn dicheit was een palme vander hant breet, ende sinen rant als eens bekers rant, ende een ontloken lelie, Ga naar margenoot+ Ende sy hielt drie duysent Ga naar margenoot* metreten)

6

Ende hi maecte thien Ga naar margenoot* backen als mosselen) dier sette hi vijf ter rechter siden, ende vijf ter slincker siden, om daer inne te wasschen al wat si totten brantoffer offeren souden, dat zijt daer in mochten stooten, Maer in die zee wiesschen hen die priesters.

7

Hi maecte ooc thien gouden candelaers Ga naar margenoot* na die gedaente so hise gheboden hadde te maken,) Ende hi steldese inden tempel vijf ter rechter ende vijf ter slincker hant,

8

Ende hi maecte ooc thien tafelen, ende dedese setten inden tempel, vijf ter rechter ende vijf ter slincker siden, Ende maecte .c. gulden Ga naar margenoot* flesschen.)

9

Hi maecte eenen voorhof voor die priesters, ende een groote kercke als een coninclike zale, ende dueren inden palleyse, ende ouertroc die dueren met latoen,

10

Ende hi sette die zee opten rechten hoeck, tegent oosten ten zuyden waerts,

11

Ende Ga naar margenoot* Hyram) maecte potten ende crauwelen ende flesschen

Ende hy voleynde alle dat werck des conincs, Ga naar margenoot+ aen dat huys Gods,

12

te weten, die twee calomnen metten buycken ende knopen, bouen op beyde die calomnen, ende als nettekens beyde gewrongen verheuen werck, om te bedecken beide die buycken der knoopen bouen op die calomnen,

13

ende die .cccc. granaet appelen, en-[kolom]de twee nettekens aen beyde gewrongen verheuen werck, twee ryen granaet appelen, aen elc verheuen werc, om te bedecken beyde die buycken der knoopen die bouen op die calomnen waren.

14

Ooc maecte hi die ghestuenten, ende die Ga naar margenoot* backen) op die ghestuenten,

15

ende een zee, ende .xij. runderen daer onder.

16

Daer toe potten Ga naar margenoot* crauwelen) ende al die vaten maecte Hyram Ga naar margenoot* zijn vader) den coninc Salomon totten huyse des HEEREN wten aldersuyuersten metael.

17

In dat lantschap der Iordanen lietse die coninc ghieten, in cleyachtige aerde tusschen Sochot ende Zaredatha

18

Ende al deser vaten menichte was sonder eynde, alsoo dat des metaels ghewichte niet te onderuinden en was

19

Ga naar margenoot+Ende Salomon maecte alle die vaten totten huyse Godts, te weten, den gulden outaer, tafelen, ende thoonbrooden daer op geleyt,

20

die candelaers met haeren lampen, om dat si voor die plaetse des gebets souden bernen, soot behoort vanden alder suyuersten goude,

21

ende Ga naar margenoot* sommighe bloeyende bloemen ende luchterkens) ende gulden snutterkens, Dese zijn al van sinen goude gemaect.

22

Ende hi maecte oock wieroocs vaten, ende fleskens ende mortierkens vanden aldersuyuersten goude, Ende den inghanc ende zijn dueren binnenwaerts tot die alderheylichste plaetse, ende die dueren aenden huyse des tempels waren van buyten gulden, Also wert alle dat werc volbracht, dat Salomon dede aen dat huys des HEEREN.

§ Vanden ghauen die gheoffert werden, ende hoe die Arcke inden tempel ghebracht wert, Ende van die heerlicheyt Gods, die dat huys Gods veruulde.

margenoot+
A

margenoot+
B
margenoot*
the. bathen

margenoot*
the. ketels.

margenoot*
the. soot behoorde.

margenoot*
the. beckens

margenoot*
the. huram
margenoot+
C

margenoot*
the. ketels.

margenoot*
the. scuppen
margenoot*
the. Abia

margenoot+
D

margenoot*
th. die bloemen aen die lampen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken