Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .viij. Capittel.

[pagina bb3v]
[p. bb3v]

1

Ga naar margenoot+ENde na die .xx. iaren, in die welcke Salomon dat huys des HEEREN, Ga naar margenoot+ ende zijn huys timmerde,

2

soo timmerde hi die steden ooc, die Hyram Salomon ghaf, ende liet die kinderen van Israel daer inne woonen,

3

Ende Salomon trock tot Hemath Zoba, ende Ga naar margenoot*, behieltse,)

4

ende timmerde Ga naar margenoot* een plaetse der victorien) inder woestinen, ende Ga naar margenoot* andere starcke) steden, die hi timmerde in Hemath.

5

Hi timmerde, ouer Bethoron, ende neder Beth Horon, dat vaste steden waren, met mueren, poorten, ende grendelen.

6

Ooc Baelath, ende alle Ga naar margenoot* vaste) steden, die Salomon hadde, ende al dye wagen steden, ende ruyters steden, ende al waer Salomon lust toe hadde te timmeren, beyde te Iherusalem, ende op Libanon, ende inden geheelen lande zijnder heerschappien, dat volbrachte hi.

7

Ga naar margenoot+Alle dat ouergebleuen volc vanden Hethiten, Amoriten, Pheresiten, Heuiten, ende Iebusiten, die vanden kinderen van Israhel niet en waren,

8

ende haer kinderen, die si achter ghelaten hadden inden lande, die die kinderen van Israhel niet vernielt en hadden, maecte Salomon tzijnsbaer, tot op desen daghe toe.

9

Maer vanden kinderen van Israel en maecte Salomon nyet knechten tot sinen arbeyt, maer si waren oorloochs luyden, ende ouer zijn ridders, ende ouer zijn wagenen, ende ros uolc,

10

Ende alle die princen des heyrs des conincs Salomons waren, twee hondert ende vijftich, dye tvolck onderwesen.

11

Ga naar margenoot+Ende Salomon liet Pharaos dochter veruoeren wt Dauids stadt in dat huys, dat hi voor haer getimmert hadde, Want hi sprack. Mijn wijf en sal niet woonen in Dauids huyse, des conincs van Israel, want het is gheheylicht, om dat dye arcke des HEEREN daer inne gecomen is.

12

Van dien aen offerde Salomon den HERE brantoffer opten altaer des HEEREN, dien hy ghesticht hadde voor dat poortael,

13

om elc op sinen dach te offeren na Moyses ghebot, op die sabbathen, nieuwe maenden, ende in ghesette tijden des iaers driemael, te weten, op die feeste der ongheheefder brooden, op die feeste der weken, ende op die feeste der looueren tenten.

14

Ga naar margenoot+Ende hi stelde dye priesters in haere oordinancie tot haeren dienste, gelijc dat zijn vader Dauid ghestelt hadde, ende die leuiten op haer hoedinge om te louen ende te dienen voor die priesteren, elcke op haeren dach. Ende die duerwachters in haer oordinancie, elck op zijn poorte, Want alsoo hadt Dauid die man [kolom] Gods beuolen,

15

Ende daer en wert niet gheweken vanden geboden des Conincs, so wel van die priesteren als van die Leuiten, in alderhande saken Ga naar margenoot*

16

ende in die bewaringhe der schatten, hadde die costen Salomon bereyt) van den daghe aen, doen hi thuys ghefundeert hadde, tot dat hijt voleynde.

17

Doen trock Salomon tot Asiongaber, ende tot Eloth, aen den oeuer der Ga naar margenoot* rooder zee) die inden lande Edom leyt.

18

Ende Ga naar margenoot* Hyram) sant hem schepen door sine knechten dye der zee condich waren, ende voeren met Salomons knechten in Ophir, ende haelden van daer vierhondert ende vijftich ponden gouts, ende brachtent totten coninc Salomon.

§ Van die coninghinne van Saba, ende van die ghiften die si ghaf, ende die si wederomme ontfinck

margenoot+
A
margenoot+
iij.reg. ix.b

margenoot*
the. beuestichdese.

margenoot*
th Tadmor
margenoot*
the. koren.

margenoot*
theb. koren

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot*
th. ende al dye schatten Alsoo wert Salomons werck bereyt.

margenoot*
the. zee.

margenoot*
the. Huram

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken