Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xiij. Capittel

1

Ga naar margenoot+INden achthienste iaer Ieroboams des Conincs, Ga naar margenoot+ wert Abia coninck in Iuda,

2

ende regheerde drie iaer te Iherusalem, Sijn moeder hiet Michaia, een dochter Vriel van Gabaa. Ende daer verhief eenen strijt tusschen Abia ende Ieroboam,

3

Ende als Abia beghonst aen te ghaen tot den strijdt, met vierhondert duysent ionge ghemonsterde mannen, stercke luyden ter oorloghe, Ieroboam stelde ooc zijn heyr in oordinancie om tegen hem te strijden met achthondert duysent ionghe ghemonsterde stercke mannen

4

Ende Abia stont op, bouen opten berch Zamaraim, dye welcke op dat gheberchte Ephraim leget, ende sprac, Ieroboam ende gheheel Israel hoort.

5

En weet ghi niet, dat die HERE die God van Israel, dat conincrijck van Israel Dauiden eewelijc heeft gegeuen, hem ende sinen sonen tot een sout verbont?

6

Maer Ieroboam Nabaths sone, die knecht van Salomon Dauids sone wierp hem op, ende wert sinen Heere wederspan-

[pagina bb5v]
[p. bb5v]

nich,

7

Ende ydele luyden, ende Belials kinderen hebben hem toe geslagen, ende hebben hen ghesterct tegen Roboam Salomons sone, Want Roboam was Ga naar margenoot* onbewandelt) ende bloode van herten, dat hi hen niet wederstaen en mochte.

8

Ga naar margenoot+Nv segt ghi, dat ghi tegen dat rijcke des HEEREN wederstaen moecht, dwelc ghy besidt door Dauids sonen, om dat uwer een meerder hoop is, ende hebt gulden calueren die v Ieroboam voor goden gemaect heeft,

9

Ende ghy hebt dye priesters des HEEREN Aarons kinderen ende die leuiten wt gestooten, ende hebt v eygen priesters ghemaect, als alle dye volcken vanden lande, Wie daer coemt zijn hant te vullen, met eenen ionghen Ga naar margenoot* varre ende ossen) ende seuen rammen, Ga naar margenoot+ die wort priester der ghenen, dye gheen goden en zijn.

10

Maer die HEERE onse God is met ons dien wi niet en verlaten, ende die priesters die den HEERE dienen. Aarons kinderen, ende die Leuiten in haeren wercke,

11

ende ontsteken den HEERE alle morgen brantofferen, ende alle auont. Daer toe dat goede ruecwerck, ende bereyden brooden op suyuere tafelen, Ende den gulden candelaer met sinen lampen is met ons, dat si alle auont ontsteken souden worden, Want wi bewaren die geboden des HEREN ons Godts, dien ghy hebt verlaten,

12

Hier omme is met ons int voorste des heyrs God onse leytsman, ende zijn priesters, die trompetten om te trompetten, datmen teghen v trompette, Ghi kinderen van Israel en strijt niet teghen den HERE uwer vaderen God, want het en sal v niet Ga naar margenoot* profitelijc zijn)

13

Ga naar margenoot+Maer Ieroboam stelde lagen rontsomme, Ga naar margenoot* te wijle dat hi dese dingen seyde) dat hi van achter aen hen soude comen, Alsoo dat si voor Iuda waren, ende die gestelde lagen achter hen.

14

Doen Iuda hem om keerde, sach hi voor ende achter strijt. Doen riepen si totten HEERE, ende die priesters trompten met trompetten,

15

ende al die mannen van Iuda riepen Ende siet, doen si riepen, so Ga naar margenoot* veruaerde) God Ieroboam ende dat gheheele Israhel voor Abia ende Iuda,

16

Ende die kinderen van Israel vluchteden voor Iuda, ende God gafse in haer handen

17

also dat Abia met sinen volck eenen grooten slach aen hen dede, ende een groote plage der gewonder, ende wt Israel vielen vijf hondert duysent ionge stercste mannen verslagen.

18

Ga naar margenoot+Alsoo werden die kinderen van Israel op dien tijt verootmoedicht, Maer die kinderen van Iuda werden getroost, Want si verlieten hen, opten HEERE haerder vaderen God.

19

Ende Abia veruolchde Ieroboam, ende wan hem zijn steden af, Bethel met hae-[kolom]ren dochteren, Iesana met haeren dochteren Ende Ephron met haere dochteren,

20

Alsoo dat Ieroboam voort nyet tot crachte en quam, om te weder staen, also langhe als Abia leefde, ende die HEERE plaechde hem dat hi sterf.

21

Doen nv Abia gesterct was, nam hi veerthien wiuen, ende wan twee ende twintich sonen, ende sesthien dochteren,

22

Wat meer van Abia te segghen is, ende zijn weghen, ende zijn daet, dat is gescreuen in die historie des propheten Ga naar margenoot* Addo.)

§ Hoe dat Abie sterf, ende zijn sone Asa voor hem regeerde, Ende hoe Asa teghen die Mooren street, Ende hoe Asa den Heere aenriep, ende sprack, dat bi God gheen onderschilt en is te helpen door luttel oft veel volcs.

margenoot+
A
margenoot+
ij.re. xiiij.f.

margenoot*
theb. ionck

margenoot+
B

margenoot*
theb. varre
margenoot+
ij.regum. vi.c

margenoot*
th. gelucken

margenoot+
C
margenoot*
Ten is niet int heb

margenoot*
th. sloech

margenoot+
D

margenoot*
theb. Iddo

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken