Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DOen Roboams conincrijc beuesticht ende becrachticht wert, so verliet hi die wet des HEREN, ende gheheel Israel met hem.

2

Maer inden vijfsten iare Roboams des Conincs, trock Sesack die Coninc van Egipten teghen Ierusalem (Want si hadden hen besondicht aen den HEERE,)

3

met duysent ende twee hondert waghens, ende met tsestich duysent ruyteren te paerde, Ende dat volck en was niet te tellen dat met hem quam wt Egipten, Libien Ga naar margenoot* Trogloditen) ende Mooren,

4

Ende hi wan die vaste steden die in Iuda waren, ende quam tot Ierusalem toe.

5

Ga naar margenoot+Doen quam Semaias dye propheet tot Roboam, ende totten ouersten princen van Iuda, die hen tot Ierusalem vergadert hadden, vluchtende voor Sesack, ende sprac tot hen, Alsoo spreect die HEERE, ghi hebt mi verlaten, daer omme heb ic v ooc verlaten in Sesacks hant.

6

Doen Ga naar margenoot* veruaerden) hen dye ouerste van Israel met den coninc, ende spraken. Die HEERE is rechtuaerdich.

7

Maer als die HEERE sach dat si hen verootmoedichden, so quam dat woort des HEEREN tot Semaiam, ende sprack, Want si hen verootmoedicht hebben, daeromme en sal icse niet verderuen, Maer ic sal hen een weynich helpen, dat mijn verbolghentheyt niet en druype gheheel op Ierusalem door Sesack

8

Maer si sullen hem onderdaen zijn, op dat si bekennende worden, wat onderscheit dat si tusschen minen dienst ende den dienst des conincrijcs der lantschappen.

9

Ga naar margenoot+Alsoo trock Sesack die coninc van Egypten op van Ierusalem, Maer eerst nam hy die schatten des huys des HEEREN, ende die schatten des huys des conincs, ende namt al wech, ende nam oock die gulden schilden, die Salomon maken dede,

10

In welcker stede die Coninck Roboam metalen schilden liet maken, ende beualse den ouersten vanden sciltdrageren, die aen die dueren des conincs huys [kolom] bewaerden.

11

Ende so dicwils als die coninck in des HEEREN huys ghinck, quamen dye schiltknechten, ende droegense, ende brachtense weder in haer wapencameren,

12

Ende want si hen verootmoedichden, so keerde haer die gramschap des HEEREN van hen, alsoo dattet niet al wt gheueecht en wert, Want in Iuda waren noch goede Ga naar margenoot* wercken) gheuonden.

13

Ga naar margenoot+Alsoo wert Roboam die coninck sterckelic gheuesticht te Ierusalem, ende regeerde Een ende veertich iaer was Roboam oudt, doen hi Coninc wert, ende regheerde seuenthien iaer te Iherusalem, in die stadt die die HEERE vercoren hadde wt al die geslachten van Israel, Ga naar margenoot+ dat hy sinen naem daer soude stellen. Sijn moeder hiet Naama een Ammonitinne,

14

ende hy dede quaet, ende en voechde zijn herte niet, dat hy den HEERE ghesocht hadde.

15

Roboams geschiedenissen, beyde die eerste, ende die laetste, zijn ghescreuen in die Ga naar margenoot+ boecken) van Semeie des Propheten, ende Addo des sienders, ende naerstelijcken op geteekent, Daer toe die oorloghen van Roboam ende Ieroboam, dye duerden haerder beyden leuen lanck,

16

Ende Roboam ontsliep met sinen vaderen, ende wert begrauen in Dauids stadt, Ende zijn sone Abia wert coninck ghemaect voor hem, ende regheerde in zijn stede.

§ Van Abie Roboams soons rijck, ende van sinen strijdt ende verwinninghe teghen Israel, ende van Ieroboam, ende van Ieroboams doot, Ende hoe dat volck van Iuda douerhant behielt, om dat si hoepten in den Heere haerder vaderen God

margenoot+
A

margenoot*
th. Suchim

margenoot+
B

margenoot*
the. verootmoedichden

margenoot+
C

margenoot*
th. woorden

margenoot+
D
margenoot+
iij.re. xiiij.f

margenoot+
th. woorden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken