Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde dye gheest Gods quam op Azaria Obeds sone,

2

die ginc wt Asa te gemoete ende seyde tot hem. Hoort na mi Asa ende gheheele Iuda ende Ben Iamin, Die HEERE is met v, want ghi met hem gheweest zijt, ende als ghi hem soect so Ga naar margenoot* suldi hem) vinden, maer ist dat ghi hem verlaet, so sal hi v ooc verlaten.

3

Daer sullen vele daghen voor by gaen in Israel, datter gheen recht God, gheen priester die daer leere, ende geen wet zijn en sal.

4

Ende als si hen in haerder noot totten HERE, den God van Israel bekeeren, ende hem soecken, so sal hi hem laten vinden.

5

In dien tijt en salt geen vrede wesen dien die wt ende in gaet, want daer sullen grote veruaernissen zijn ouer alle die opter aerden woonen.

6

Want deen volc sal tegen dander striden, ende deene stat teghen die andere. Want die HERE salse veruaren ende verbaest maken, met alderhande benautheden,

7

maer zijt ghi ghetroost, ende en doet uwe handen nyet af, want uwe werck sal sinen loon hebben.

8

Doen Asa dese woorden ende dese prophetie Azarie Obeds sone des propheten hoorde, Ga naar margenoot+ so wert hi verstout, ende dede wech die grouwelicheden wt den geheelen lande van Iuda ende Ben Iamin, ende wt den steden die hi gewonnen hadde opt geberchte Ephraim, ende vernieu-[kolom]de den altaer des HEREN, dye voor dat portael des HEREN stont

9

ende vergaderde gheheele Iuda ende Ben Iamin, ende die vremdelingen bi hen wt Ephraim, Manasse, ende Simeon, want aldaer vielder vele tot hem wt Israel als si saghen dat dye HERE zijn Godt met hem was,

10

Ende als si vergaderden ende te samen ghecomen waren te Ierusalem inder derder maent inden vijfthienden iaer des conincrijcs Asa,

11

offerden si op den seluen dach den HEERE vanden roof die si ghebracht hadden, seuen hondert runderen, ende seuen duysent Ga naar margenoot* rammen)

12

Ga naar margenoot+Ende Ga naar margenoot* hi terde) nader gewoonten int verbont dat si den HERE haerder vaderen God souden soecken wt geheelder herten, ende wt geheelder sielen.

13

Ende so wie Ga naar margenoot* (seyde hi) den HERE den God van Israel niet en soect, sal steruen, beyde cleyn ende groot, beyde man ende wijf,

14

ende si swoerent den HERE met luyder stemmen, met gheluyde ende gheclanc, met trompetten ende basoenen,

15

ende gheheele Iuda was vrolijc, om den eedt dien si wt geheelder herten gesworen hadden. Ende si sochten hem wt geheelen wille, ende Ga naar margenoot* si hebben hem gheuonden) ende dye HERE ghaf hem rontsomme ruste.

16

Ga naar margenoot+Oock settede Asa die Coninc Maacha zijn moeder af, vanden Ga naar margenoot* rijc der wijchelerien, ende vanden conincrijc, om dat si ghesticht hadde inden boschken, ende dbeelt Priapi. Ende Asa roeyde dat boschken dat beelt wt), ende stietet in stucken, ende verbrandet in die beke Cedron

17

Maer die hoochten en werden niet af gedaen wt Israel, Nochtans was Asa herte volcomen alle die daghen zijns leuens.

18

Ende hi brocht in, al wat zijn vader Ga naar margenoot* gheloeft), ende al wat hi Ga naar margenoot* gheloeft) hadde, in dat huys Gods, siluer, gout, ende verscheyden huysraedt van vaten.

19

Ende aldaer en was gheenen strijdt tot inden vijfendertichsten iaer des Conincrijcs Asa.

§ Van Baasa, ende van dat verbont van Asa met Benadab, Van Anani den prophete, die welcke Asa straftede, om dat verbont dat welcke hi gemaect hadde, Ende hoe Asa sterf, om des verbonts wille.

margenoot+
A

margenoot*
th. sal hy hem van v laten

margenoot+
B

margenoot*
th. scapen

margenoot+
C
margenoot*
the. si terden

margenoot*
Ten is niet int heb.

margenoot*
th. liet hem van hen vinden

margenoot+
D
margenoot*
th. dienst dien si ghesticht hadde int boschken miplezeth. ende Asa wierp haer miplezeth wt

margenoot*
th. gheheylicht
margenoot*
th. gheheylicht


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken