Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xvi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+INden sessendertichsten iaer des Conincrijcs Asa, troc Baasa die Coninc van Israel op teghen Iuda, ende timmerde Rama ende bemuerdese, om dat niemant vry wt ofte in sonder vreese en soude moghen trecken van Asa den coninc.

2

Maer Asa nam wt den schat des huys des HEEREN, ende vanden huyse des Conincs, siluer ende gout, ende sandt tot Benadab, den Coninck van Syrien,

[pagina bb6v]
[p. bb6v]

die tot Damascon woonde, ende dede hem seggen.

3

Daer is een verbont tusschen v ende mi, ende tusscen minen ende uwen vader Ga naar margenoot* was eendrachticheit) daerom hebbe ic v siluer ende gout gesonden, dat ghi dat verbont met Baasa den Coninc van Israel sout laten varen, ende doen dat hi van mi af trecke.

4

Benadab als hijt Ga naar margenoot* beuonden hadde) seynde hi zijn heyr vorsten teghen die steden van Israel. Ga naar margenoot+ Die sloegen Aion, Dan, ende Abel Maim, ende al die getimmerde steden van Nephthalim.

5

Doen Baasa dat hoorde, liet hi af Rama te timmeren, ende hielt op van sinen wercke.

6

Maer die Coninc Asa nam tot hem gheheel Iuda, ende si droeghen die steenen, ende dat hout van Rama, daer hy Baasa mede timmerde, ende hi timmerde Gabaa, ende Maspha daer mede.

7

In dien tijt quam Hanani Ga naar margenoot+ die propheet) tot Asa den Coninc van Iuda, Ga naar margenoot+ ende sprac tot hem Om dat ghi op den Coninc van Syrien hebt v betrouwen gestelt, Ga naar margenoot+ ende en hebt v niet op den HEERE uwen Godt verlaten. Daeromme is die macht des Conincs van Syrien uwer hant ontulucht.

8

En waren die Mooren ende Libiers niet een groote menichte met seer vele wagens, ende rosuolc? nochtans ghafse die HEERE in uwe hant, Ga naar margenoot+ doen ghi v op hem verliet,

9

Want des HEREN oogen aensien alle landt, ende hi gheeft hen stercheyt, die wt geheelder herten aen hem gheloouen. Ghy hebt sottelijc ghedaen, Daerom sal ooc van nv voort aen oorloghe teghen v op rijsen.

10

Ende Asa wert gram op den siender, ende settede hem in die geuanckenisse Ga naar margenoot* Hierom was God seer verstoort, ende hi) doode in dier tijt vele vanden volcke.

11

Ga naar margenoot+Die gheschiedenissen van Asa die eerste ende die laetste zijn ghescreuen in dye boecken der Coninghen van Iuda ende Israel.

12

Ende Asa wert seer cranc aen zijn voeten, inden neghen ende dertichsten iaer zijns conincrijcs, Ga naar margenoot*) ende en socht den HEERE ooc in zijn crancheit niet, maer hi betroude hem meer Ga naar margenoot* op dye consten van die medicijn meesters)

13

Also ontsliep Asa met sinen vaderen, ende sterf inden een ende veertichsten iare zijns Conincrijcs,

14

ende men begroef hem in sinen graue, dat hi hadde laten maken in Dauids stadt. Ende si leyden hem op zijn beddeken, dwelck men gheuult hadde met goeden ruecwerc, Ga naar margenoot* ghelijck dye lichte vrouwen, om wel te riecken besighen) nae der Apotekers conste ghemaeckt, ende verbranden dye ouer hem met grooter heerlicheyt.

[kolom]

§ Hoe Iosaphat regeerde, ende hoe hi doctoren sandt, ende van sinen rijcdommen, ende vanden princen, ende vanden getale zijnder crijgheren.

margenoot+
A

margenoot*
Ten is niet int heb

margenoot*
the. hoorde
margenoot+
B

margenoot+
th. siender
margenoot+
C
margenoot+
genesis. xxxi.d i.reg. xiij.c.

margenoot+
ij.macha. ix gene. xxxi. i.regum. xiij.

margenoot*
th. want hi was toornich op hem, ende Asa.

margenoot+
D

margenoot*
th. ende duerde daerouere.
margenoot*
th. den medecijnmeesters

margenoot*
th. ende alderley specerie

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken