Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxvi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ DOen nam dat geheel volck van Iuda Ga naar margenoot* Osiam,) die was sesthien iaer out, ende setten hem tot eenen coninc, in zijns vaders Amasia stede,

2

Die selue timmerde Eloth, ende brachtse weder aen tgebot van Iuda, na dieen dat die coninc slapen was met sinen vaderen.

3

Osias was sesthien iaer out doen hi coninc wert, ende regeerde twee ende vijftich iaer te ierusalem, Sijn moeder hiet Iechalia van Ierusalem,

4

ende dede dat den HEERE wel behaechde in alle manieren, gelijc zijn vader Amasias gedaen hadde,

5

ende hi sochte God, also lange als Zacharias leefde, die Ga naar margenoot* verstandich was ende een siender Gods) ende also langhe als hi den HEERE sochte, so schicteGa naar margenoot* hi) hem gheluckelijck in alle dinghen.

6

Want hi trock wt, Ga naar margenoot+ ende street tegen die Philistinen ende brac die mueren tot Geth ende die mueren tot Iabne ende die mueren tot Asoten, ende timmerde steden in Asoten ende int lant van die Philistinen,

7

want God halp hem tegen die Philistinen tegen de Arabiers, die tot Gur baal woonden, ende tegen de Ga naar margenoot* Ammoniten.)

8

Ende die Ammoniten gauen Osie giften, ende sinen naem wert vermaert tot datmen coemt in Egipten, Ga naar margenoot* om zijn verwinninghe die hi dicwils hadde)

9

Ende Osias timmerde thorens te Ierusalem, op die hoecpoorte ende aen de dalpoorte, ende aen dander hoecken, ende beuestichdese,

10

Hi timmerde oock sloten in die woestine ende groef veel putten Want hi hadde veel vees, beyde inden broecke ende in de woestine, Ooc hadde hi Ga naar margenoot* wijngaerden) ende wijngaerdeniers aenden ber-

[pagina cc3r]
[p. cc3r]

gen ende in Charmelo, Want hi was een man die hemseluen ghaf tot lantwinninghe.

11

Ga naar margenoot+Ende tghetal zijns heyrs van strijtbaer mannen die ten strijde ghingen onder Iehihels hant des Ga naar margenoot* schriftgeleerden) ende Maasie des Ga naar margenoot* doctoors) ende onder Ananie hant, die van des conincs hertoghen was.

12

Ende al tghetal der princen door haer huysghesinnen der starcken oorloochs luyden, was twee duysent, ende ses hondert,

13

Ende onder haere handt die heyrschare, drie hondert duysent, ende seuen duysent, ende vijf hondert die totten stride bequaem waren, in die heyrcracht te helpen, den coninc tegen sine vianden,

14

Ende Ga naar margenoot* Osias) beschicte voor dat heyr, schilden, spiesen, helmetten, pantsiers, boghen, ende steenslingeren,

15

Ende hi maecte Ierusalem Ga naar margenoot* bolwerck) dat hi op die torens ende hoecken stelde, om te schieten met pijlen ende groote steenen, Ende sinen naem ghinc verre wt, Om dat hem die HEERE Ga naar margenoot* geholpen hadde, ende hem machtich ghemaect hadde.)

16

Ende doen hi machtich geworden was, so verhief hem zijn herte tot zijnder verderffenisse, Ende hi heeft vergeten den HEERE sinen Godt, Ga naar margenoot+ ende ghinck inden tempel des HEEREN, ende hi woude branden wierooc op den altaer des ruecwercs.

17

Maer Azarias die priester ginc hem na, ende .lxxx. priesters des HEEREN met hem, zeer vrome luyden,

18

ende si stonden tegen Osia den coninc, ende seyden tot hem, Het en behoort uwen dienste niet toe Ozia, dat ghi ontsteken soudt wieroock den HEERE, maer den priesteren Aarons kinderen, die geheylicht zijn, om te doen alsoodanigen dienst, Gaet wt die heylige plaetse, Ga naar margenoot* ende en versmaet dat niet,) want het en sal v tot gheen eere voor Gode den HEERE gheacht worden.

19

Ga naar margenoot+Ende Ozias wert toornich, ende hebbende een wieroocs vat in die hant, om dat hi wierooc branden soude, drieychde hy die priesters, ende ter stont so voer die lazarie wt aen zijn voorhooft voor die priesteren, in den huyse des HEEREN, Ga naar margenoot+ voor den ruec altaer,

20

Ende doen Azarias die opperste priestere keerde dat hooft tot hem ende alle die priesters, so saghen si die lazarie voor zijn voorhooft, Ende si stieten hem van daer met haesten, Hi veruaert zijnde haestede hem ooc van selfs, wt te gaen, want hi geuoelde ter stont die plage des HEEREN.

21

Alsoo was die coninck Ozias lazarus tot aen den dach van zijnder doot, ende woonde in een huys dat afgescheyden was, vol lazarijen, om dye welcke hy [kolom] was verstooten vanden huyse des HEEREN. Maer Ioathan sine sone regeerde sconincs huys ende oordeelde tvolc des lants.

22

wat meer van Ga naar margenoot* Ozia) te seggen is, beyde dat eerste ende tlaetste heeft bescreuen Isaias Amos sone die propheet.

23

Ende Ozias ontsliep met sinen vaderen, ende si begroeuen hem inden acker bi die begrauenissen der coningen, Want Ga naar margenoot* hi was) malaetsch, Ende Ionathan sine sone wert coninc in zijn stede ende regeerde voor hem

§ Van Ioathan Ozie sone die den coninc der kinderen Ammon verwan ende van zijnder doot.

margenoot+
A
margenoot+
iiij.re. iiij.c iiij.re. xv.g
margenoot*
the. Vsiam

margenoot*
the. een leerar in Godes gesichten was
margenoot*
theb. God

margenoot+
B

margenoot*
th. Ammuniten

margenoot*
h. want hi wert stercker ende stercker

margenoot*
the. ackerluyden

margenoot+
C
margenoot*
h. scriuers
margenoot*
h. rechters

margenoot*
theb. Vsia.

margenoot*
he. constelijc geweer
margenoot*
the. sonderlijc gheholpen hadde tot dat hy machtich wert.

margenoot+
D

margenoot*
theb. want ghi hebt ouergetreden

margenoot+
E
margenoot+
iiij.re. v.g.

margenoot*
the. vsia.

margenoot*
th. si seyden hi is

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken