Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .x. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde doen Esdras also bat ende God aenriep ende weende, ende voor den huyse Gods lach, so vergaderde eenen seer grooten hoop van [kolom] mannen, wiuen ende kinderen wt Israel tot hem, ende dat volc weende seer.

2

Ende Sechanias die sone Iehiel wt den kinderen Elam antwoorde, ende sprac tot Esdra, wi hebben tegen onsen God ouer getreden, dat wi vremde vrouwen wt den volcken des lants genomen hebben. Nv dan isser eenich Ga naar margenoot* berou) in Israel ouer ditte,

3

so laet nv ons een verbondt maken met onsen God, dat wi alle die vrouwen ende die van hen geboren zijn, wech doen, na den wille des HEERN, ende der geender die de geboden ons Gods onderhouden, datmen doe na die wette.

4

Dus staet op, want het behoort v toe wi sullen met v zijn, Sijt sterc ende doetet.

5

Doen stont Esdras op, ende hi Ga naar margenoot* beswoer) dye ouerste priesteren ende leuiten, ende gheheele Israel, dat si na dese woorden doen souden. Ende si swoeren.

6

Ende Esdras stont op voor dat huys Gods, ende ginc in die camer Iohanan, des soons Eliasib, ende doen hi daer quam, en adt hi geen broot, ende en dranc geen water, want hy bescreyde om die ouertredinge der geender die wter geuangenisse quamen.

7

Ende si lieten wtroepen door Iuda ende Ierusalem tot allen kinderen der ouerreysinge, dat si te Ierusalem souden vergaderen.

8

Ende die welcke niet en quamen binnen drie dagen na den raet der ouerster ende ouders, Ga naar margenoot+ diens goet soude al verbannen ende verbuert zijn, ende hi soude afgesceyden zijn vander gemeynten der geuangenen.

9

Doen vergaderden alle die mannen van Iuda ende Beniamin te Ierusalem binnen drie dagen, dat is inden twintichsten dage der neghender maent, ende allet volc sat op die strate voor den huyse Gods, ende beefden om der sonden wille, ende vanden regen,

10

ende Esdras die priester stont op, ende sprac tot hen. Ghi hebt ouergetreden ende ghi hebt vremde wiuen genomen, dat ghi dye scult Israel noch meer soudt maken.

11

Dus belijdt nv den HERE uwer vaderen Godt, ende doet zijn welbehagen, ende sceydet v vanden volcke des lants, ende vanden vremden wiuen.

12

Doen antwoorde die geheele ghemeynte ende sprac met luyder stemmen. Het geschiede so ghi ons geseyt hebt,

13

maer want des volcs is vele, ende regenachtich weder, wi en konnen niet buyten gestaen, ooc so en ist niet eens oft tweeder dagen werc, want wi hebben seer grotelijck gesondicht in dit woort,

14

laet ons onse ouerste bestellen inder geheelder gemeynten, dat alle die in onsen steden vremde wiuen genomen hebben, tot ghesetten tiden comen, ende de ouders van elcker stat ende haere rechters mede, tot dat van ons ghekeert worde dye gramscap ons Gods, om deser sonden wille,

[pagina Aa5r]
[p. Aa5r]

15

Ga naar margenoot+Doen werden gestelt Ionathan die sone Asahel ende Iehasia de sone thecur ouer dese sake Ende Mosollam ende Sebathai dye leuiten holpen hen,

16

Ende die kinderen der geuangenissen deden also, ende die priester Esdras ende die princen des huysgesins onder haers vaderen huys, ende alle die genoemde saten opten eersten dach der thienster maent, om dese sake te ondersoecken

17

Ende si zijn voltelt alle mannen die vremde wiuen ghenomen hadden totten eersten dach der eerster maent

18

Ga naar margenoot+Ende onder die kinderen der priesteren werden geuonden, die vremde wiuen genomen hadden, te weten onder die kinderen Iosue, des soons Iosedech ende sinen broeder Maaseia, Elieser, Iarib ende Godalia,

19

Ende si ghauen haer hant daer op, dat si die wiuen wilden wt stooten, ende haeren offer eenen ramme voor haer scult,

20

Onder de kinderen Emmer Hanani ende Sebadia.

21

Onder die kinderen Iarim, maaseia, elia, semaia Iehiel, ende Vsias,

22

onder die kinderen Pashur, Elioenai, Maaseia Ismael, Nathanael, Iosabed ende Eleasa,

23

Onder die leuiten kinderen Iosabad, Simei ende Celaia, hi is die Calitha Parthahia, Iuda ende Eliezer.

24

Onder die sangers Eliasib. Onder die poortiers Sellum Telem ende Vri,

25

Van Israel onder die kinderen Pharos, Reimeia, Ezia, Melchia Miamin Eleazar, Melchia, ende Banaia,

26

Onder die kinderen Elam, Mathania, Sacharias, Iehiel, Abdi, Ieremoth, ende Elia,

27

Onder die kinderen Sethua Elioenai, Eliasib, mathania, ieremot, Sabad, ende Asisa,

28

Onder die kinderen Bebai Iohanan, ende Hanania, ende Sebai, ende Athlai,

29

Onder die kinderen Benni, Masollam, malluch, Adaia, Iasub, Seal, ende Ieramoth,

30

Onder die kinderen Pahath, Moab, Adna, Chalal, Banaias, Maaseia, Mathenias, Bezeleel, Benni ende Manasse,

31

Onder die kinderen Harim, Eliesar, Iesia, Melchia, Semaia, Simeon,

32

Ben Iamin, Malluch ende Samaia,

33

Onder die kinderen Hasum, Mathnai, Maretha, Sabad, Elipheleth, Ieremi Manasse, ende Semei,

34

Onder die kinderen Bani, Maadai, Amram, Huel,

35

Benaias, ende Bedaia ende Chelui,

36

Naia, Meremoth, Eliasib,

37

Mathanias, Mathenai, Iaesan,

38

Bani, Bennui, Simei,

39

Salemia, Nathan, Adaia,

40

Mechnadbai, Sasai, Sarari,

41

Asareel, Selemiahu, ende Samaria,

42

Sellum, Amaria ende Ioseph,

43

Onder die kinderen Nebo, Iaiel, Mathathias, Sabad, Sabina, Iaddai Ioel, ende Banai

44

Dese hadden alle vremde wiuen genomen, Ende daer waren sommige onder die selue wiuen, die kinderen ghebaert hadden.

§ Hier eyndet dat eerste boec Esdre.

margenoot+
A

margenoot*
th. hope.

margenoot*
th. nam eenen eedt van

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken