Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .viij. Capittel.

[pagina Aa8r]
[p. Aa8r]

1

Ga naar margenoot+DIe seuende maent was comen, Ga naar margenoot* ende dye kinderen van Israel waren in haer steden so vergaderde hem tgeheele volc als een man, op die brede strate, voor die waterpoorte ende spraken tot Esdra den scriftgeleerden, dat hi dat wet boec Moysi soude halen, dat die HEERE Israel gheboden hadde.

2

Ende Esdras die priester bracht die wet voor die ghemeynte beyde mannen ende vrouwen, ende alle diet verstaen consten, inden eersten dage der seuender maent,

3

ende las daer Ga naar margenoot* int openbaer) in die brede strate, die voor die poorte was, van smorgens vroech totten middach toe, voor man, ende wijf, ende voor die wise, ende des geheelen volcx ooren waren totten wetboec ghekeert.

4

Ga naar margenoot+Ende Esdras die scrift geleerde stont op eenen hoogen houten trap dien si gemaect hadden, om daer op te prediken, ende neffens hem stont Mathathias, Sema, Anania, Vria, Helchia, Maasia tot zijnder rechter handt, ende tot zijnder slincker hant Phadaia, Misael, Misael, Melchia hasum, haseba, dana, sacharia, ende Mosollam

5

Ende Esdras dede dat boec open voor tgheheel volc, want hi stac wt ouer alle tvolc, ende doen hijt open dede, so stont alle tvolc.

6

Ende Esdras loofde den HERE Ga naar margenoot* den God met luyder stemmen) Ende allet volc antwoorde Amen, met haeren handen opwaerts, ende neychden ende aenbaden den HERE metten aensichte ter aerden.

7

Ende Iosue Baani, serabia, Iamin, Akub, Sebthai Odia, Masia, Klita, Asarias, Iosabith, Hanam, Phalaia. Ende die Leuiten deden stilte maken onder dat volc om die wet te aenmercken ende dat volc stont op zijn steden,

8

ende si lasen in dat wet boec Gods claerlic ende verstandelic datment verstont doen ment las.

9

Ga naar margenoot+Ende Nehemias die daer is Athersata, ende Esdras die priester die scrift geleerde ende dye leuiten die dat volc bedieden, spraken tot alle dat volc. Desen dach is heylich den HEERE uwen God, daerom en zijt niet droeue ende en weent niet. Ga naar margenoot* Want alle tvolc weende, doen si die woorden der wet hoorden,

10

daerom sprac hi tot hen. Gaet henen ende etet dat vette ende drinct dat soete ende seyndet den genen ooc deelen die voor hen seluen niet bereit en hebben Want desen dach is heylich onsen HEERE, daer om en becommert v niet. Want dye blischap aen den HERE is uwe stercheit.

11

Ende die leuiten stilden allet volc ende spraken, zijt stelle want den dach is heylich, en bedroeft v niet.

12

Ende alle tvolc ginc wech dattet soude eten ende drincken ende deelen seynden, ende een grote bliscap maken, Want si hadden die woorden verstaen diemen hen vercondicht hadde. [kolom]

13

Ga naar margenoot+Ende des anderen daechs vergaderden hen die ouerste der huysgesinnen onder dat gheheele volc, ende die priesters ende leuiten tot Esdram den scriftgeleerden, dat hi hen de woorden der wet soude bedieden.

14

Ende si vonden gescreuen in die wet Ga naar margenoot* dat die HERE door Moysen geboden hadde den kinderen van Israel in loueren tenten te woonen op die feeste in de seuende maent.

15

Ende si lietent vercondigen ende wtroepen in alle haer steden, ende te Ierusalem, ende seggen. Gaet wt op die berghen ende haelt olijftacken, ende Ga naar margenoot* tacken des alderscoonsten hout) mirren tacken, palmen tacken, ende tacken van dichten boomen, datmen loueren tenten make, so het bescreuen staet.

16

Ende dat volc ginc wt ende haelden ende maecten hen loueren tenten, elc op zijn dac, ende haer salen ende inden houen aent huys Gods, ende op die breede strate aen die waterpoorte, ende op die breede strate aen die poorte Ephraim.

17

Ende die gheheele vergaderinge der genen die wt der geuangenissen weder waren ghecomen, maecten hutten van meyen ende woonden daer in, want de kinderen Israel en hadden sint der tijt Iosue den sone Nun tot desen dach toe niet also gedaen, ende twas een seer groote bliscap.

18

Ende Ga naar margenoot* Esdras) las alle dage int wet boec Gods vanden eersten dach aen totten lesten toe, Ende hielden die feeste seuen dagen, ende opten achtsten dach de vergaderinge der giften alsoot behoort.

§ Hoe tvolc berou bewees van haer ende haerder vaders zonden, ende haer huysurouwen die buten vrouwen wech iaechden ende Esdras vertelt des Heren weldaet.

margenoot+
A
margenoot*
Der hutten feeste onder esdra ende neemia

margenoot*
Ten is niet int heb.

margenoot+
B

margenoot*
th. den groten God

margenoot+
C
margenoot*
iij.esdr. ix.g

margenoot+
D

margenoot*
Leui. xxi.g.

margenoot*
the. balsem tacken

margenoot*
th. men las.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken