Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina Dd6v]
[p. Dd6v]

[kolom]

§ Hier beghint dat boeck Tobie.

§ Hoe tobias van zijnder kintsheit aen in die wegen Gods wandelde, ende hoe hi alle die wercken der bermherticheyet volbrocht, ende daerom bi na ghedoot was.

§ Dat .i. Capittel.

1

Ga naar margenoot+TObias vanden gheslachte ende stat Nephthalim, Ga naar margenoot+ die daer is inden ouersten deelen van Galileen, bouen naason, naden wech die westwaert leet, hebbende die stadt Sephet te slincker siden,

2

Als hi gheuanghen was inden daghen Salmanasar des Conincs van Assyrien. Nochtans in die gheuanghenisse gheset, en heeft den wech der waerheit niet verlaten,

3

alsoo dat hi alle dat hy hebben mochte, daghelics den mede gheuanghenen broeders, die van sinen gheslachte waren, mede deelde,

4

Ende hoe wel dat hi die alder ioncste was inden geslachte Nephthalim, so en dede hi nochtans niet kintselijc inden wercke,

5

Voort meer doen si alle ghingen totten gulden calueren, die Ieroboam die coninc van Israel had gemaect, vluchte dese alleen, dier alre gheselscap

6

ende reysde te Ierusalem totten tempel des HEEREN, Ga naar margenoot+ ende aldaer aenbadt hi den HEERE God van Israel, ende offerde getrouwelic alle zijn eerste vruchten, ende zijn thienden,

7

also dat hi int derde iaer alle thiendinge, den nieuwen bekeerden ende toecomelinghen diende.

8

Dese dinghen ende deser ghelijck, onderhielt hi na die wet Gods,

9

doen hi noch een cleyn kindeken was, Maer doen hi een man was geworden, so nam hi een huysurouwe Annam van sinen gheslachte, ende wan wt haer eenen sone, ende hiet hem met sinen name,

10

dien hi van zijnder kintsheit op God leerde vreesen, ende hem wachten van alle sonden.

11

Ga naar margenoot+Aldus doen hi mits die gheuanghenis in dye stadt Niniue was ghecomen met zijnder huysurouwe ende met sinen sone, ende met alle zijn gheslachte,

12

ende als si alle vander spijse der heydenen aten, so bewaerde dese zijn siele, ende en wert noyt besmet in haere spijsen.

13

Ende want hy des HEEREN ghedachtich was in alle zijnder herten, soo ghaf hem God ghenade in die teghenwoordicheit Salmanasar des Conincs

14

Ende dye ghaf hem macht te ghaen, waer hy wilde, hebbende vryheyt te doene wat hy wilde.

15

Aldus reysde hy door alle dye in die gheuanghenisse waren, ende ghaf hen luyden vermaninghe der salicheyt.

16

Ende als hy was ghecomen te Rages in die stadt der Meden, ende hadde thien pondt

[pagina Dd7r]
[p. Dd7r]

siluers, Ga naar margenoot+ van dien dinghen daer hy mede vanden Coninc gheeert was,

17

ende sach met een groote schare zijns gheslachtes Gabelum ghebreck hebben, die van sine afcoemst was so gaf hy hem dat voorgenoemde gewicht siluers onder een handtscrift,

18

Na vele tijts doen Salmanasar die coninc doot was, als Sennacherib zijn sone voor hem regneerde ende hatede die kinderen van Israel in zijn aenscouwen,

19

so ginc Tobias dagelics door alle zijn maechscap, ende troostese, ende deylde elcken na dat hi vermochte van sinen goede

20

Ga naar margenoot+Hi spijsde die hongherighe, ende den naecten gaf hi cleederen, Ga naar margenoot+ ende die dooden ende verslaghene begroef hi sochfuldelijck,

21

Daer nae doen die Coninc Sennacherib weder was gekeert vliende van Iudeen dye plaghe, dye God by hem hadde gesonden, om sine gods lasteringhe, ende hi wert toornich ende versloech vele wt den kinderen van Israel, soo begroef Tobias haer lichamen,

22

Ende doent den Coninc wert ghebootscapt, so hiet hi hem doot slaen, ende nam alle zijn goet,

23

Tobias die vluchte met sinen sone ende met sinen wiue, ende was naect verborghen, want vele hadden hem lief,

24

Maer na vijf ende veertich daghen, soo dooden den Coninck sine sonen,

25

ende Tobias is weder om ghekeert tot sinen huyse, ende alle zijn goet wert hem weder ghegheuen

[afbeelding]

§ Hoe Tobias die dooden begroef, ende hoe hem eenen swalemen dreck blint maecte als hi lach ende sliep, ende hoe hi daer in verduldich was

margenoot+
A
margenoot+
Dit boeck tobie is in caldeeusche tale bescreuen, ende en is niet vander regule der heyliger scrift

margenoot+
iiij.re. xv.d.

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D
margenoot+
iiij.re. xix.g


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken