De Vorsterman Bijbel

§ Dat .xiiij. ca.

[p. Ee8r]

1

⁺ENde Iudith seyde tot alle tvolc, Broeders, hoort mi, Hanct dit hooft op onse mueren,

+ A

2

ende het sal wesen als die sonne opcomen sal, so neme een yegelijc zijn wapenen, ende gaet wt met een ghedruysch, niet op dat ghi nederwaerts daelt, maer als eenen druyschenden oploop makende,

3

Dan salt van noode zijn, dat die bespieders vlien, om haeren prince op te wecken totten strijde,

4

Ende als haere vorsten tsamen loopen tot Holofernis wooninge, ende vinden hem eenen block in zijn bloet ghewentelt, soo sal die vreese op hen vallen,

5

Ende als ghi weet dat si vlien, so gaet hen sonder sorghe na, Want die HEERE salse in stucken wrijuen onder v voeten.

6

⁺Doen Achior die cracht sach die god van Israel gedaen had, so liet hi de zeden des heydenscaps ende geloofde God, ende besneet tvleesch zijns voorsloefs, ende hi wert totten volck van Israel geset, ende alle die nacomelingen zijns gheslachts, tot opten dach van heden,

+ B

7

Ende terstont doen den dach opstont hebben si Holofernis hooft op de mueren gehangen, ende elc man nam zijn wapen, ende si zijn met grooten ghestalpe ende huylinge wtgegaen,

8

Doen die bespieders dat sagen liepen si tot Holofernis wooninge

9

Ende die in zijn wooninge waren, quamen ende stalpende voor den inganck der slaepcameren om hem te wecken, so pijnden si hen ongerusticheyt met const te maken, op dat Holofernes niet vanden wecken, maer geluyt makende ontwaken soude,

10

Want niemant en dorste die slaepcamer der machticheyt van Assyrien, cloppende oft ingaende opendoen,

11

Maer doen zijn leydsmannen, hooftmannen, ende alle die meeste der Assyrien heyr quamen, seyden si den camerlingen,

12

Gaet in ende wect hem op, Want die muysen wt haer holen gegaen, ⁺ zijn soo coene dat si ons totten strijdt beroepen.

+ C

13

Doen ginc Vagao in zijn slaepcamer ende stont voor die gordine, ende sloech zijn handen te gader, want hi vermoede dat hi met Iudith sliep,

14

Maer doen hi geen verroeringhe des genen die daer liggende was metten geuoelen der ooren en vernam, ⁺ so ginc hi nakende totter gordinen, ende die oplichtende, ende Holofernis doode lichaeem sonder hooft in zijn bloet beettert sach liggen op daerde, so riep hi wt met luyder stemmen, met weeninge, ende scoorde zijn cleederen

+ D

15

ende ginc in Iudiths wooninge ende en vantse niet, Ende hi spranc wt totten volc

16

seggende, Een Ebreeusch wijf heeft een bescaemtheyt int huys des conincx Nabuchodonosors gedaen, want siet Holofernes leyt op die aerde, ende zijn hooft en is niet aen hem,

17

Doen de princen [kolom] der cracht der Assyriers dat hoorden so scoorden si al haer cleederen, ende daer viel een onuerdragelike vreese, ende beuinge op hen, ende haer gedachtenissen zijn zeer verbaest,

18

Ende daer is een roepinghe int midden haerder heyrleghers gheworden die ontallijck was.

§ Hoe die van Assirien vluchteden haestelijck, ende hoe die kinderen van Israel rijck werden anden roof.