Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xvi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DOen sanck Iudith den HEERE dit liedeken seggende,

2

Begint den HEERE op tambueren, singet den HEERE in cimbalen, singhet hem soetelijc een nieu lof, verhueget ende aenroept sinen name,

3

Die HEERE vernielt de oorloghen in stucken, de HERE is sinen name,

4

Die zijn heyrlegers int midden zijns volcs heeft geset, op dat hi ons van alle onser vianden handen soude verlossen,

5

Assur quam wten bergen vanden noorden, in menichte zijnder stercheyt Wiens menichte die beken heeft gestopt, ende haerluyden peerden die dalen bedect,

6

Hi heeft gheseyt, dat hy mijn palen soude aensteken, ende mijn ionghelinghen metten swaerde dooden, mijn ionge kinderkens te geuen tot eenen roof, ende mijne maechden ter gheuanckenissen.

7

Ga naar margenoot+Maer die almachtighe HEERE heeft hem ghelet, ende heeft hem inder vrouwen hant ouer gheleuert, ende heeft hem beschaemt,

8

Want haer machtighe en viel niet vanden ionghen gesellen, noch der sonnen sonen en versloeghen hem niet, noch die hooge ruesen, en stonden tegen hem niet op, maer Iudith die dochter Merari, nam hem zijn macht, met die ghedaente haers aensichts,

9

Want si dede die cleederen haerder wedulijc staets wt, ende dede de cleederen der bliscapen aen, in verhueghinghe der kinderen Israel,

10

Si salfde haer aensicht met saluen ende si bandt de vlechten huers hars met een huyue, om hem te bedriegen,

11

Haere pantoffelen namen sine ooghen wech, haer scoonheyt vinc zijn ziele, Si hieu sinen necke met eenen sweerden af,

12

Die Persen ontsaghen haer stantafticheyt, ende die Meden haer coenheyt,

13

Doen huylden die heyrleghers van Assyrien, doen mijn ootmoedige openbaerde verdorrende van dorste,

14

Die sonen der ionger meyskens doorstakense, ende si sloeghense doot als vluchtende kinderen, Si zijn vergaen inden strijt vanden aensichte des HEE-[kolom]REN mijns Gods,

15

Laet ons den HEERE eenen lofsanc singen, Laet ons onsen Godt eenen nieuwen lofsanc singen

16

Ga naar margenoot* Adonai) HERE ghi zijt groot ende heerlijc in crachten, ende die niemant verwinnen en mach.

17

Ga naar margenoot+Alle uwe creatuere diene v, want ghy hebbet geseyt, Ga naar margenoot+ ende si werden gemaect, ghy seyndet uwen geest, ende si zijn gescapen ende daer en is niemant, die uwer stemmen wederstae

18

Die bergen sullen vanden fundamenten worden geroert metten wateren ende die harde steenen sullen voor v aensicht smilten ghelijc wasch,

19

Maer die v vreesen, sullen voor v in allen dingen groot wesen,

20

Wee den volcke dat op staet teghen mijn geslachte, want die almachtighe HEERE salt in hen wreken, inden daghe des oordeels sal hise besoecken,

21

want hi sal vier ende wormen in haer vleesch gheuen, dat si bernen ende geuoelent tot inder eewicheyt.

22

Ende het is hier na gheschiet, dat alle tvolc na die victorie te Ierusalem is gecomen, den HEERE te aenbidden, ende terstont als si gereynicht zijn, so hebben si alle brantoffer, ende haer begheerten, ende haer geloften gheoffert

23

Ende Iudith offerde alle de oorloochsche ghereeschap Holofernis, die haer tvolc ghegeuen hadde, ende den throon vanden ghordinen die si wech ghenomen had, tot een vermaledidinghe der verghetentheyt.

24

Ga naar margenoot+Ende tvolck was ghenoechlijc na dat aensicht der heylighen, ende die blischap deser victorien is drie maenden gheuiert met Iudith,

25

Maer na dese daghen keerde elck weder totten sinen, ende Iudith is groot ghemaect in Bethulia, ende si was die heerlicste des heelen landts van Israel,

26

Si was ooc der duecht der reynicheyt toegeuoecht also dat si alle die dagen haers leuens geenen man en bekende vander tijt dat Manasses haer man sterf,

27

Ende in die hoochtidelike daghen ghinck si voort met grooter eeren,

28

Ende si bleef int huys haers mans hondert iaer ende vijf, ende si liet haer dienstmaerte vry, ende si sterf, ende is begrauen met haeren man in Bethulia,

29

ende alle tvolck beweendese seuen daghen,

30

Binnen alle die tijden haers leuens, en was nyemant dye Israel verstoorde, ende vele iaren na haer doot,

31

Den dach der victorien deser feestelicheyt wert vanden Ebreen int ghetal der heyligher daghen ontfaen, ende wort vanden Iodenn gheuiert van die tijt aen, tot op desen teghenwoordighen dach.

§ Hier eyndet dat boeck Iudith.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot*
HEERE

margenoot+
C
margenoot+
psal. xxxij ende .xlviij.

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken