Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .x. Capittel.

1

Ga naar margenoot+MIinder sielen verdriet mijns leuens, Ic sal mine clagen laten gaen tegen mi

2

ende sal spreken in bitterheyt mijnder sielen, ende tot Gode segghen, En wilt mi nyet verdoemen Gheeft mi te kennen waer om dat ghi mi aldus oordeelt?

3

Dunct v goet wesen, dat ghy mi dese quellinghe aendoet, ende verdruct mi dwerck uwer handen? ende helpt der ongodliker menschen raet?

4

hebt ghi dan oec vleeschelike ooghen, oft sult ghi sien ghelijc een mensche siet?

5

Ga naar margenoot+Oft zijn uwe daghen als eens menschen dagen? oft uwe iaren als des menschen tijden,

6

dat ghi nae mijn onrecht vraecht, ende doorsoect mine sonden,

7

dat ghi weet hoe dat ick nyet ongodlics ghedaen en hebbe, Soo doch nyemant en is, diet wt uwer handt verlossen mach

8

Vwe handen hebben mi ghescapen, ende ghemaect, Ga naar margenoot+ gheheele inden omganc, ende verworpt mi dus gheringe onuersiens van bouen ter neder?

9

Ghedenct doch dat ghi mi wt leem gemaect hebt, ende sult my weder tot aerde maken,

10

en hebt ghi mi niet als melck ghemolcken, ende als keese laten rinnen?

11

ghy hebt mi vel ende vleesch aenghedaen, met beenen ende aderen hebt ghi mi te samen geuoecht,

12

Ga naar margenoot+leuen ende barmherticheyt hebt ghi mi ghegeuen, ende v Ga naar margenoot* besoecken) heeft bewaert minen Ga naar margenoot* gheest)

13

Ende hoe wel ghi dat in uwer herten verbercht, soo weet ic nochtans dat ghi alle dinghen ghedenct,

14

Heb ic ghesondicht, ende ghi hebt mi Ga naar margenoot* een vre) gespaert, waer om en laet ghy mi niet suyuer bliuen van mijnder ongodlicheyt?

15

Ende ben ick ongodlick, soo is my wee, ende ben ick rechtueerdich, soo en sal ick nochtans mijn [kolom] hooft niet opheffen, om dat ic vol versmaetheyts ben, ende Ga naar margenoot* allende,

16

Ga naar margenoot* Ende ghelijc om der houerdicheyt suldi my vanghen, als een leeuwinne, ende als ghy weder om ghecomen zijt, pinichde ghi mi wonderlic,

17

Ghi verniewet uwe ghetuygen teghen mi, ende vermenichfuldicht uwe gramscappe teghen mi, Ga naar margenoot+ Ende die pinen striden teghen mi, Ga naar margenoot+

18

Waer om brochte ghy mi wt mijn moeders vroulicheyt? Och oft ic gestoruen ende verteert waer, dat my gheen ooghe en saghe,

19

Soo hadde ic geweest als oft ic noyt gheweest en ware van moeders lichaem totten graue ghebrocht,

20

En sal die luttelheyt mijnder dagen dan nyet cortelic een eynde hebben? Laet mi daer om dat ic mijn droefheyt een weynich bescreyen mach

21

eer dan ick wech gae, ende en come niet weder int landt der duysternissen, ende ouerdect metter donckerheyt der doot,

22

een lant van catiuicheden ende duysternissen, daer die scaeye der doot, ende gheen ordinancie en is, maer daer eewelike veruaernisse binnen woont.

§ Hoe Iob berispt wort, ende hem bewesen wort, dat hi te rechte om zijnder sonden wille gestraft wort.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
Deuter. iij. psal. cxviij.

margenoot+
C
margenoot*
the. opsien.
margenoot*
the. adem

margenoot*
ten is nyet int hebr.

margenoot*
the. sie mijn.

margenoot*
the. ende ghelijck hem een leeuw oprecht veriaechdi my

margenoot+
D
margenoot+
Iob. iij.b Hier. xx.b.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken