Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxxiij. Cap.

1

Ga naar margenoot+HIer om Iob hoort doch mine reden, ende aenmerct alle mine woorden,

2

Siet ick heb minen mont open ghedaen, ende mine tonghe sal spreken binnen minen monde,

3

Mine woorden sullen wt simpelder herten wesen, ende mijn lippen sullen dat recht verstant segghen,

4

Den gheest Gods heeft my ghemaect, ende den adem des almachtighen heuet mi dat leuen ghegheuen,

5

Ist dat ghi moghet so antwoort mi, ende staet tegen mijn aensicht,

6

Siet God heeft mi ooc ghemaect also wel als v, ende ic ben vanden seluen slijck ghemaect,

7

Nochtans en veruaere v niet mijn wonderlicheyt noch mijn wtsprake en si v niet swaer.

8

Ga naar margenoot+Want ghi hebt ghesproken in mijn ooren, ic hebbe die stemme uwer reden ghehoort,

9

Ic ben suyuer ende sonder misdaet onbesmet, ende in mi en is gheen sonde,

10

Want hi heeft een clachte teghen mi geuonden, daer omme achtet hy mi voor sinen vyant,

11

hi heeft mijn voeten inden stoc gesedt, ende heeft alle mine wegen bewaert,

12

Dit is dan die reden waer om dat ghi niet rechtuerdich ghemaect en zijt, Ic sal v antwoorden, want god is meerder dan een mensche,

13

Ghi strijt tegen hem om dat hi v niet gheantwoort en heeft op elck woordt,

14

God dye spreect eens, ende hi en sal dat selue nyet noch eens verhalen.

15

Ga naar margenoot+Inden droome in des nachts visioene, als den slape op die luyden valt, als si opt bedde slapen,

16

dan opent hi de ooren der mannen, ende haer leerende onderwijstse met leeringhe,

17

dat hi den menschen van die dingen dye hi heeft gedaen soude keren, ende verlossen hem vander houerdie,

18

ende bescermen zijn siele voor de verderuinge, ende zijn leuen, dat het niet int sweert en valle,

19

Hi straft hem ooc met smerte op zijn bedde, ende alle zijn gebeente doet hi verdroogen,

20

Dbroot wort hem grouwelic in zijn leuen, ende zijnder sielen spise die hi te voren begeerde,

21

Sijn vleesch sal verdwinen, ende zijn beenen die bedect waren sullen naect ghebloot worden,

22

Sine siele sal totter verderuinghe ghenaken, ende zijn leuen totten sterffelijcken dinghen.

23

Ga naar margenoot+Waert dat dan een Enghel voor hem sprake, een wt duysenden, om des menschen rechtueerdicheyt te vercondighen,

24

soo sal hi hem ghenadich zijn ende segghen, verlost hem dat hi niet nederwaert en vare inde ver-

[pagina Gg7v]
[p. Gg7v]

ganckelicheyt, Want ic hebbe een versoeninge gheuonden daer ic hem goedertieren in sal wesen,

25

Ga naar margenoot+Sijn vleesch is verteert van pinen, laet hem weder comen totten dagen zijnder ioncheyt,

26

hi sal God bidden, die sal hem ghenade thonen, ende sal zijn aensichte laten sien met vruechden die haer door de stemme wtwendelic verthoont, ende sal den mensche zijn rechtuerdicheyt betalen,

27

Hi sal de luyden aensien ende segghen, Ic hebbe ghesondicht, ende waerlic misdaen, ende en heb nyet ontfanghen soo ick weerdich was,

28

Hy heeft Ga naar margenoot* zijn) siele verlost datse nyet reysen en soude inder verdoemenisse, maer datse leuende soude dat licht sien.

29

Siet alle dit werct God driewerf Ga naar margenoot+ aen eenen yegheliken,

30

dat hy haer sielen weder om soude roepen vander ghebreckelicheyt der sonden, ende verlichten soude met den licht der leuender,

31

Aenmerct Iob ende hoort toe na mi ende swijcht te wile dat ic spreke, Maer hebdy yet dat ghi spreken moecht, so antwoort mi, Segget op, ic wil dat ghi openbaerlick rechtuerdich schijnt,

32

Maer en hebdi niet, so hoort toe nae mi ende swijcht, ick sal v dye wijsheyt leeren.

§ Hoe Heliu voort meer Gods rechtuerdicheyt prijst.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot+
D

margenoot*
the. mijn

margenoot+
(driewerf) dat is dicwils.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken