Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat iij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+MIne kint, en vergetet mine wet niet, ende v herte beware mijn geboden,

2

Want si sullen v lancheyt der dagen, ende iaren des leuens ende vrede toe brengen,

3

barmherticheit ende waerheyt en sullen v niet laten, Hanctse aen uwen hals, ende scrijftse in die tafel ws herten,

4

so suldi ionste ende onderwisinge vinden voor God ende die menschen.

5

Verlaet v opten HEERE van geheelder herten, ende en verlaet v niet op uwe voorsichticheyt,

6

Maer ghedenct hem in alle uwe wegen, so sal hi uwe gan-

[pagina C1v]
[p. C1v]

gen spoedighen,

7

En weest niet wijs bi v seluen, Maer vreest den HEERE ende wijcket vanden quade,

8

Want dat sal uwen nauele gesontheyt zijn, ende uwe gebeente veruerschen.

9

Eert den HEERE van uwen goede, ende vanden eerstvruchten al ws incomens Ga naar margenoot* deylt den armen,

10

Ga naar margenoot+ so sullen uwe schueren vol worden ende uwe wijnperssen met most ouerloopen.)

11

Mijn kint, en verworpt die castijnge des HEEREN niet, ende en zijt niet onuerduldich als ghi van hem berispt wort.

12

Den welcken die HEERE bemint, dien straft hi, ende heeft welbehagen aen hem, gelijc een vader tot sinen sone.

13

Salich is die mensche die wijsheit vindet, ende die mensche, dien verstandenisse toe vloeyt,

14

Want haer vercieringhe is beter, dan die comenscap van siluer Ga naar margenoot* ende gout, ende haer vruchten zijn die eerste ende aldersuyuerste),

15

Die wijsheyt is costelijcker dan alle Ga naar margenoot* rijcdommen), ende al datmen wenschen mach, en is haer niet te gelijcken.

16

Langhe leuen is tot haerder rechter hant, Tot haerder slincker hant is rijcdom ende eere.

17

Haer weghen zijn schoone weghen, ende alle haer paden zijn vredelijc.

18

Si is eenen boom des leuens alle den genen diese gripen, ende salich zijn si diese houden,

19

Want die HERE heeft die aerde door die wijsheyt gefundeert, ende door de verstandenis die hemelen Ga naar margenoot* vastgemaect,)

20

Door zijn wijsheyt zijn die afgronden Ga naar margenoot* wtgeborsten) ende die wolcken met dauwe druypende tesamen gewassen.

21

Ga naar margenoot+Mijn kint, en laet dese niet van uwen ooghen wijcken, Bewaert Ga naar margenoot* mijn wet ende minen raet,)

22

die sullen uwer zielen leuen zijn, ende uwen mont sal gracieus zijn.

23

Dan suldi sekerlijck wandelen op uwen wech, ende uwen voet en sal hem niet stooten,

24

Slaept ghi, so en suldi niet vreesen, ghi sult rusten ende uwen slaep sal soet zijn,

25

En vreest niet van bottelike veruaernisse, noch voor den storm der ongodliker als si ouer v vallen,

26

Want die HEERE sal wesen aen v side ende sal behoeden uwen voet, dat ghi niet geuangen en wort.

27

Ga naar margenoot* En wilt niet verbieden den genen diet vermach goet te doen, Ist dat ghi moget, doet ooc selue goet)

28

En segt niet tot uwen vrient, gaet henen ende coemt weder, morgen sal ickt v gheuen, als ghijt terstont moecht geuen.

29

En pijnt niet quaets tegen uwen vrient Ga naar margenoot* Als hi zijn trouwe op v gestelt heeft,)

30

Ga naar margenoot+En kijft met niemant zonder oorsake, als hi v geen leet gedaen en heeft.

31

En volcht niet na met liefden, eenen onrechten mensche, ende en volghet zijn wege nniet.

32

Want alle bespotter is den HEERE een grouwel, ende zijn Ga naar margenoot* spraken zijn metten eenuoudigen).

33

Int huys der [kolom] onghodlijcker is Ga naar margenoot* ghebreck vanden HEERE) Maer die wooningen der rechtueerdigen sullen ghebenedijt worden.

34

Hi sal selue die bespotters bespotten, maer den saechtmoedighen sal hi ghenade gheuen,

35

Die wijse sullen eere beeruen, Maer der sotter verhooghinghe is schande.

§ Hoe Salomon door een ghelijckenisse van hem seluen leert datmen die wijsheyt soecken sal, Ende die vrucht der wijsheyt, ende den wech der wijsheyt, Ende der ongodlijcker wech, ende die woorden Gods te bewaren, Ende therte den mont, ende den ghanck te verwaren

margenoot+
A

margenoot*
ten is niet int heb.

margenoot+
B

margenoot*
th. ende haer incomen is beter dan gout.

margenoot*
th. peerlen

margenoot*
the. bereyt

margenoot*
th. gedeylt

margenoot+
C
margenoot*
thb. voorsichticheyt ende onderwijsinghe.

margenoot*
th. En ontsegget niemant goet te doen, vermacht uwe hant van god

margenoot*
the. die op trouwe bi v woont.

margenoot+
D

margenoot*
th. verborgentheit is byden oprechten

margenoot*
th. die vermaledijnge des Heeren


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken