Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+HOort mijn kinderen, die onderwisinge ws vaders, ende merct, op dat ghi die verstandenisse bekennet,

2

Want ic sal v geuen een goede Ga naar margenoot* gifte) en verlaet mijn wet niet.

3

Want ic was mijns vaders sone, een teedere, ende een eenige geboren voor mijn moeder,

4

ende hi leerde mi ende sprac, Laet v herte mijn woorden op nemen, ende houdt mijn geboden, so suldi leuen.

5

Ga naar margenoot* Besidt) wijsheyt, Besit verstandenisse en vergetet niet, ende en wijct niet vander redene mijns monts.

6

En verlaetse niet, so sal si v behouden, bemintse, so sal si v onderhouden,

7

Dat beginne der wijsheyt is, Besittet die wijsheyt, ende vercrijcht die verstandenisse Ga naar margenoot* in alle uwe besittinge,

8

Neemtse tot v) so sal si v verheffen, ende als ghise omuangen hebt, so sal si v heerlijc maken.

9

Si sal uwen hoofde geuen vermeerderinge van beuallicheden, Ga naar margenoot+ ende sal v ouerdecken met een edele croone.

10

Hoor mijn kint, ende ontfanct mijn redenen op dat uwer iaren vele worden.

11

Ic sal v den wech der wijsheyt wizen. Ende ic sal v door die Ga naar margenoot* padekens der rechtueerdicheyt) leyden,

12

die welcke als ghi ingaet, so en sal uwen ganc niet benaut worden, ende als ghi loopt, en suldi v niet stooten.

13

Vaet die onderwisinge, en laetse niet, bewaertse, want si is v leuen.

14

Ga naar margenoot* En verlusticht) niet op der ongodlijcker padt, ende en laet v niet behagen den wech der boosen,

15

Ga naar margenoot+Vliet daer af, ende en gaet daer niet dore. Wijct van hem, ende laetten varen,

16

Want si en slapen niet, si en hebben quaet gedaen, ende si en rusten niet, ten si dat si verdruckinge hebben ghedaen,

17

Want si eten dat broot der ongodlijcheyt, ende drincken vanden wijn des ongherechticheyts.

18

Maer der rechtueerdigher padt blinct ghelijck een licht, dat daer voort gaet, ende lichtet totten vollen dach toe,

19

Maer der ongodlijcker wech is doncker, ende en weten niet, waer si vallen sullen.

20

Ga naar margenoot+Mijn sone, aenmrct mijn woorden, ende buyget v oore tot mijnder redene,

21

En laetse niet van uwen oogen varen, bewaertse te midden in uwer herten.

22

Want si zijn dat leuen den genen diese vinden, ende gesontheyt

[pagina C2r]
[p. C2r]

haeren geheelen lijue.

23

Bewaert v herte met alder naersticheyt, Want daer wt gaet dat leuen,

24

Doet van v den verkeerden mont, ende laet die achterclappende lippen verre van v zijn,

25

Laet uwe oogen stracs voor hen sien, ende uwe oochscelen recht voor v gangen gaen,

26

Schict eenen pat uwen voeten, ende alle uwe weghen sullen Ga naar margenoot* geuesticht) worden,

27

En wanckelt niet ter rechter noch ter slincker siden. Keert af uwen voet vanden quade. Ga naar margenoot* Want die HERE kent die wegen die ter rechter hant zijn, maer die ter slincker siden zijn, zijn verkeert, Want hi sal v gangen recht maken, ende uwe reysen sullen met vrede verlenghet worden.)

§ Van op die wijsheyt te achtene, Ende van die vrouwe, ende die ongoddelijcke ende dwase ende quade ende vremde hoeren, die welcke teghen die goddelijcke wijsheyt wandelen, te wachtene.

margenoot+
A

margenoot*
th. leeringhe

margenoot*
thebre. vercrijcht

margenoot*
the. voor alle uwe haue. Verhefse.

margenoot+
B

margenoot*
the. rechte bane

margenoot*
thebre. En coemt

margenoot+
C

margenoot+
B

margenoot*
the. geuordert.

margenoot*
ten is niet int heb.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken