Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DEs conincs herte is alsoo in die handt des HEREN, gelijc die Ga naar margenoot* deylingen) der wateren, ende hi salt neygen waerwaerts hi wilt.

2

Elcken mensche dunct sinen wech recht zijn, maer die HEERE Ga naar margenoot* weget) die herten.

3

Doen ontfermherticheit ende oordeel is den HEERE lieuer, dan offerhande.

4

Ga naar margenoot* Verheffinge der ooghen ende verbreydinge der herten) ende die laterne der ongodliker is sonde.

5

Die opsetten des Ga naar margenoot* stercken) zijn altoos in oueruloedecheit, maer alle trage is in gebreck.

6

Die schatten vergaert metter logenen tongen, die is Ga naar margenoot* ydel ende sonder herte, ende sal ghestooten worden, tot die stricken des doots.)

7

Die roouen der ongodlijcker sullen-[kolom]se nedertrecken, want si en wilden Ga naar margenoot* geen oordeel doen.)

8

Eenen verkeerden wech des mans is veruremt, Maer wie reyn is dies werck is recht.

9

Ga naar margenoot+Het is beter te sitten inden hoecke des huys, dan bi een kijfachtige vrouwe in een Ga naar margenoot* gemeyn) huys.

10

Die ziele des ongodlijcken, wenschet arch, Ende en sal den naesten niet barmhertich wesen.

11

Als die Ga naar margenoot* quade gestraft woort, so sal die cleyne wijser wesen, Ende volcht hi die wijsen na, so sal hi kennisse ontfanghen.

12

Die rechtuaerdige denct vanden huyse des ongoddelijcken, Op dat hi die ongodlijcke af soude trecken vanden quade)

13

Die zijn oore verstoppet voor dat crijschen der armen, die sal oock roepen ende niet verhoort worden,

14

Een heymelijcke gaue stillet die gramscap, ende een geschencke inden schoot die meeste verbolgentheyt.

15

Het is den rechtuaerdigen een blijscap, te doen rechtuaerdich oordeel, Maer een vreese den quaetdoenders.

16

Een mensche die vanden wech der leeringen dwaelt, die sal bliuen woonen in die Ga naar margenoot* scare der ruesen.)

17

Wie Ga naar margenoot* lecker spijse bemint), die sal ghebreck lijden, Ende wie wijn ende vetticheden bemint, en sal niet rijck worden.

18

Die ongodlijcke moet voor den oprechten gegheuen worden, ende die boose voor die oprechte.

19

Het is beter woonen in woesten lande, Ga naar margenoot+ Dan bi een kijfachtige ende toornige vrouwe.

20

Ga naar margenoot+Inden huyse des wijsen is eenen begeerlijcken scat ende olye, Maer een sot slaet die onnuttelijcken door.

21

Wie der rechtuerdicheyt ende barmherticheyt volcht, Die vint dat leuen gerechticheyt ende eere.

22

Een wise beclam die stat der machtiger, Ende zijn Ga naar margenoot* betrouwen) bederf de vromicheyt.

23

Wie sinen mont ende tonge bewaert, Ga naar margenoot+ Die bewaert zijn ziele van benautheit.

24

Die stout ende vermeten is, heet Ga naar margenoot* ongeleert,) Die in toornicheyt houaerdige wercken doet.

25

Dat wenschen des luyen doodet hem, want zijn handen en wilden niet met allen doen.

26

Hi wenschet wel dagelijcs, Maer die rechtuaerdich is, sal geuen ende niet behouden.

27

Der ongodlijcken offerhande is een vereysen, Want si worden in sonden gheoffert.

28

Een logenachtighe ghetuyge sal vergaen, Maer Ga naar margenoot* een gehoorsaem man sal van victorien spreken.)

29

Die ongodlijcke vaertter metten hartneckighen hoofde door, Maer wie oprecht is, die betert zijn weghen.

30

Het en helpt gheen wijsheyt, geen verstant, gheenen raet teghen den HEERE.

31

Die paerden worden wel totten strijdt daghe bereydt, Maer Godt moet die Ga naar margenoot* salicheyt) gheuen.

[pagina C8r]
[p. C8r]

§ Van een goede fame ende naem, Van die vereeninge der twee natueren in Christo, van dat eynde der zedicheyt, vanden woecker, van die ghiften te gheuen van die suyuerheyt des herten, vanden traghen van die sotheyt eens kints, Den armen gheen gewelt te doen, Gheen vrientscap metten raescoppen, Gheen borghe te bieden, van die vermetentheyt

margenoot+
A
margenoot*
the. beken

margenoot*
tgeb. drijft

margenoot*
th. houaerdige oogen ende stouten moet

margenoot*
th. naerstighen

margenoot*
th. sal falen ende vallen ende onder dye dooden soecken

margenoot*
thebr. niet doen dat recht was

margenoot+
B
margenoot*
thebr. wijt

margenoot*
h. spotter ghestraft wort, soo worden die cleyn wijs Ende alsmen eenen wisen onderrecht, soo neemt hi bescheydentheyt aen. Die rechtuaerdighe onderwijst des ongodliken huys, Maer die ongodlike houden totten archsten.

margenoot*
thebre. ghemeynte der dooden

margenoot*
the. gheerne vrolijc is.

margenoot+
eccle. xxi.c.

margenoot+
C

margenoot*
the. macht

margenoot+
D

margenoot*
th. een spotter

margenoot*
the. wie hem laet seggen die mach oock altijt spreken

margenoot*
th. verwinninghe

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken