Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .x. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DEse wijsheyt bewaerde dien die erste van God ghemaect is een vader des aertrijcs, als hi alleene was geschapen, ende brocht hem wt van zijnder misdaet,

2

Ende hi brocht hem wt vanden slijme der aerden ende hi ghaf hem crachte alle dinghen te onderhoudene, Ga naar margenoot+

3

als die onrechtuaerdige wech ghinc van deser in zijnder gramschappen, Ga naar margenoot+ die broederlicheyt veghinc, Ga naar margenoot+ door die gramschappe des dootslaechs. Ga naar margenoot+

4

Om welcke doen dwater dlandt verdorf, soo heeft die wijsheit wederomme genesen, den rechtuaerdigen, Ga naar margenoot+ door een versmadelijck hout den rechtuaerdighen regerende.

5

Dese wijsheyt, als hen die natien in volginge der hoouaerdichheyt hadden verheuen, so kenden si den rechtueerdighen, ende si behielt hem Gode sonder claginge, ende hi heeft in den kinderen een stercke bermherticheyt bewaert.

6

Ga naar margenoot+Dese verloste den rechtueerdigen vliende vanden vergaenden ongodliken, alst vier neder viel inden vijf steden,

7

den welcken tot eenen ghetuygenisse, dat woeyste lant roocachtich blijft, ende boomen in onsekere tijt vrucht hebbende, ende eenen souts steene staende tot een gedachtenisse der ongeloouigher zielen,

8

Want die die wijsheyt voorbi ghingen, die en vielen niet alleen daer inne dat si die goeden niet en wisten, maer si lieten den menschen een ghedachtenisse haerder onwijsheyt achter, alsoo dat si oock niet verborghen en mochten bliuen inden dingen daer si in sondichden,

9

Maer die wijsheyt verlostese van smerten, die haerder waer nemen.

10

Ga naar margenoot+Dese beleyde den rechtuaerdighen voor-[kolom]uluchtighen der gramschapen zijns broeders, Ga naar margenoot+ door rechte weghen, ende hi toonde hem trijcke Gods, ende hi ghaf hem der heyliger kennisse, hi maecte hem eerlijck in den arbeyden, ende hi veruulde zijn arbeyden.

11

Int bedroch der ghenen die hem bedrogen, was si bi hem, ende maecte hem eersaem,

12

Si bewaerde hem vanden vianden, ende beschermde hem vanden verleysters, Ga naar margenoot+ Ende si ghaf hem eenen starken strijt, op dat hi verwinnen soude, ende weten dat die wijsheyt machtigher is dan alle dinck.

13

Dese en heeft den vercochten rechtuaerdighen niet verlaten, maer si verloste hem vanden sondaers, ende si daelde met hem neder in den cuyle,

14

ende si en verliet hem niet in den banden, tot dat si hem dat ceptrum des rijcs toe brochte, ende machticheyt teghen die ghene die hem verdructen, ende si toondese lueghenachtich te wesen, die hem besmetten, ende si ghaf hem eewighe claerheyt.

15

Dese verloste dat rechtueerdighe volck, ende dat zaet sonder claginge verlostede si vanden geslachten, Ga naar margenoot+ die hem verdructen,

16

Si ginc in die ziele des knechts Gods, ende stont teghen veruaerlijcke coninghen, in wonderen ende teekenen,

17

Ga naar margenoot+Ende si wederghaf den rechtuaerdighen, loon van haeren arbeyde, ende si beleyde die in eenen wonderlijcken wech, ende si was dien, in een bedecsel des daechs, ende snachts in een licht der sterren.

18

Ende si droechse door die roode zee, Ga naar margenoot+ ende si voerdese door een zeer groot water.

19

Maer dijer vianden verdrencte si in die zee, ende si leydese wt der diepte der hellen,

20

Hierom namen die rechtuaerdighe der booser menschen roof wech, ende si songhen, HEERE, uwen naem is heylich, ende si loefden te gader die verwinnersse uwe handt,

21

Want die wijsheyt dede der stommer mont open, ende si maecte die tonghen der onsprekender kinderen, wel sprekende.

margenoot+
A

margenoot+
Gene. i.d.

margenoot+
Genesis. iiij.b
margenoot+
Genesis. ij.b
margenoot+
genesis. vij.d

margenoot+
genesis. xi.d.

margenoot+
B

margenoot+
C
margenoot+
ge. xxviij b

margenoot+
ge. xxxvij f

margenoot+
Exo. i.e.

margenoot+
D

margenoot+
Exo. xiiij f


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken