Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .ix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+EN benijt den wiue ws schoots nyet, Ga naar margenoot+ op dat si ouer v niet en tone die quaetheit der schalcker leeringhe,

2

En gheeft den wiue die macht ws leuens niet, op dat si in v cracht niet en come, ende dat ghi dan beschamet wordet,

3

En aensiet niet en wijf die van veel wils is, op dat ghy messchien nyet en valt in hare stricken,

4

En zijt nyet ghemeynsaem met eender danserse, noch en hoortse nyet, op dat ghy messchien niet en verghaet in haerder crachtighe bedriechlicheyt,

5

En aenscout gheen maecht, op dat ghy messchien niet verargert en wort in haerder schoonheyt

[pagina F3r]
[p. F3r]

6

En gheeft den oncuysschen v ziele niet in eenighe dinghen, op dat ghi v seluen niet en verliest ende uwe erffenisse.

7

En wilt niet al omsien in die straetkens der stadt, Ga naar margenoot+ noch en gaet niet al om dwalende in haeren straten,

8

Keert v aensicht af van een vercyert wijf, ende en besiet gheen vremde ghedaente,

9

Veel zijnder vergaen in die ghedaente des wijfs, Ga naar margenoot+ ende daer wt ontsteect die begeerlicheyt als een vyer,

10

Alle wijf die oneerbaer van leuen is, die sal van allen voorbighanghers vertreden worden inden weghe als dreck,

11

Veel menschen die des vremden wijfs ghedaente verwondert hebben, zijn veracht gheworden, want haer aensprake ontsteect als een vyer,

12

En sidt in gheender manieren met een vremt wijf, noch en ligt met haer niet opt bedde,

13

ende en strijt met haer niet inden wijn, op dat v herte messchien tot haer niet en neyghe, ende dat ghi met uwen bloede niet in die verdoemenisse en valt.

14

Ga naar margenoot+En verlaet den ouden vrient niet, Want die nyeuwe en sal zijns ghelijcs niet zijn, Ga naar margenoot+

15

Nyeuwen wijn, nyeuwe vrient, Hi sal oudt worden, ende ghi sult hem met soeticheyt drincken,

16

En bemint niet heetelijck die heerlicheyt ende rijcheden des sondaers, want ghi en weet niet, welcke zijn toecomende verderffenisse sal zijn, Ga naar margenoot+

17

Der onrechtuaerdigher onrecht, en laet v niet behaghen, wetende dat een ongoddelijcke totter hellen toe niet behaghen en sal.

18

Sijt verre vanden menschen, die macht heuet te dooden, ende ghi en sult die vreese des doots niet vermoeden,

19

Ende ist dat ghi tot hem gaet, en wilt niet bedriuen, op dat hi messchien v leuen niet wech en neme.

20

Ga naar margenoot+Weet die ghemeynschap der doot, want ghi sult ingaen int midden der stricken, ende ghi sult op der smert lijdender wapenen wandelen.

21

Na v cracht wacht v van uwen naesten ende hebt te doen metten wijsen ende voorsichtigen

22

Gherechtighe mannen sullen v gasten zijn, Ga naar margenoot+ ende v glorieringhe sal inder vreesen Gods zijn,

23

ende Gods ghedenckenisse sal v inden sinne zijn, ende alle uwe vertellinghe inden gheboden des alderhoochsten,

24

Die wercken sullen worden ghepresen inder hant der constenaren, ende die princen des volcs, in die wijsheyt haerder reden. Maer dat woort des ouders inden sinne,

25

Een ghetongt mensch is veruaerlijc in sine stadt, ende een stout vermetende mensch sal hatelijck zijn in zijn woort.

margenoot+
A
margenoot+
Men sal schouwen de periculen der onsuyuerheyt.

margenoot+
B

margenoot+
Pro. xi.c.

margenoot+
C
margenoot+
Datmen die oude kennisse ende vrientscap niet en sal laten.

margenoot+
Men sal niet glorieren in die weluaert der sondaren.

margenoot+
D

margenoot+
Hoe danighe gasten datmen nooden sal. iij.reg. ij.a


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken