Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xvi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+EN hebt gheen ghenoechte in boosen kinderen, ist dat si vermenichfuldicht worden, noch en verblijt v niet ouer hen, ist dat die vreese Gods niet in hen en is,

2

En ghelooft haeren leuen niet, noch en aenschouwet haer arbeyden niet,

3

want beter is een die God vreest, dan duysent ongodlijcke kinderen,

4

Ende het is beter sonder kinderen steruen, dan ongodlijcke kinderen achter te laten,

5

Van eenen wijsen sal dat lant bewoont worden, ende van drien ongodlijcken salt woest ghelaten worden,

6

Mijn ooghe heeft veel sodanighe dinghen ghesien, ende mijn oore heeft stercker ghehoort dan dese, Ga naar margenoot+

7

Inder sondaren Ga naar margenoot+ synagoge salt vyer ontsteken, ende die gramschap sal in een ongheloouich volck ontsteken,

8

Die oude ruesen en hebben voor haer sonden niet ghebeden, die verdoruen zijn, betrouwende haerder crachten,

9

ende hi en spaerde haerder pelgrimagie niet, maer hi sloechse,, ende hi versmadese om die hoouaerdicheyt haers woorts.

10

Hi en ontfermde haerder niet, maer hi verderf alle dat volck, ende alle die hen verheffen in sonden,

11

Ende ghelijck ses hondert duysent voetknechten, die vergadert zijn in die hartheyt haers herten, ende hadder een hartneckich gheweest, so waert wonder hadde hi vrij gheweest.

12

Ontfermherticheyt ende gramschap is met hem, Machtich is verbiddinghe ende wtstortende die gramschap

13

Ga naar margenoot+na sine ontfermherticheyt, also is oock zijn berispinghe, Hi oordeelt den mensche na sine wercken,

14

Die sondaer en sal inden roof niet ontulien, ende die verdrachlicheyt is des gheens, die die ontfermherticheyt doet, ende en sal niet vertraghen,

15

Alle ontfermherticheyt sal elcken plaetse maken na die verdienste zijnder wercken, ende na die verstandenissen zijnder pelgrimagien,

16

En segt niet, Ick sal van Gode verborghen worden, ende wie sal mijns ghe-

[pagina F5v]
[p. F5v]

dencken vanden hoochsten,

17

Ick en sal niet gekent worden int groot volck, Wat is mijn ziele in soo ongemetene creatuere?

18

Siet den hemel ende die hemelen der hemelen, den afgront der aerden, ende die in hen zijn, sullen beroert worden in zijn aenschouwen,

19

die bergen tsamen, ende die hueuelen, ende die fundamenten der aerden, Ga naar margenoot+ ende als God dese sal aenschouwen so sullen si midts beuingen tsamen worden gescuddet,

20

ende in allen desen is therte wtsinnich ende alle herte wort van hem verstaen,

21

ende wie werstaet sine weghen? Ende die waterbare dewelcke smenschen ooge oock niet sien en sal?

22

want vele zijn wercken zijn in verborgentheden, maer wie sal die wercken zijnder gerechticheyt vercondigen? oft wie salse lijden? want dat testament verre van sommighe, ende der menschen onderuraginghe is in die voleyndinge.

23

Die vermindert wort van herten, denct ydelheden ende een onuoorsichtich ende dolende man denct sotte dinghen.

24

Mijn sone hoort mi, ende leert onderwisinghe des sins, ende aenmerct in uwer herten in mine woorden,

25

Ga naar margenoot+ende ick sal, in rechtuaerdicheit een goet onderwijs seggen, ende ick sal ondersoecken wijsheit te vertellen, ende in mijn woorden aenmerct in uwe herte, ende ick segghe in gerechticheyt des geests, duechden die Godt geset heeft in zijn wercken, vant beghinne, ende ick vercondighe zijn konste inder waerheyt,

26

In Gods oordeele zijn sine wercken vant beghinne, ende vander insettinghe der menschen ondersceide ic haer deelen ende haer beginnen in zijn volcken.

27

Hi heeft inder eewicheit haer wercken verciert, noch si en hebben geenen honger gehadt noch gearbeyt, ende si en lieten niet af van haeren wercken.

28

Een yegelijck en sal sinen naesten niet quellen tot in der eewicheyt.

29

En zijt sinen woorden niet ongeloouich.

30

Na dese dingen sach God op die aerde, ende veruulde die met sinen goeden.

31

Die ziele van elcken leuende heeft gebootschapt voor zijn aenschijn, ende in die, is weder haer wederkeeringhe.

margenoot+
A

margenoot+
Naum. xxi.b

margenoot+
Synagoga int Hebreeusch is also vele te segghen in Deutsch, als een vergaderinge

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken