Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxxi. Cap.

1

Ga naar margenoot+DIe wakinge der eersaemheyt, sal dat vleesche verteeren, ende zijn ghepyns sal den slaep wech nemen,

2

Dat ghedachte der voorwetentheyt keert den sin af, ende een zwaer siecte, maect een sober siele.

3

Die rijcke heeft ghearbeyt in die verghaderinghe des goets, ende in zijn ruste sal hy met sinen goeden worden veruult,

4

Die arme heeft gearbeyt in die verminderinge zijnder lijftohten, ende int eynde wort hy arme.

5

Diet gout lief heeft, dye en sal nyet gherechtueerdicht worden, ende die verteeringhe nauolghet, die sal daer af veruult worden.

6

Daer zijnder vele ghegheuen totten valle des gouts, ende haer verderffenisse is in zijn gedaente geschiet.

7

Dat gout der gheender dye sacrificie doen is een hout der verstooringhe, wee den ghenen die dien nauolgen, ende alle onuersichtighe sal daer inne verghaen.

8

Salich is die rijcke die sonder smette gheuonden is, Ga naar margenoot+ ende niet na tghout gheghaen en is, noch en heeft niet ghehoept in tghelt, ende in schatten.

9

Wie is dese, ende wi sullen hem louen? Want hy heeft wonder in zijn leuen ghedaen.

10

Dye daer inne gheproeft is, ende is volmaect geuonden, ende hi sal eewige eere hebben. Dye ouer mocht treden, ende en is niet ouergetreden, ende quaet doen, ende en heuet niet gedaen.

11

Daeromme zijn sine goeden vast staende ghemaect inden HEERE ende alle dye ghemeynte der heylighen sal zijn aelmose vertellen.

12

Sidt ghy tot eender grooter tafelen, ende doet v kake daer ouer niet eerst open.

13

En seght niet, ofter vele dinghen zijn die daer op zijn.

14

Ghedenct dat een schalck ooghe quaet is, Ga naar margenoot+

15

Wat is schalcker geschapen, dan die ooghe? Hier omme sal hi van alle sinen aensicht weenen als hijt siet,

16

En steect v hant nyet eerst wt, ende besmet zijnde met nijdicheyt, v niet en scamet,

17

noch en wort niet verdruct in die maeltijden met wijn.

18

Verstaet wt v seluen welcke dijn naesten zijn.

19

Gebruyct als een ralic mensche die dinghen die voor v worden gheset, op dat ghi niet ghehaet en wort, als ghi vele etet,

20

Laet eerst af om die beleeftheyt, ende en wilt niet te vele zijn, op dat ghi messchien niet en misdoet.

21

Ende ist dat ghy int midden van veel sittet, en steect v hant nyet eerst wt dan si, Ga naar margenoot+ noch en eyscht niet eerst te drincken.

22

Hoe veel ghenoech is eenen gheleerden [kolom] mensche weynich wijns, ende int slapen en sult ghi daer niet af arbeyden, ende ghi en sult gheen smerte gheuoelen,

23

Een ombesceyden mensche heeft wakinge, verwarmt beronnen bloet ende steecte.

24

Den slape der ghesontheyt is in eenen spaerachtighen mensche. Hy sal tot smorghens toe slapen, ende zijn siele sal haer met hem genoechte hebben,

25

Ende ist dat ghi bedwongen wort in veel te eten, staet op wt den midden, ende spuwet wt, ende het sal v vercoelen, ende ghi en sult uwen lichaem gheen siecte toebrengen,

26

Mijn kint hoort mi, ende en versmaet mi niet, ende inden wtersten sult ghy mijn woorden vinden,

27

In allen uwen wercken zijt snel, ende v en sal gheen siecte gemoeten, Ga naar margenoot+

28

Veelre menschen lippen sullen gebenedijen den blinckenden in brooden, ende dat ghetuych zijnder waerheyt is ghetrouwe.

29

Die stadt sal inden alderscalcsten broode murmureren, ende dat ghetuyghenisse zijnder salicheyt is warachtich.

30

Dye neerstighe inden wijn, en wilt nyet verwecken, want die wijn heefter veel verdoruen,

31

Dat vier proeft dat harde yser, also sal den wijn in dronckenschap gedroncken, Ga naar margenoot+ der hooueerdiger herten straffen,

32

Wijn in soberheyt gedroncken is den menschen een effen leuen, Ist dat ghi dien matelic drinct, so sult ghi sober zijn,

33

Welc is dat leuen, dwelc met wijn gemindert wort?

34

Wat vermindert dat leuen? Die doot,

35

Wijn is tot vrolicheyt ghescapen van tbeginne, ende niet tot dronckenschap

36

Vvijn matelic gedroncken, is verhueginge der sielen ende des lichaems,

37

Soberen drancke is gesontheit der sielen ende ooc des lichaems.

38

Vvijn veel gedroncken maect creytinge ende gramschap, ende veel vallen.

39

Vvijn veel gedroncken is bitterheyt der sielen.

40

Die moedicheyt der dronkenscap, is die aenstootinge des onuersichtighens verminderende dye cracht, ende makende wonden,

41

En berispet uwen naesten niet inder maeltijt des wijns ende en veracht hem niet in zijn vrolicheyt.

42

En segt hem gheen woorden der verwijtinghe, ende en druct hem niet int verhalen.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
Mat. xx.b

margenoot+
C

margenoot+
Pro. ij.b.

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken