Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat xlvij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+NA desen, so stont Nathan op die Propheet, Ga naar margenoot+ in Dauids daghen,

2

Ende als smeer verscheyden vanden vleessche, also is Dauid vanden kinderen van Israel verscheyden, Ga naar margenoot+

3

Hi speelde metten leeuwen, als die met lammeren, ende metten beyren dede hi gelijc metten lammeren der schapen,

4

En sloech hi in zijnder ioncheyt, den ruese niet doot? ende nam den lachter wech vanden volcke,

5

Int opheffen van zijnder hant, werp hi die verhueginge Godelie af, met eenen steen des slingers,

6

daer hi den almachtigen God aenriep, Ende hi ghaf in zijnder rechter hant eenen starcken man inden crijch wech te doen, Ga naar margenoot+ ende den horen zijns volcs te verheffen,

7

also heerlijc maecte hi hem in thien duisenden, Ende loefde hem in die gebenedijnge des HEEREN, Ga naar margenoot+ in dien dat hi hem die croone der heerlijcheyt ghaf,

8

Want hi vernielde die vianden aen alle zyden, ende hi wt wortelde die Philistinen, die wedersakers tot opten dach van huyden. Hi wreef haeren horen in stucken tot inder eewicheyt,

9

In alle werck ghaf hi belijdinge, den heylige, ende hooge, inde woorden der eeren.

10

Ga naar margenoot+Hi loefde den HEERE van alle zijnder herten, ende hi beminde hem, die hem ghemaect heeft, Ga naar margenoot* ende ghaf hem macht tegen die vianden)

11

Ende hi dede die sangers staen tegen den outaer, ende in haeren gheluyt maecte hi soeten sanck,

12

Ende hi ghaf eere inden vieringen, ende hi vercierde die tijden totter voleyndinghe zijns leuens toe, op dat si den heylighen naem des HEE-[kolom]REN souden louen, ende dat si vroech Gods heylicheyt souden verbreyden

13

Ga naar margenoot* Christus) heeft zijn sonden gesuyuert, ende heeft sinen horen verhoocht inder eewicheyt, Ende hi heeft hem dat testament des rijcs gegeuen ende den stoel der heerlijcheyt in Israel.

14

Na hem stont op een wijs sone, ende om dien werp hi alle machticheyt der vianden neder. Ga naar margenoot+

15

Ga naar margenoot+Salomon regeerde inden dagen des vreden den welcken Godt alle die vianden onderwerp, op dat hi een huys in sinen naem soude stichten, ende soude heylicheyt bereyden, inder eewicheyt, Also hi geleert was in zijnder ioncheyt. Ga naar margenoot+

16

Ende hi is met wijsheyt veruult als een riuiere, ende zijn siele ontdecte dat lant.

17

Ende ghi hebt veruult die raetselen in ghelijckenissen, ende uwen naem is verre totten eylanden vermaert, ende ghi waert bemint in uwen vrede. Ga naar margenoot+

18

Die landen zijn verwondert in die liedekens ende byspraken in die gelijckenissen, ende wtleggingen,

19

ende inden naem des HEEREN Gods, wiens toenaem is Israels God.

20

Ghi hebt gout vergadert als latoen, ende ghy veruuldet dat siluer als loot.

21

Ende ghi neychdet uwe dgyen neder tot den vrouwen. Ghi hebt macht in uwe lichaem gehadt.

22

Ghi ghaeft een smette in uwer heerlijcheyt, ende ghy ontheylichdet v zaet, om gramschap te brenghen op uwen kinderen, ende inden anderen v sotheyt,

23

op dat ghy dat conincrijck in tween ghedeelt soudt maken, ende wt Ephraim te ghebieden een hart ghebot.

24

Maer God en sal zijn ontfermherticheit niet verlaten, Ga naar margenoot+ ende hi en sal niet schueren noch wtwisschen zijn wercken, noch hi en sal die neuen zijns wtuercorens niet verliesen vander stamme, Ende hi en sal niet laten vergaen dat zaet des ghenen die den HEERE lief heeft,

25

Maer hi dede Iacob ende Dauid een ouerblijfsel vanden seluen gheslachte,

26

Ende Salomon hadde een eynde met sinen vaders.

27

Ende hi liet na hem achter van sinen zade des volcs sotheyt,

28

ende Roboam vermindert van zijnder voorsichticheyt, die dat volck ouermits sinen raet afkeerde,

29

ende Ieroboam den sone Nabath, die Israel dede sondigen, ende ghaf Ephraim den wech te sondighen, ende vele haerder sonden oueruloeyen,

30

Want si keerdense af ouer zee van haeren lande,

31

Ende hi sochte alle schalcheden tot dat die beschermenisse tot hen quam, Ga naar margenoot* Ende die HEERE verlostese van alle haeren sonden).

margenoot+
A
margenoot+
i.reg. vij.c

margenoot+
i.reg. xvij.

margenoot+
i.re. xvij.f.

margenoot+
i.re. xviij.b

margenoot+
B
margenoot*
ten is niet int griecs.

margenoot*
Tgriex Dce heere.

margenoot+
iij.re. iiij.c.

margenoot+
C
margenoot+
iij.reg. ix.b

margenoot+
iij.reg. xi.b

margenoot+
D

margenoot*
Ten is niet int griex.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken